Vastleggen Van De Buitentemperatuur Waarbij De Verwarming Wordt Uitgeschakeld (Verw.uit Bij +/-); Het Instellingenniveau (Inst.niveau) - Bosch TA 270 Anleitung

Bediening
Eindpunt instellen
(VC_eindpunt +/- of M_eindpunt +/-)
Het eindpunt is de aanvoertemperatuur, die bij
-15°C buitentemperatuur nodig is om de woning
te verwarmen.
Er kunnen waarden tussen 10°C en 85°C wor-
den ingesteld, echter niet lager dan het inge-
stelde voetpunt.
B Ongemengd verwarmingscircuit: Druk meer-
maals kort op de toets
VC_eindpunt +/-wordt weergegeven.
-of-
B Gemengd verwarmingscircuit: Druk meer-
maals kort op de toets
M_eindpunt +/- wordt weergegeven.
B Stel het eindpunt in met de toetsen
Bij ingebruikneming neemt de TA 270 voor het
verwarmingscircuit HK
toestel ingestelde maximale aanvoertemperatuur
als eindpunt.
Wanneer het eindpunt aan de TA 270 wordt ver-
anderd, geldt dit tot de toets
ingedrukt. Daarna neemt de TA 270 weer de op
het verwarmingstoestel ingestelde maximale aan-
voertemperatuur als eindpunt.
De maximale aanvoertemperatuur
i
wordt altijd begrenst door de re-
gelaar voor de aanvoertempera-
tuur op het verwarmingstoestel en
kan niet worden overschreven.
56
tot
tot
en
de op het verwarmings-
0
C (r) kort wordt
3.7.12 Vastleggen van de buitentempera-
tuur waarbij de verwarming wordt
uitgeschakeld (Verw.uit bij +/-)
In de fabriek is 99°C ingesteld. Dat wil zeggen
dat de functie in feite uitgeschakeld is en de
installatie bij elke buitentemperatuur in bedrijf kan
worden gesteld.
De functie inschakelen:
B Draai de schakelaar (n) in de stand P.
B Druk de toets
Verw.uit bij +/- wordt weergegeven.
B Stel met de toetsen
sen 10°C en 25°C in.
De verwarmingscircuits en de bij-
i
.
behorende circulatiepompen wor-
den automatisch in de
overgangstijd en in de zomer uit-
geschakeld. De warmwaterfunctie
wordt niet beïnvloed.
De functie uitschakelen, bijvoorbeeld voor de
ingebruikneming van de installatie in de zomer:
B Stel met de toetsen
99°C in.
3.7.13 Het instellingenniveau
(INST.NIVEAU)
In het vakmanniveau kunt u de volgende waarden
invoeren:
• De afstemming voor ruimte- en afstandvoelers
• De verhoging van de aanvoertemperatuur
bij snelopwarming
• De duur daarvan
• De invloed op de ruimtetemperatuur bij
ruimteafschakeling
• De maximaal temperatuurbegrenzing voor
het gemengde verwarmingscircuit
• De aanvoertemperatuur voor alle gemengde
verwarmingscircuits
(q) meermaals kort in tot
en een waarde tus-
en de waarde
6 720 610 307 (03.02)