Montage des boîtes-palpeur
Percer un trou de 10 mm de diamètre aux emplacements prévus (voir fig. A) et biseauter légèrement les bords avec du papier-émeri.
Pour le montage, employer d'abord les maquettes de montage (voir fig. B), qui seront, après l'achèvement de la chaussée, remplacées par
les boîtes-palpeur prémontées (voir fig. C). Pour le montage de boîtes-palpeur 2.2 et 2.3, le fil de contact doit être interrompu.
Veiller à ce que les extrémités des fils de contact fassent saillie jusqu'au bord de la maquette de montage (voir fig. B). Mastiquer la maquette
de montage. La surface de la maquette de montage (ou de la boîte-palpeur) doit être absolument plane avec la chaussée, vu qu'elle ne doit
pas être spatulée ou peinte sur le haut. Pour cette raison la boîte-palpeur a l'aspect d'un couvercle de canalisation.
Pour le spatulage des maquettes de montage, ne pas utiliser du mastic contenant du solvant ! Il est recommandé d'utiliser l'art.
FALLER no. 500 ou 654. Une fois la chaussée terminée, desserrer en toumant les maquettes de montage et les retirer avec un tournevis
(ne pas utiliser le tournevis en plastique joint). A présent seulement intégrer les boîtes-palpeur dans la chaussée et les fixer prudemment
avec de la colle rapide (FALLER EXPERT rapid art. no. 491).
Inbouw van het sensorkastje
Op de geplande plaatsen een gat boren van 10 mm doorsnee (zie afb. A) en de randen met schuurpapier iets afronden. Gebruik vóór het
inbouwen eerst de montagemal (zie afb. B), die pas nadat het wegdek klaar is, vervangen wordt door het voorgemonteerde sensorkastje
(zie afb. C). Bij inbouw van de sensorkastjes 2.2 en 2.3 moet de rijdraad worden onderbroken. Let erop dat de rijdraadeinden precies tot de
randen van de montagemal reiken (zie afb. B). Montagemal inplamuren. De bovenzijde van de montagemal (resp. het sensorkastje) moet na
plaatsing absoluut gelijk zijn met het wegdek, omdat deze niet opnieuw mag worden geplamuurd en overgeschildered. Daarom ziet het
sensorkastje eruit als een putdeksel.Bij het inplamuren van de montagemallen beslist geen plamuur met een oplosmiddel gebruiken !
Het is raadzaam alleen FALLER art. nr. 500 of 654 te gebruiken. Als het wegdek gereed is, kunnen de montagemallen met een schroeven-
draaier (niet de bijgevoegde kunststof schroevendraaier gebruiken !) worden losgedraaid en verwijdered. Pas daarna worden de sensor-
kastjes in het wegdek geplaatst en voorzichtig met secondenlijm (FALLER EXPERT rapid art. nr. 491) worden vastgelijmd.
Fil de contact
rijdraad
Installation miniature
modelbaan
A
Maquette de montage
10 mm
montagemal
B
Boîte-palpeur
sensorkastje
C
Boîte-palpeur
sensorkastje
5
C