Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Instellen Voor Meerdere Units; Gedeelde Functies Voor Meerdere Units Instellen; Specifieke Alarmen Met Meerdere Units - Daikin LMS Serie Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für LMS Serie:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
4 Gebruikersinterface
4.4

Instellen voor meerdere units

4.4.1
Gedeelde functies voor meerdere units
instellen
Lichten
Lichten kunnen worden aangesloten op alle controllers in het
netwerk en de lichtstatus wordt altijd gesynchroniseerd. Elke
controller zal de lichten op hetzelfde moment in- en uitschakelen.
De tijd dat het licht blijft branden na het openen en sluiten van de
deur wordt ingesteld met parameter H14, en kan worden ingesteld
van 0 tot 240 minuten. Zie "4.3.2 Parameters wijzigen" [ 4  70].
Deur open
De deurmicroschakelaar moet worden aangesloten op de controller
van de primaire unit in het netwerk. De deurstatus is "open" als de
schakelaar open staat.
Zoals voor de lichten, wordt ook de deurstatus gedeeld met alle
controllers. Elke controller weet of de deur(en) open is/zijn of niet, en
elke controller kan de acties uitvoeren die zijn ingesteld in de
parameters "DIE", "DIP", "rIE" en "rIP".
Temperatuurregeling van het netwerk
De temperatuurregeling kan op twee manieren worden uitgevoerd,
afhankelijk van de parameter "nrt" met de volgende waarden:
▪ 0: De relatieve controller regelt via de op de controller
aangesloten sonde.
▪ 1: De relatieve controller regelt via de op de controller van de
primaire unit aangesloten sonde.
De netwerklogica maakt het mogelijk gelijktijdige starts van
compressoren te voorkomen. Met behulp van de parameter "SSd" is
het mogelijk een vertraging in te stellen tussen het starten van
verschillende LMSEY-units.
Als het nodig is om meerdere units tegelijkertijd te starten, zal de
eerste unit die vraagt om te starten worden gestart. Na "SSd" start
ook de volgende unit, enz. (Zie het voorbeeld hieronder).
1
C1
0
1
C2
0
1
C3
0
1
0
1
0
SSd SSd SSd SSd
1
Aan
0
Uit
A
Compressorstatus
B
Status vraag
C1
Compressor secundaire unit 1
C2
Compressor secundaire unit 2
C3
Compressor secundaire unit 3
C4
Compressor secundaire unit 4
CM
Compressor primaire unit
SSd
Vertraging tussen opstarten [s]
Opmerking:
LMSEY2A19+25AYE01-units
compressoren, maar werken op een gelijkaardige manier.
Gebruiksaanwijzing
72
A
B
C4
CM
sec.
SSd
hebben
twee
Netwerk ontdooien
Deze
functie
kan
voor
elke
geactiveerd/gedeactiveerd.
Ontdooien kan worden gesynchroniseerd tussen de controller van
de primaire unit en de controllers van de secundaire units met
behulp van de parameters dS_1, dS_2, dS_3 en dS_4 met de
volgende waarden:
▪ 0: Geen synchronisatie uitgevoerd.
▪ 1: Alleen starten.
Alleen starten: controllers van de secundaire unit beginnen op
hetzelfde moment te ontdooien als de controller van de primaire
unit, en alle controllers kunnen op verschillende momenten
eindigen.
▪ 2: Start & Stop.
Start & Stop: controllers van de secundaire unit beginnen op
hetzelfde moment te ontdooien als de controller van de primaire
unit. Als één controller het ontdooien eerder beëindigt dan de
andere, wordt het betreffende ontdooirelais spanningsloos en
begint de druppelfase pas als alle andere controllers de
ontdooifase hebben beëindigd.
dS_1 = 0
dS_2 = 1
dS_3 = 2
dS_4 = 2
d2
= 0
B1
CM
A1
C1
B1
C2
C3
C4
min.
A
B
A
Start
A1
Start niet gesynchroniseerd
B
Einde gesynchroniseerd
B1
Einde niet gesynchroniseerd
C1
Controller secundaire unit 1
C2
Controller secundaire unit 2
C3
Controller secundaire unit 3
C4
Controller secundaire unit 4
CM
Controller primaire unit
dS1~4
Parameters ontdooisynchronisatie
d2
Netwerk einde ontdooien synchronisatie voor primaire
unit
Lokaal ontdooien op een LMSEY-unit kan nog steeds op twee
manieren:
▪ Handmatig (vanuit app, toezichtsysteem of gebruikersinterface).
▪ Met parameter "dI" (maximaal interval tussen opeenvolgende
ontdooiingen) de controle overnemen. Dit gebeurt als er een
netwerkverbindingsfout optreedt die langer duurt dan de instelling
van parameter "dI". Daarom moet de parameter "dI" altijd worden
ingesteld.
4.4.2

Specifieke alarmen met meerdere units

INFORMATIE
Wanneer
verschillende
koelruimte, heeft een alarm op één van die units alleen
invloed op de werking van die ene unit.
controller
afzonderlijk
worden
dS_1 = 0
dS_2 = 1
dS_3 = 2
dS_4 = 2
d2
= 1
B
CM
A1
C1
B1
C2
C3
C4
min.
B
A
units
samenwerken
in
één
LMSEY1A09/13 + LMSEY2A19/25
Daikin LMS
4P728169-1B – 2023.07

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis