Wanneer de slang beschadigd is, mag u het product niet gebruiken. Vervang de slang
•
onmiddellijk.
Verwijder de slang niet tijdens het oppompen. Hoge luchtdruk kan schadelijk zijn voor het
•
lichaam. Laat de luchtpomp niet langer dan 20 minuten werken.
Oververhitting van de motor kan interne schade veroorzaken. Laat de motor na continu
•
gebruik van meer dan 20 minuten 30 minuten volledig afkoelen.
Indien er onderdelen beschadigd zijn, mag u de pomp niet gebruiken. Neem contact op met
•
een professional voor reparatie. Dit product mag niet worden blootgesteld aan regen of water.
Om gevaar te voorkomen, mag u de pomp niet op uw gezicht of lichaam richten terwijl deze
•
in werking is.
Laat de auto niet staan terwijl u hem opblaast of leeg laat lopen.
•
Start de auto wanneer het product in gebruik is om onnodige schade te voorkomen.
•
Inflatie operatie
1. Plaats het uiteinde van de slang in het luchtmondstuk dat bij de airbag past, draai het met de
klok mee en draai het vast. Plaats vervolgens het luchtvulventiel van de airbag en zet het vast
door het met de klok mee te draaien (tekening 1).
2. Sluit het andere uiteinde van de slang met de moer aan op de opblaaspoort van de
luchtpomp en draai deze met de klok mee vast (tekening 2).
3. Steek de stekker van de auto in een 12V DC-stopcontact.
4. Druk op de PSI/BAR-wisselknop om de gewenste eenheid te selecteren.
NL
Tekeningen 1 & 2