NORAUTO EV CHARGER 100-1PH-32A Bedienungsanleitung Seite 31

is de LED-strip blauw en verloopt die niet meer. Dit betekent dat het laden werd
8
onderbroken door het voertuig.
LET OP:
Als een laadtijdstip is geprogrammeerd op het voertuig:
y Bepaalde voertuigen voeren gedurende enkele seconden een laadtest uit. In dat geval
is de LED-strip 8 blauw en verloopt die niet. Het laadproces start op het geprogram-
meerde tijdstip:
de LED-strip 8 is blauw en verloopt. Dit betekent dat een voertuig wordt opgeladen.
Andere voertuigen nemen een erg zwakke laadstroom op tot het geprogrammeerde
y
laadtijdstip is aangebroken. In dat geval is de LED-strip
Dit betekent dat een voertuig wordt opgeladen, zelfs als de laadstroom quasi nul is.
Het laadproces beëindigen:
y Beëindig het laadproces op het voertuig.
Maak de connector van de laadkabel los van het oplaadstation.
y
Maak de connector van de laadkabel los van het voertuig.
y
De laadkabel kan rond het laadstation worden gewikkeld.
Rol de laadkabel op zonder die te verdraaien.
Energiebesparing:
Na 15 minuten gaat het oplaadstation voor muurbevestiging
giespaarstand. De LED-strip 8 wordt gedimd.
Stroompanne:
In geval van een stroompanne wordt het laadproces automatisch weer gestart als de
stroomvoorziening is hersteld.
Het laadproces wordt niet meer gestart:
In principe worden voertuigen geladen als de laadstroom minstens 6 A (1,3 kW) bedraagt.
Bepaalde voertuigen hebben echter een laadstroom van minstens 8 A nodig om het laad-
proces te starten.
Het geconfigureerde laadvermogen wordt niet bereikt:
Het laadvermogen wordt bepaald door het elektrische voertuig, niet door het oplaadstation
voor muurbevestiging 1 ! De meeste elektrische voertuigen hebben een beperkt laadver-
mogen. Het maximale laadvermogen van het oplaadstation voor muurbevestiging kan dus
niet worden bereikt.
Als een dynamische ontlasting is geconfigureerd, kan het laadvermogen worden vermin-
derd om een stroomonderbreking te vermijden.
De LED-strip 8 is rood en knippert:
Als de LED-strip 8 rood knippert, betekent dit dat een storing is opgetreden.
De foutcode kan worden bepaald door het aantal keer knipperen voordat de LED-strip
gedurende 5 seconden is gedoofd.
60 NORAUTO_EV CHARGER 100-1PH-32A / EV CHARGER 100-1PH-32A-L
8 blauw en verloopt die.
1 automatisch in ener-
8
FOUTMELDINGEN
STORING: BETEKENIS
ERROR 1 De temperatuur is te hoog.
(De temperatuur in de kast is hoger
dan 80 °C)
ERROR 2
De temperatuur stijgt snel.
(De temperatuur in de kast is hoger
dan 90 °C)
ERROR 3 De laadstroom is te hoog
(de laadstroom lag gedurende 5 seconden
10% boven de geconfigureerde waarde,
minimum 2 A)
ERROR 4 De laadstroom is te hoog
(de laadstroom lag gedurende 3 seconden
100% boven de geconfigureerde waarde)
ERROR 5
Lekstroom
(de lekstroom bedraagt meer dan 6 mA DC
of 30 mA DC)
ERROR 6 De autotest is niet gelukt.
ERROR 7
Onderspanning
(ingangsspanning gedurende 5 seconden
lager dan 185 V)
ERROR 8 Overspanning
(ingangsspanning gedurende 5 seconden
hoger dan 275 V)
ERROR 9 Storing relaiscontact
ERROR 10
Storing interne component (relais)
ERROR 13
De PE-test is niet gelukt
ERROR 14
Slechte CP-spanning
ERROR 15
Storing diode op het elektrische voertuig
ERROR 24
De temperatuur is te laag.
(De temperatuur in de kast is lager dan
-40 °C)
NORAUTO_EV CHARGER 100-1PH-32A / EV CHARGER 100-1PH-32A-L
NL
OPLOSSING
Automatisch herstarten van het laadproces
als de temperatuur in de kast onder 70 °C
zakt.
Automatisch herstellen van het laadproces
als de temperatuur in de kast onder 70 °C
zakt.
Koppel het apparaat los van het voertuig.
Start het oplaadproces opnieuw.
Koppel het apparaat los van het voertuig.
Start het oplaadproces opnieuw.
Automatisch herstarten van het laadproces
als er geen reststroom is.
Koppel het apparaat los van het voertuig
en het stroomnet. Start het oplaadproces
opnieuw. Als deze storing zich blijft voor-
doen, moet u het apparaat laten repareren
door de verdeler.
Automatisch herstarten van het laadproces
als de spanning binnen 5 seconden 195 V
overschrijdt.
Automatisch herstarten van het laadproces
als de spanning binnen 5 seconden onder
265 V zakt.
Koppel het apparaat los van het voertuig
en het stroomnet. Start het oplaadproces
opnieuw.
Koppel het apparaat los van het voertuig
en het stroomnet. Laat het apparaat repa-
reren door de verdeler.
Controleer de beschermleiding en de
PE-kabel.
Koppel het apparaat los van het voertuig.
Start het oplaadproces opnieuw.
Koppel het apparaat los van het voertuig.
Start het oplaadproces opnieuw.
Automatisch herstarten van het laadproces
als de temperatuur in de kast boven -20 °C
stijgt.
61