DAGELIJKS GEBRUIK
Raadpleeg voor de kookinstructies het hoofdstuk "Aanwijzingen en tips", Warmelucht (vochtig).
Raadpleeg voor algemene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk "Energie-
efficiëntie", Energiebesparing.
6.4 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. Je kunt de tijd en de
temperatuur tijdens het koken aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken
met:
•
Voedselsensor
Kook- En Bakassistent - gebruik het om een gerecht snel te bereiden met de standaardin‐
stellingen:
Stap 1
Open het menu.
6.5 Kook- En Bakassistent met recepten
Legenda
Als de functie eindigt, controleer dan of het voedsel klaar is.
134/160
Stap 2
Selecteer Kook- En
Bakassistent. Druk op
.
Voedselsensor beschikbaar. Plaats de Voedselsensor in het dikste deel
van het gerecht.
De oven gaat uit als de instelling Voedselsensor temperatuur bereikt.
Verwarm de oven voor voordat u begint met koken.
Inzetniveau.
Tot hoeverre een gerecht wordt gekookt:
•
Rauw
•
Medium
•
Gaar
Stap 3
1 - 45
Selecteer het ge‐
recht. Druk op
.
Stap 4
Plaats het gerecht in
de oven. Bevestig de
instelling.