Werbung
Schéma fonctionnel d'un << arrêt de bus >> ou d'un << espace d'arrêt de station-service >>
Chaque véhicule équipé d'un aimant additionnel (voir page 7) et traversant le palpeur 2.1, commute la bifurcation 5.0 pour env. 1 sec. sur << virer >>.
Le véhicule bifurque, traverse le palpeur 2.2 et s'arrête sur le point d'arrêt 4.0. La durée de l'arrêt est réglée sur P1 avec le tournevis en plastique joint.
Tous les véhicules suivants traversant le palpeur 2.3, ramènent automatiquement la durée réglée à 0, de sorte que le véhicule dans la zone
d'arrêt reste stationné jusqu'à ce que la route principale soit libre pendant un certain laps de temps.
Les véhicules équipés d'un aimant additionnel continuent de rouler tout droit par-dessus la bifurcation 5.0, aussi longtemps que le point d'arrêt
4.0 est occupé par un autre véhicule.
Functieschema van "bushalteplaats" resp. "pompstationstop"
Elk voertuig dat voorzien is van een extra magneet (zie blz. 7) en over de sensor 2.1 rijdt, schakelt de wegsplitsing 5.0 gedurende één seconde
op "afbuigen". Het afbuigende voertuig rijdt over de sensor 2.2 en staat stil op de stopplaats 4.0.
De duur van de wachttijd wordt met de meegeleverde kunststof schroevendraaier ingesteld bij P1.
Alle volgende voertuigen die over de sensor 2.3 rijden, zetten de ingestelde tijd automatisch weer terug op 0, zodat het voertuig in de haltebocht
zo lang blijft staan, tot de hoofdweg langere tijd vrij is.
Voertuigen die voorzien zijn van een extra magneet rijden over de wegsplitsing 5.0 rechtdoor verder, zo lang de stopplaats 4.0 door een ander
voertuig bezet is.
4.0
2.2
5.0
Sens de marche
rijrichting
2.1
2.3
3
Werbung
