Inbedrijfstelling En Werking; Installatie Van De Pomp; Draairichting Controleren - SPT P 215 Originalbetriebsanleitung

5

Inbedrijfstelling en werking

GEVAAR
Levensgevaar bij stroomstoot
Bij het aanraken van componenten die
onder spanning staan – ook bij een storing
– bestaat gevaar.

De pomp mag niet worden gebruikt,
wanneer er zich personen in het water
bevinden.
WAARSCHUWING
Gevaar van beknelling of ingetrokken
worden aan de rotor
Gevaar van snijwonden bij grijpen in
het loopwiel

Stel de pomp alleen in bedrijf wanneer
alle veiligheidsinrichtingen
geïnstalleerd zijn en werken.
WAARSCHUWING
Gevaar van kantelen van de pomp
 Plaats de pomp op een stabiele
ondergrond.

Zeker de pomp tegen omvallen of
wegrollen.
VOORZICHTIG
Gevaar door
inschakelen
De stoot bij het inschakelen kan extreem
krachtig zijn.
 Houd de pomp bij het inschakelen
nooit aan de greep vast.

Plaats de pomp op een vaste en
stabiele ondergrond, waarop de pomp
niet kan wegglijden.
VOORZICHTIG
Gevaar door wegspuitende vloeistoffen
onder hoge druk

Schakel de pomp uit bij lekkages of
beschadigde componenten en beveilig
hem tegen opnieuw inschakelen.
86 / 359
correct
startreactie bij het
Inbedrijfstelling en werking
5.1

Installatie van de pomp

1. Sluit de drukleiding aan.
2. Sluit de stroomkabel aan.
De pomp kan iets boven de grond aan de greep
worden opgehangen.
pompvermogen moet
gehouden met een eventuele sterke startreactie van
de pomp!
5.2

Draairichting controleren

De pomp draait in de juiste richting, als de
startreactie tegen de wijzers van de klok in (gezien
van boven) verloopt.
Als de draairichting verkeerd is, moeten twee van
de fasen worden verwisseld (400V) (dit alleen door
een erkende elektricien laten uitvoeren).
Gebruiksaanwijzing dompelpomp serie P
Afhankelijk van het
hier rekening worden