Chal-Tec 10040898 Bedienungsanleitung Seite 75

Veiligheidsinstructies
• Neem voor de veiligheid van uw kind een paar minuten de tijd om deze
instructies te lezen. Veel ongevallen die gemakkelijk kunnen worden
vermeden, worden veroorzaakt door onvoorzichtigheid of onjuist gebruik.
• Lees de handleiding voor gebruik aandachtig door en bewaar deze
zorgvuldig voor toekomstig gebruik. Leg deze handleiding (indien
mogelijk) in het kinderzitje.
• Dit kinderzitje mag alleen worden gebruikt in voertuigen met
driepuntsgordels.
• Dit baby-autostoeltje is een voertuigspecifiek product dat niet thuis, maar
alleen in de auto mag worden gebruikt.
• Controleer altijd zorgvuldig of het kinderzitje goed is vastgemaakt
voordat u wegrijdt en voordat u de auto verlaat.
• Breng geen wijzigingen aan het kinderzitje aan.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht achter in de auto, zelfs niet als ze in
een kinderzitje zitten.
• Laat het gordelslot van de veiligheidsgordel niet in een halfgesloten
positie. In geval van nood kan het kind onmiddellijk uit het zitje worden
bevrijd. Leer uw kind niet met het gordelslot te spelen.
• Voorkom dat kinderen worden blootgesteld aan directe zonnestralen.
Hoge temperaturen kunnen de huid van kinderen beschadigen.
• Zorg ervoor dat alle onderdelen van het kinderzitje in de juiste positie zijn
aangebracht en ze niet klem kunnen komen te zitten in het autostoeltje of
de deur.
• Berg alle voorwerpen die het kinderzitje bij een ongeval zouden kunnen
beschadigen, veilig op.
• Gebruik het veiligheidszitje niet zonder de stoffen bekleding.
• Als u de stoffen bekleding wilt vervangen, gebruik dan alleen stoffen
bekleding die door de fabrikant wordt aanbevolen.
• Inspecteer het kinderzitje regelmatig. Controleer verbindingsstukken,
naden en afstelinrichtingen met bijzondere zorgvuldigheid.
• Als uw kinderzitje bij een ongeval wordt beschadigd of losraakt, mag het
niet meer worden gebruikt.
• De rugleuning van het kinderzitje moet gelijkmatig tegen de autostoel
rusten. Indien nodig kan de hoogte van de hoofdsteun worden aangepast.
• Ook als er geen kind in het kinderzitje zit, moeten alle inzittenden van
de auto hun veiligheidsgordel dragen. Bevestig in de auto ook het lege
kinderzitje met de veiligheidsgordel van de auto.
• Gebruik geen andere bevestigingsmogelijkheden dan die in de handleiding
en op het kinderzitje zijn aangegeven.
NL
75