Veiligheidsvoorzieningen - Thermic Energy EPS 1000 Montage- Und Bedienungsanleitung

VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

1. Overdrukventiel (bij stratificatie-combivat, hygienevat, warmtepompenvat en buffer-trinkwa-
tervaten)
Iedere waterverwarmingsinstallatie moet worden voorzien met een toegelaten en veerbelast
membraan-overdrukventiel worden voorzien.
Uittreksel uit de Duitse Norm DIN1988-200, technische regels voor drinkwaterinstallatie's:
nominale volumens in liters
≤
200
≤
> 200 1000
> 1000 > 5000
de grootte van het ventiel = doorsnee van de aansluiting
a
R kegelvormig buitendraad volgens DIN EN10226-1, Rp cylindervormig binnendraad volgens DIN EN10226-1.
b
Bij drinkwaterverwarmers met een nominaal volume van meer als 5.000 liter en/of een verwar-
mingscapaciteit van meer dan 250kW is de keuze van het overdrukventiel afhankelijk van het
advies van de producent.
Voor de installatie van membraan-overdrukventielen zijn volgende gegevens aan te nemen:
De overdrukventielen moeten in de drinkwatertoevoer koud ingebouwd worden. Tussen de
aansluiting van het overdrukventiel en het drinkwatervat mogen zich geen sluitende ventielen of
fittingen, reductie's en of zeven bevinden.
De overdrukventielen moeten zo gemonteerd worden opdat men er vrij toegankelijk bij kan komen
en moeten zo dicht als mogelijk bij het drinkwatervat geplaatst worden. Die toevoerleiding naar
het overdrukventiel ist tenminste zo groot als de diameter van de ventielaansluiting en is door te
voeren in een lengte van <10 x DN.
Het overdrukventiel moet zo worden geplaatst zodat de compensatieleiding met een dalende
hoek/helling kan worden geinstalleerd.
Het is van voordeel het overdrukventiel boven het drinkwatervat te monteren zodat deze bij een
mogelijk defect makkelijker is te vervangen.
Voor het instellen van de nominale druk van overdrukventielen gelden de volgende indicatie's:
De overdrukventielen worden door de producent vooringesteld uitgeleverd. De toelaatbare
functionele overdruk van de waterverwarmer (watervat) is met maximaal dezelfde overdruk te
bevullen of een lagere druk. De maximale druk in de koudwatertoeleiding moet tenminste 20%
onder de nominale insteldruk van het overdrukventiel liggen (zie de bovenstaande tabel). Ligt de
maximale druk in de koudwatertoeleiding daar boven, moet een drukreductie worden ingebouwd.
max. druk in de
koudwateltoeleiding kPa
480
800
108
minimale doorsnee
15 (R / Rp 1/2")
20 (R / Rp 3/4")
25 (R / Rp 1")
Toelaatbare functionele
overdruk van het
drinkwatervat kPa
600
1000
DN
a maximale verwarmingscapaciteit in kW
b
Insteldruk van
het overdrukventiel
Kpa
600
1000
75
150
250
keuze van het
overdrukventiel
in bar
6
10