het werkstuk, waardoor het zaagblad zich
uit de zaagspleet beweegt en de zaag
achteruit springt in de richting van de
bedienende persoon.
Een terugslag is het gevolg van foutief of
gebrekkig gebruik van de zaag. Hij kan
door geschikte voorzorgsmaatregelen
zoals hieronder beschreven worden voor-
komen.
• Houd de zaag vast en breng uw armen
in een positie waarin u de terugslag-
krachten kunt opvangen. Blijf altijd
zijdelings van het zaagblad; breng het
zaagblad nooit in één lijn met uw
lichaam. Bij een terugslag kan de cirkel-
zaag achteruit springen, maar de bedie-
nende persoon kan door de juiste voor-
zorgmaatregelen de terugslagkrachten
beheersen.
• Wanneer het zaagblad blijft haken of
wanneer u het werk onderbreekt, scha-
kelt u de zaag uit en houdt u deze stil in
het materiaal totdat het zaagblad tot
stilstand is gekomen. Probeer nooit
om de zaag uit het werkstuk te verw3-
deren of achteruit te trekken zolang het
zaagblad beweegt, anders kan een
terugslag optreden. Bepaal en verhelp
de oorzaak van het blijven haken van het
zaagblad.
• Als u een zaag die in het werkstuk
steekt, weer wilt starten, centreert u
het zaagblad in de zaagspleet en con-
troleert u of de zaagtanden niet vastge-
haakt zitten in het werkstuk. Als het
zaagblad vastklemt, kan het uit het werk-
stuk bewegen of een terugslag veroorza-
ken, als de zaag opnieuw wordt gestart.
• Ondersteun grote platen om het risico
van een terugslag door een klemmend
zaagblad te verminderen. Grote platen
kunnen onder hun eigen gewicht doorbui-
gen. Platen moeten aan beide kanten
ondersteund worden, zowel in de buurt
van de zaagspleet als aan de rand.
• Gebruik geen botte of beschadigde
zaagbladen. Zaagbladen met botte of
onjuist uitgerichte tanden veroorzaken
door een te nauwe zaagspleet meer
weerstand, beklemd raken van het zaag-
blad en terugslag.
• Zet vóór het zagen de zaagdiepte- en
zaaghoekinstellingen vast. Als tijdens
het zagen de instellingen veranderen, kan
het zaagblad ingeklemd raken en kan er
terugslag optreden.
• Wees uiterst voorzichtig bij invalzaag-
sneden in bestaande muren of andere
niet zichtbare gebieden. Het invallende
zaagblad kan bij het zagen in verborgen
objecten blokkeren en een terugslag ver-
oorzaken.
• Rem het zaagblad na het uitschakelen
niet af door zijwaartse tegendruk. Het
zaagblad kan beschadigd raken, breken
of een terugslag veroorzaken.
• Stof van materialen zoals loodhou-
dende verf, enige houtsoorten, minera-
len en metalen kan schadelijk voor de
gezondheid zijn en tot allergische
reacties, aandoeningen aan de lucht-
wegen en/of kanker leiden. Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door deskun-
digen worden bewerkt.
• Gebruik zo mogelijk een stofafzuiging.
• Zorg voor een goede ventilatie van de
werkplek.
• Het is raadzaam om een ademhalings-
masker te dragen.
• Volg de in uw land geldende voorschriften
voor de te bewerken materialen.
• Gebruik zo mogelijk een stofafzuiging.
Blaas de ventilatiegleuf vaak schoon.
Bij de bewerking van metalen kan zich
geleidend stof binnen het elektrische
gereedschap afzetten. De beschermende
isolatie van het elektrische gereedschap
kan negatief worden beïnvloed.
• Bewerk in het invalzaagproces uitsluitend
zachte materialen zoals bv. hout of gips-
karton.
Veiligheidsaanwijzingen voor
handcirkelzagen
• Controleer vóór ieder gebruik of de
beschermkap perfect afsluit. Gebruik
de zaag niet als de beschermkap niet
vrij beweegbaar is en niet onmiddellijk
gesloten wordt. Klem of bind de
beschermkap nooit vast in geopende
positie. Mocht de zaag abusievelijk op de
grond vallen, kan de beschermkap gebo-
gen worden. Controleer of de bescherm-
kap vrij beweegt en bij alle zaaghoeken
en zaagdieptes noch het zaagblad noch
andere delen aanraakt.
NL
123