Uitgangen - DAB MCE-50/C Installations- Und Wartungsanleitungen

NB: De uitlezing van de temperatuur met de sensor T wordt alleen vrijgegeven in de volgende regelwijzen: stijgende
constante T en constante ∆T
NB: De uitlezing van de temperatuur met de sensor T1 wordt alleen vrijgegeven in de volgende regelwijzen: stijgende
constante T1 en constante ∆T
Voor de bedrijfswijzen Constante T en Constante ∆T, zie de paragrafen 7.1.5 en 7.1.6
NB: voor de ingang van temperatuursensor T van het type NTC geldt wederzijdse uitsluiting met de analoge ingang 0-10V, verbonden
met dezelfde polen van het 18-polige klemmenbord.
5.5.4

Uitgangen

De aansluitingen van de hieronder vermelde uitgangen verwijzen naar de twee 3-polige klemmenstroken J3 en J4 met de zeefdruk
OUT1 en OUT2 waaronder ook het type contact van de klem wordt vermeld (NC = normaal gesloten, C = gemeenschappelijk, NO =
normaal open).
Type contact
Max. getolereerde spanning [V]
Max. getolereerde stroom [A]
Max. aanvaardbare kabeldoorsnede [mm²]
Tabel 4: Kenmerken van de uitgangscontacten
OUT1 Alarmen in het systeem aanwezig/afwezig
OUT2
Pomp in bedrijf/ Pomp gestopt
In het voorbeeld van Afbeelding 9 gaat het licht L1 branden wanneer er een alarm in het systeem aanwezig is, en gaat het uit wanneer
er geen enkele storing wordt geconstateerd. Het licht L2 gaat branden als de pomp in bedrijf is, en gaat uit wanneer de pomp stilstaat.
NEDERLANDS
Afbeelding 8: Aansluiting NTC-sensor voor temperatuurmeting T
.
.
Kenmerken van de uitgangscontacten
NO, NC, COM
250
5
2,5
3,80
Met de uitgangen geassocieerde functies
Bij resistieve belasting
Bij inductieve belasting
72
/dalende
/dalende