Onderhoud
m
WAARSCHUWING: probeer nooit zelf onderhoud of
reparaties aan de ponsmachine uit te voeren. Indien
deze waarschuwing niet in acht wordt genomen, kan
dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op
met de technische dienst van GBC in een of meer van de
volgende gevallen:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
• Er is vloeistof in de machine terechtgekomen.
• De ponsmachine functioneert niet meer goed nadat deze
verkeerd is gebruikt.
• De ponsmachine functioneert niet zoals in deze
instructies wordt beschreven.
Instellen
Sluit de machine aan op een stopcontact (afb. A).
1
Stel de randgeleider voor ponsen in op de juiste
2
papierlengte (afb. B).
Controleer de uitlijning van de randgeleider voor
3
inbinden door een inbindstrip met gaten te plaatsen in
de uitsparing. Leg een vel correct uitgelijnd geponst
papier op de strip en lijn de gaten in het geponste
papier en de strip met elkaar uit, zodat de strip niet
zichtbaar is aan de boven- of onderkant van het papier.
Pas de instelling van de geleider zo nodig aan door
deze te verschuiven naar de rand van het papier.
Ponsen
Plaats het papier volledig in de ponssleuf en schuif het
1
papier naar links tegen de randgeleider voor ponsen.
Duw de hendel goed en met gelijkmatige beweging
omlaag. Til de hendel op en verwijder het papier (afb.
C).
Om vastlopen bij het ponsen te voorkomen, dient u per
2
keer slechts 25 vellen papier van 70g/m² te ponsen (of
minder vellen bij zwaarder papier). Pons een segment
van 20 vellen uit uw document en leg de geponste
vellen in een stapel op het inbindoppervlak. Pons per
keer maximaal vier dikke of drie transparante omslagen.
Leg na elke ponsbewerking het geponste segment
3
van uw document op het inbindoppervlak. Wanneer u
uw document op een ander oppervlak stapelt, kan dit
problemen veroorzaken omdat de inbindstrip met gaten
dan mogelijk niet correct over de positioneringspin kan
worden geplaatst.
Gebruikershandleiding
Inbinden
Plaats de inbindstrip (de onderste strip met gaten)
1
met de gestructureerde kant omlaag in de uitsparing
vóór de achteraanslag. Zorg ervoor dat het kleine
gaatje in de inbindstrip met gaten zich boven de
positioneringspin bevindt. De positioneringspin
bevindt zich aan de linkerkant van het gebied met de
uitsparing vóór de achteraanslag. De positioneringspin
past in het kleine gaatje in de plastic inbindstrip met
gaten. De strip is correct over de positioneringspin
geplaatst wanneer de strip niet goed naar rechts kan
worden geschoven. Onjuiste uitlijning van de strip
kan leiden tot schade aan de machine (afb. D).
Leg de achteromslag (met de buitenkant naar
2
beneden), de geponste vellen (laatste pagina onderop)
en de vooromslag (met de voorkant naar boven) boven
op de inbindstrip met gaten (afb. E).
Bepaal nu de juiste grootte van de strip met pinnen. Stel
3
met de schaal op de achteraanslag de dikte van het
document en de grootte van de benodigde pinnen vast.
Gebruik een pin van 25 mm (1") als het document een
dikte van 12,7 mm (0,5") of minder heeft op de schaal.
Gebruik met dit model geen strip met pinnen die langer
zijn dan 25 mm. Steek de pinnen door de gaten in het
document en de gaten in de inbindstrip (afb. F).
Start het inbindproces door de drukbalk naar u toe
4
te trekken (afb. G) en deze op het document te laten
zakken. Het indicatielampje gaat nu branden. Trek de
hendel omlaag in een gelijkmatige, vloeiende beweging
en laat deze omlaag staan. (Druk niet op de hendel,
deze blijft omlaag staan totdat u hem weer optilt (afb.
H).) De inbindcyclus is binnen 8-10 seconden voltooid.
Als het indicatielampje uit gaat, tilt u de hendel (afb. I)
en de drukbalk op en verwijdert u het document (afb. J).
Afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur
(AEEA)
Elektrische en elektronische apparaten
bevatten materialen en stoffen die schadelijke effecten
kunnen hebben op de menselijke gezondheid en het
milieu. Dit symbool op het apparaat, de accessoires of
verpakking, geeft aan dat dit apparaat niet mag worden
gezien als ongesorteerd huishoudelijk afval, maar apart
moet worden ingezameld! Lever het apparaat in bij een
inzamelpunt voor de recycling van elektrisch afval en
elektronische apparatuur binnen de EU. Door dit apparaat
op de juiste wijze af te voeren, helpt u mogelijke gevaren
voor het milieu en de volksgezondheid te voorkomen die
anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste
behandeling van afgedankte apparatuur. De recycling van
materialen draagt bij aan het behoud van onze natuurlijke
hulpbronnen.
19