Herunterladen Diese Seite drucken

Vitavia VM0028-I Montageanleitung Seite 9

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VM0028-I:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Zorg ervoor dat de zijkanten perfect verticaal
zijn. Neem nota van de vooraf geboorde gaten
in de verticale muurprofielen (4248 / 4249) en
de nokbalk (4251 / 4252 / 4253) en markeer
deze op de muur.
Verwijder het frame van de fundering.
Boor gaten volgens de markering in de muur
en plaats muurpluggen in de muur. (De boor
en de muurpluggen zijn niet inbegrepen).
Zet het frame terug op de fundering en verbind
het met de muur m.b.v. schroeven (niet mee-
geleverd) (4.1) & (4.2).
Monteer ten slotte het frame op de fundering.
5a. enkelVoUDiGe DeUren
attentie: zet de gemonteerde deur niet op
de deurgeleiders (1014), dit om beschadi-
ging te voorkomen.
Duw de deurgeleiders (1014) in beide kanten
van het deurprofiel (1360) (5.1).
Assembleer de deur zoals op de tekening in
diagram 5.
Schroef het deurprofiel (1362) aan het boven-
gelegen profiel (1359) (5A.3) en schuif de
deurrubbers (3021) in de beide zijprofielen
(4059) (5.5). Schuif bouten (1500) in de onder-
kant van het boutkanaal met borstelrubbers
(3021) en zet deze vast op hun plaats met een
moer (1515) (5.6). Snij de deurrubbers (3021)
op de juiste lengte.
Verbind de deurwieltjes (1015) met boutje
(1304), ringetje (1009) en moertje (1007) aan
het deurprofiel (1362) (5.4).
Monteer het deurrailprofiel (1347) op het hori-
zontale profiel (4261 / 4262) (5A.7), of als er
een enkelvoudige deur aan de voorkant van
de kas moet zijn, op het profiel van de zijkant
(4227 / 4228 / 4229) (5B.7).
Schuif nu de deurwieltjes in het deurrailprofiel
(1347) (5A.8) / (5B.8). Zorg ervoor dat de de-
urgeleiders aan de onderkant ook in de gelei-
ding lopen (5.9). Als de deur eenmaal op de
goede plaats zit, dan kunt u door middel van
moertjes en boutjes op beide einden van het
deurrailprofiel (1347) deurstoppen creëren.
(5A.8) / (5B.8).
Plaats de deur zodat hij soepel loopt.
5Bl en 5Br. DUBBele DeUren
attentie: zet de gemonteerde deur niet op
de deurgeleiders (1014), dit om beschadi-
ging te voorkomen.
Duw de deurgeleiders (1014) in beide kanten
van het deurprofiel (1360) (5.1).
Assembleer de deuren zoals op de tekening in
diagram 5B.
Schroef het deurprofiel (1362) aan het boven-
gelegen profiel (1359) (5B.3) en schuif de
deurrubbers (3021) in de deurprofielen (4059)
(5.5). Schuif bouten (1500) in de onderkant
van het boutkanaal met borstelrubbers (3021)
en zet deze vast op hun plaats met een moer
(1515) (5.6). Snij de deurrubbers (3021) op de
juiste lengte. Controleer of het profiel (4098)
links zit (5BL) en het profiel (4099) rechts
(5BR).
Verbind de deurwieltjes (1015) met boutje
050.01.1707
(1304), ringetje (1009) en moertje (1007) aan
het deurprofiel (1362) (5.4).
Monteer het deurrailprofiel (1347) op het pro-
fiel van de zijkant (4227 / 4228 / 4229) (5B.7).
Monteer bout (2001) bij de onderlinge verbin-
ding (1347) zoals op de tekening.
Schuif nu de deurwieltjes in het deurrailprofiel
(1347) (5B.8). Zorg ervoor dat de deurgelei-
ders aan de onderkant ook in de geleiding
lopen (5.9). Als de deuren eenmaal op de goe-
de plaats zitten, dan kunt u door middel van
moertjes en boutjes op de einden van beide
deurrailprofielen (1347) deurstoppen creëren.
Plaats de deuren zodat zij soepel lopen.
6. Dakraam
Bevestig de zijprofielen (1065) aan het toppro-
fiel (1064), afhankelijk van de dikte van het
glas.
Tot 4 mm, zie (6.1). Voor 4 mm en hoger, zie
(6.2).
Plaats de boutjes in de voorgeboorde gaatjes
om het onderprofiel (1066) te verbinden. Schu-
if dan het glas in de zijprofielen (1065) (6.3).
Verbind nu het onderprofiel (1066) en zorg er
voor dat het raam volkomen recht zit alvorens
alle boutjes aan te draaien.
Bevestig de raamopener (1067) met het on-
derprofiel (1066) door middel van schroeven
(1006) (6.8).
Bevestig beide raamuitzetpinnen (2016) op het
kalfje (1063) door middel van de schroeven
(1006) (6.8). Plaats dan het plastic dopje
(1019) over het eind van de raamopener (6.6).
Positioneer het raam in de nokbalk vanaf één
kant (6.4) en (6.5), en schuif het in de juiste
positie (6.6).
Monteer het kalfje (1063), met de extra bouten
(1001) in de glasprofielen (4255), tussen de
glasprofielen (4255) en de verstevigers (4270)
(6.6) (6.7).
7a. & 7B. BeGlazinG –
polycarBonaat
Denkt u alstublieft aan de al eerder genoemde
veiligheidsregels.
Duw de beglazingsprofielen (1020) op de alu-
minium profielen (7A.4) (7B.1) en snij ze op de
juiste lengte.
Belangrijk! De UV-bestendige kant wordt aan-
gegeven door de kunststoffolie en de bedruk-
king op de rand. Deze kant moet naar buiten
zitten. Verwijder de folie. N.B.! Verwijder de
folie pas helemaal als de ruit in de kas is ge-
plaatst. (De ruiten worden marginaal korter
gesneden om uitzetting in warme omstandig-
heden toe te staan.)
Om de polycarbonaat ruiten extra stabiliteit te
geven wordt geadviseerd om hen met een
schroef en ringetje vast te maken aan het alu-
minium onderprofiel, in het midden van elke
ruit (7A.3) (7B.3). Om dit te bereiken moet een
gat van 2 mm door de ruit en het aluminium
profiel worden geboord. De boor is niet inbeg-
repen.
(*): De schroeven en ringetjes zijn inbegrepen
bij de polycarbonaat ruiten.
7a. BeGlazinG – Blank GlaS
Fixeer de polycarbonaat ruiten voor de begla-
zing op het dak op hun plaats met de bevesti-
gingsstrips tegen wind (6600) (7A.2) en noteer
het voor elke ruit vereiste aantal.
Begin aan de zijkant door het glas onderaan
aan te brengen en zet het daarna vast met de
veerclips (1011) (7.2). De volgende glasplaat
moet precies over de direct eronder liggende
glasplaat worden geschoven en op zijn plaats
worden gehouden met de Z-clips (1012) tus-
sen de platen in (7A.6).
7B. BeGlazinG – polycarBonaat
Fixeer de polycarbonaat ruiten voor de begla-
zing op hun plaats met de veerclips voor be-
glazing (1011) (7B.2) en noteer het voor elke
ruit vereiste aantal.
8. ValpiJpen
Monteer de onderdelen van de valpijp aan
beide kanten van de kas zoals op de tekening,
(8.1) tot (8.6). Zorg ervoor dat de aansluiting
(1417) wordt opgenomen tussen (1408) en
(1402) (8.2).
aFWerkinG
Desgewenst kan de kas aan de randen wor-
den afgedicht met neutrale siliconenkit. Silico-
ne is niet inbegrepen.
Plaats het waarschuwingslabel aan de binnen-
kant van de kas.
Er is een compleet assortiment accessoires
beschikbaar om dit product ten volle te benut-
ten. Voor meer informatie kunt u contact opne-
men met uw leverancier.
VeiliGHeiDSreGelS
Sluit bij zware wind altijd alle deuren en ra-
men.
Houd bij zware sneeuwval het dak van de kas
vrij of zorg voor een goede ondersteuning van
het dak. Verwarm de kas in de winter.
commentaar
Voor de gehele bescherming van uw nieuwe
kas raden wij u aan om deze op te nemen in
uw opstalverzekering. Denk er ook aan dat de
kas aan alle bouweisen moet voldoen en houd
ook rekening met de plaats van de kas.
Plak alstublieft de inbegrepen sticker van het
kasmodel op het deurprofiel (1362) nadat de
kas succesvol is geïnstalleerd. Deze informa-
tie is belangrijk voor het vervangen van onder-
delen in de toekomst.
Bewaar de instructies op een veilige plek zo-
dat u deze nog altijd kunt nalezen.
Ons beleid is gebaseerd op het continu verbe-
teren van onze producten en hierdoor be-
houden wij ons het recht voor om modellen te
veranderen zonder verdere berichtgeving.
9

Werbung

loading