Nederlands NL
Elektrische installatie
De werkzaamheden moeten door
een gediplomeerd elektricien
worden uitgevoerd. Bij de installatie
dienen de plaatselijke en VDE-
voorschriften te worden nageleefd.
Voelerleidingen hebben
laagspanning en mogen niet parallel
aan netleidingen worden geleid
(storende signalen).
Alle leidingen moeten in de
trekontlasting van het
ketelschakelveld worden
vastgemaakt en binnen de
ketelbekleding veilig aangelegd
resp. bevestigd worden. Leidingen
die uit de ketel worden geleid,
dienen in de trekontlasting aan de
achterkant van de ketel te worden
vastgezet.
De boilerlaadpomp moet VDE-
conform uitgevoerd zijn.
afb. 2
Aansluiten van boilervoeler en boilerlaadpomp bij EUROCONTROL
Stekker voor boilerlaadpomp M3
in de connector X4
van het ketelschakelveld steken.
8
bij EUROCONTROL
G Leiding van de boilervoeler aan
de contactstrip X8 resp. X11 bij
B3/M vastklemmen (afb. 2).
G Stekker van de laadpompleiding
aan de connector X4 van het ketel-
schakelveld er insteken (afb. 2).
Boilervoeler B3
aan de contactstrip X8 resp. X11
van de EUROCONTROL vastklemmen
Contactbescherming
Om contactbescherming veilig te
stellen, dienen na afsluiting van alle
werkzaamheden alle
ommantelingsdelen – met name het
ommantelingsdeksel – weer correct
te worden aangebracht.
Instelling
De warmwatertemperatuur en evt.
tijdsbesturingen voor de
warmwaterbereiding conform de
gebruiksaanwijzing van de
betreffende, toegepaste
EUROCONTROL instellen.
Aanbevolen instelwaarde voor de
warmwatertemperatuur 60°C.