Reserve-Accu (Alleen Electra2); Het Opladen Van De Accu's; Functie Van Het Oplaadapparaat; Onderhoud, Opbergen, Laden Van De Accu's - Pegasus Elektra1 Benutzerhandbuch

5.2.2 Reserve-accu
(alleen Electra2)
Voor de demontage van de reserve-accu is de
hoofdschakelaarsleutel (8) in de positie OFF te
zetten en de aansluitkabel van de reserve-accu
(13) eraf te trekken. De bagagedrager wordt
met de sleutel geopend, de accu kan gewoon
eruit getrokken worden.

5.3 Het opladen van de accu's

Om de accu's op te laden kunnen deze aan de
fiets blijven, in zoverre dit de veiligheidsvoor-
schriften resp. – aanwijzingen en de omgeving
toelaten.
Vóór het oplaadapparaat wordt aangesloten moet
de hoofdschakelaarsleutel (8) in de positie OFF
worden gedraaid. Bij de Pegasus Electra2 is de
verbindingskabel (13) aan de rij-accu los te
maken. De netkabel (17) van het oplaadapparaat
Overzicht over de signaallampjes (LED) en de betekenis:
LED links LED midden
uit uit
rood licht knippert geel
rood licht uit
rood licht geel licht
rood licht groen licht
rood licht knippert geel
28
wordt in het oplaadapparaat gestoken. Aan de
oplaadaansluiting van de accu wordt de rubber
afdekking eraf getrokken, de oplaadkabel (16)
in de accu gestoken en lichtjes vastgeschroefd.
Nu kan de netstekker in het stopcontact gesto-
ken en het oplaadapparaat ingeschakeld worden.
Het oplaadproces loopt geheel automatisch en
is klaar zodra de middelste LED groen oplicht.
De gewone oplaadprocedure duurt, onafhankelijk
van de oplaadtoestand van de batterij en de
omgevingstemperatuur, ca. 2 tot 5 uur.
LED rechts Betekenis
uit Oplader is uitgeschakeld of zonder stroom-verzorging.
uit Oplader controleert de accu. Duurt controle langer dan 5 seconden,
is er een storing. In dit geval het oplaadapparaat uit- en weer
inschakelen. Gebeurt de fout alweer, is het oplaadapparaat en de
accu buiten werking te stellen en de ZEG-vakhandelaar te tonen.
uit Het oplaadapparaat is ingeschakeld, er is geen accu aangesloten
uit Accu wordt opgeladen
uit Het opladen is beëindigd, accu moet eraf genomen worden
oranje licht Het verversen loopt. Is de accu toereikend ontladen, springt de
indicatie naar 'accu wordt geladen'

5.4 Functie van het oplaadapparaat

Het oplaadapparaat laadt na het inschakelen de
aangesloten accu geheel automatisch en
signaliseert met een groen LED-licht de beëin-
diging van het opladen.
Het oplaadapparaat heeft ook een verversings-
functie: hierbij wordt de accu eerst nagenoeg
geheel ontladen voor deze weer wordt opgela-
den. De verversingsfunctie wordt door het
drukken van de rode startknop voor accu-ver-
versing (19) opgestart.
5.5 Onderhoud, opbergen,
laden van de accu's
Om de productiviteit van de accu's lang te
behouden, moeten de volgende punten
nauwgezet worden nagekomen:
■ Wordt de accu lange tijd niet gebruikt (b.v.
winterpauze) is deze met de verversings-
functie op te laden. De accu moet droog
worden opgeborgen en is tegen hitte en
zonnestralen te beschermen. De accu heeft
een optimale opslagtemperatuur die bij ca.
5°C – 15°C ligt (droge kelder). Gedurende
de opberging moet de accu elke 8 weken
opnieuw worden ververst.
■ De accu moet zomogelijk ver ontladen zijn
voor hij weer wordt opgeladen. Bij de Pegasus
Electra1 wordt dit gedwongen door het
gebruik van de verversingsfunctie. Bij de
Pegasus Electra2 kan men ook wachten tot
de elektronica van de rij-accu naar de
reserve-accu heeft omgeschakeld. De rij-
accu wordt weer opgeladen, de reserve-
accu wordt dan alleen af en toe nageladen
resp. ververst.
■ Elke 20ste oplaadprocedure moet in elk
geval met de verversingsfunctie worden
uitgevoerd.
■
De accu mag uitsluitend met een vochtige
doek worden schoongemaakt en moet daarna
worden afgedroogd.
■
Wordt de accu niet zoals boven omschreven
opgeladen, onderhouden en opgeslaan, wordt
de productiviteit (capaciteit) duurzaam vermin-
derd. Verzuimd of onjuist naladen kan niet meer
door de verversingsfunctie gecorrigeerd wor-
den. Het is daarom aan te bevelen de nood-
zakelijke verversingstijden van de accu's als
persoonlijke termijn in de agenda te noteren.
(Deze afb. toont de start van de verversingsprocedure)
5.6 Te verwachten levensduur
van de accu's
De vlg. de statistiek gemiddelde levensver-
wachting van de accu's bedraagt ca. 500
oplaadcycli, dat betekent bij een gemidd.
reikwijdte van 50 km per accu-laadcyclus
een totale rijprestatie van 25.000 km. De
accu behaalt zijn maximale prestatie na ca.
100 laadcycli, na ca. 300 laadcycli is de
prestatie weer op het begin-niveau. Vanaf
450 laadcycli wordt de nalatende reikwijdte
en het mogelijkerwijze ook gereduceerd
motorvermogen merkbaar.
Wordt een accu onbruikbaar, is deze te
vervangen.
Om de levensverwachting ten volle te benutten,
moet de accu zo mogelijk leeggereden worden
vóór deze weer wordt opgeladen.
D D
N N L L
B B
29