Algemene Instellingen - HQ Power VDPL170MH17 Bedienungsanleitung

7.4

Algemene instellingen

De scherpstelling regelen
Het toestel is uitgerust met 2 gobowielen. U kunt de scherpstelling van elk wiel regelen om een scherp beeld te
verkrijgen. Om de scherpstelling te regelen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <Show Setup>, en vervolgens <Focus1 Adjust> voor gobowiel 1, of <Focus2 Adjust> voor
gobowiel 2.
3. Regel de scherpstelling (0–255).
De dimmer kalibreren
U kunt de helderheid van de leds instellen:
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <Show Setup>, en vervolgens <Dimmer Calibrate>.
3. Stel de helderheid in van laag naar hoog (50–100).
De temperatuureenheid
De interne temperatuur wordt rechtsonder op de display weergegeven. U kunt kiezen tussen een
temperatuurweergave in °C of °F:
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <System Setup>, en vervolgens <Temperature Unit>.
3. Selecteer de gewenste temperatuureenheid:
<°C>: de interne temperatuur van het toestel in °C weergeven.
o
<°F>: de interne temperatuur van het toestel in °F weergeven.
o
Snelheid ventilator
Het toestel is voorzien van een ingebouwde ventilator om het toestel af te koelen. U kunt de snelheid van de
ventilator instellen in alle modi:
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <System Setup>, en vervolgens <Fan Mode>.
3. Selecteer de gewenste instelling:
<Auto Speed>: de interne thermostaat regelt de snelheid van de ventilator.
o
<High Speed>: de ventilator functioneert continu aan de hoogste snelheid.
o
7.5 Autonome modus (standalone)
In autonome modus (standalone) wordt één van de ingebouwde programma's afgespeeld: automatisch of
muziekgestuurd.
Autonome modus met ingebouwd programma
Om het toestel in te stellen in autonome modus (standalone):
1. Ontkoppel alle DMX-ingangsaansluitingen [11,12] van het toestel.
2. Druk op MENU om het menu te openen.
3. Selecteer <Show Setup>, en vervolgens <Show Mode>.
4. Selecteer één van de ingebouwde programma's (Show Mode 1–4).
Muzieksturing
In muziekgestuurde modus reageert het ingebouwde programma op muziek. Om in deze modus het
geselecteerde ingebouwde programma te gebruiken:
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <Show Setup>, en vervolgens <Sound State>.
3. Selecteer <Yes> om de muziekgestuurde modus te activeren.
4. Selecteer <Sound Sense> om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon te wijzigen.
5. Stel de gevoeligheid in van laag naar hoog (0–100).
Het toestel uitschakelen
Om het toestel uit te schakelen in autonome modus (het ingebouwde programma stoppen en alle leds
uitschakelen):
1. Druk op MENU om het menu te openen.
2. Selecteer <Show Setup>, en vervolgens <Blackout>.
3. Selecteer <Yes> om het toestel uit te schakelen.
4. Om het ingebouwde programma te herstarten, stel <Blackout> opnieuw in op <No>.
V. 01 – 10/02/2014
VDPL170MH17
18 ©Velleman nv