de sensor van de afzuigkap en kan als volgt worden
verricht:
automatisch: telkens wanneer de afzuigkap weer op het
elektriciteitsnet wordt aangesloten (bijv. bij de eerste
installatie of na een stroomuitval).
handmatig: moet worden uitgevoerd wanneer er een
onbevredigende werking van de automatische kalibratie
wordt gedetecteerd en moet worden verricht bij normale
omgevingsomstandigheden in de keuken.
De handmatige kalibratie wordt geactiveerd door de toets
T4 gedurende 6 seconden ingedrukt te houden.
Selectie van de kookplaat
Om de functie VOC optimaal te benutten, moet het correcte
type kookplaat geselecteerd worden (gas - inductie of
elektrisch).
Druk, bij uitgeschakelde afzuigkap en VOC-sensor,
gelijktijdig op de toetsen T1 en T4, tot er een geluidssignaal
(pieptoon) klinkt; laat de toetsen los. Door vervolgens weer
op de toets T2 of T3 te drukken, kan de gewenste
kookplaat volgens het onderstaande schema worden
geselecteerd:
Led 1: gaskookplaat
Led 2: elektrische kookplaat
Led 3: inductiekookplaat
De ingedrukte toets blijft branden om de uitgevoerde
selectie te bevestigen. Na 10 seconden zal de toets kort
knipperen om aan te geven dat de verrichte selectie is
geregistreerd.
Opmerking: nadat het type kookplaat opnieuw is ingesteld,
anders dan het standaard type of het eerder ingestelde
type, wordt er een automatische kalibratie van de VOC-
sensor gestart.
Signalering vetfilter
Na 40 uren van werking beginnen de leds L1 en L5 te
knipperen.
Wanneer deze signalering wordt gegeven, moet het
geïnstalleerde vetfilter gewassen worden.
Houd voor het resetten van de signalering de toets T2
gedurende 3 seconden ingedrukt.
Signalering koolstoffilter
Na 160 uren van werking beginnen de leds L2 en L5 te
knipperen.
Wanneer deze signalering wordt gegeven, moet het
geïnstalleerde koolstoffilter worden vervangen.
Houd voor het resetten van de signalering de toets T3
gedurende 3 seconden ingedrukt.
In de standaardmodus is de signalering van het
koolstoffilter niet actief.
Indien men de kap in de filtermodus gebruikt, moet de
signalering van het koolstoffilter geactiveerd worden.
Activering signalering koolstoffilter:
Plaats de afzuigkap op OFF en houd gedurende 3
seconden gelijktijdig de toetsen T2 en T3 ingedrukt (als de
led L2 knippert, betekent dit dat het koolstoffilter NIET
actief is). Druk op de toets T3 om de functie signalering
koolstoffilter te activeren. De leds L2 en L5 branden
continu. Wacht 10 seconden: na het verstrijken van deze
tijd wordt de functie geactiveerd en klinkt er een
geluidssignaal (pieptoon).
Deactivering signalering koolstoffilter:
Plaats de afzuigkap op OFF en houd gedurende 3
seconden gelijktijdig de toetsen T2 en T3 ingedrukt (als de
led L2 continu brandt, betekent dit dat het koolstoffilter
actief is). De leds L2 en L5 branden continu. Als gedrukt
wordt op de toets T3 begint de led L2 te knipperen. Wacht
10 seconden: na het verstrijken van deze tijd wordt de
functie signalering koolstoffilter gedeactiveerd en klinkt er
een geluidssignaal (pieptoon).
WAARSCHUWINGEN VOOR
ONDERHOUD
• Reiniging: Gebruik voor de reiniging uitsluitend een met
neutrale reinigingsmiddelen bevochtigde doek. Gebruik
voor de reiniging geen gereedschappen of instrumenten.
• Vermijd het gebruik van producten die schurende stoffen
bevatten. GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Verwijs voor het onderhoud van het product naar de
afbeeldingen aan het einde van de installatie, ge-
markeerd met dit symbool.
•
Vetfilter: Het metalen vetfilter moet één keer per
maand worden (of wanneer het systeem voor de aandui-
ding van de verzadiging van de filters dit vereist) gerei-
nigd met niet-agressieve reinigingsmiddelen, hetzij met
de hand, hetzij in een vaatwasmachine bij lage tempera-
turen en een korte cyclus. Voor de demontage van het
vetfilter moet aan de ontgrendelingshendel met veer ge-
trokken worden.
• Het vetfilter vangt de van het kookproces afkomstige
vetdeeltjes op. Het kan gebeuren dat het wassen in de
vaatwasser het metalen vetfilter verkleurt maar de filter-
eigenschappen zullen absoluut niet wijzigen.
•
Koolfilter (alleen voor filterversie): Het filterele-
ment moet maximaal om de vier maanden worden ver-
vangen. Dit element kan NIET gewassen of geregene-
reerd worden. Zoals aangegeven in het deel met de teke-
ningen: verwijder de vetfilters, breng één koolstoffilter per
zijde aan en haak ze vast aan het product. Plaats de vet-
filters terug.
• Het koolfilter vangt de onaangename geuren van het
kookproces op. • De verzadiging van het koolfilter treedt op
na een meer of minder lang gebruik, afhankelijk van het
soort bereiding en de regelmaat van de reiniging van het
vetfilter.
•
Wasbaar actief koolstoffilter (alleen voor de
20