Bedienelementen En Componenten; Fiets; Bedieningsunit; Fietssleutels - Pegasus Elektra1 Benutzerhandbuch

3. Bedienelementen en componenten

3.1 Fiets

1 naafmotor 5 rij-draaigreep
2 dynamo (licht) 6 kabelkast

3 bedieningsunit

7 centrale elektronic
4 shifters, schakeling 8 hoofdschakelaar & sleutel

4. Rijden

4.1 Algemeen

De Pegasus Electra1 en de Pegasus Electra2
kunnen b.v. bij leeg gereden accu's of bij uitge-
schakelde hoofdschakelaar net zoals gewone
fietsen worden gebruikt. Er moet alleen op
gelet worden dat punt 1.1 (wettelijke eisen) van
deze gebruiksaanwijzing onbeperkt geldt.
22
9 rij-accu 13 aansluitingskabel reserve-accu
10 reserve-accu (alleen Electra2) (alleen Electra2)
11 accu-sloten 14 remhendels met
12 accu-oplaadaansluitingen uitschakelautomatisme
4.2 Vóór rijbegin
Voor elke rit moet de fiets op volledigheid
gecontroleerd worden. Vooral of stuur en zadel
vastzitten. Beide handremmen moeten bij
gebruik de bekende tegendruk vertonen. De
accu's moeten vast in de opname zitten. De
verlichting voor en achter, de bandendruk en
de kettingspanning moeten gecontroleerd zijn.
De rubber kapjes van de accu-laadaansluitin-
gen (12) moeten de aansluitingen afdekken.
3.2 Bedieningsunit
20 in- / uitschakelaar 23 ECO-modus in-
21 indicatie oplaadtoestand / uitschakelaar
rij-accu 24 controlelampje ECO-modus
22 indicatie oplaadtoestand
reserve-accu (alleen Electra2)

3.3 Fietssleutels

Pegasus Electra1 en Pegasus Electra2 worden
met 2 sleutelsetjes uitgeleverd. Een sleutelsetje
bestaat uit een kleine sleutel voor de
hoofdschakelaar (8) en een grote sleutel voor
de accu-sloten (11).

4.3 Opstappen en wegrijden

Voor de eigen veiligheid houdt u zich svp aan
de volgende stappen:
a) De hoofdsleutel (8) in de positie ON draaien
b) De fiets van de hoofdstandaard nemen
c) Zich zo op fiets zetten dat men deze veilig
beheerst.
d) Bij gebruik van de (rij)draaigreep geeft de
motor ietsjes vaart (starthulp).
e) Zodra men zijn balans heeft gevonden moet
meegetrapt worden. De motor verhoogt zijn
prestatie.

3.4 Accu-oplaadapparaat

15 oplaadapparaat 18 in-/uitschakelaar
16 accu-stekker 19 startknop voor
17 stekker stroomnet accu-verversing
f) De motor beëindigt zijn ondersteuning zodra
u ophoudt met trappen of een van de beide
handremmen (14) wordt aangetrokken.
g) Wordt kort gepauzeerd (b.v. spoorboom),
wordt aanbevolen de elektrische onder-
steuning N DE IN-/uitschakelaar (20) kort-
stondig uit te schakelen.
h) Wordt een langere Pauze gemaakt of de
fiets wordt gestald, moet de hoofdsleutel (8)
in de positie OFF worden gedraaid.
D D
N N L L
B B
23