Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Chicco LITEWAY 3 Gebrauchsanleitung Seite 33

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
delwagen naar voren (fig. 2).
3. Duw de achterste kruiskoppeling met de voet omlaag
(fig. 3).
WAARSCHUWING: verzeker u er voor het gebruik van
dat de wandelwagen op de open stand vergrendeld is en
controleer dat de achterste kruiskoppeling inderdaad ver-
grendeld is.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem
met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouder-
banden, twee afstelknoopsgaten, een buikgordel en een
tussenbeenstuk met gesp.
Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd (bijv. om ze
te wassen), verzekert u zich ervan dat ze met behulp van
de verankeringspunten weer goed worden aangebracht.
De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
WAARSCHUWING: om hem te gebruiken voor kinderen
vanaf de geboorte tot ongeveer 6 maanden, moeten de
schoudergordels worden gebruikt; steek ze eerst door bei-
de regelopeningen.
4. Stel de hoogte van de schouderbanden af door ze, in-
dien nodig, door de afstelopening te halen, zoals wordt
getoond in figuur 4. Na het kind in de wandelwagen te
hebben gezet, maakt u de veiligheidsgordels vast door
eerst de twee vorken door de opening van de schouder-
banden (fig. 4A en 4B) te halen en ze vervolgens in het
tussenbeenstuk (fig. 4C) te doen. stel de lengte van de
gordels af door ze op de schouder en het lichaam van
het kind aan te laten sluiten. Druk op de zijvorken en trek
eraan, om de buikgordel los te maken.
WAARSCHUWING: om de veiligheid van uw kind te garan-
deren, moeten de veiligheidsgordels altijd gebruikt worden.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan op 5 standen worden afgesteld.
5. Bevestig de twee stoffen panelen met de twee drukkno-
pen aan de achterste buizen, zoals wordt getoond in fi-
guur 5.
6. Door op de knop op de rugleuning van de wandelwa-
gen te drukken, kan de schuine stand ervan worden af-
gesteld. Door de knop los te laten, wordt de rugleuning
op de dichtstbijzijnde stand vastgezet (fig. 6).
7. Om de rugleuning omhoog te halen, duwt u hem tot de
gewenste stand omhoog (fig. 7).
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen
deze handelingen moeilijker zijn.
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
Voor meer comfort van het kind kan de voetensteun van de
wandelwagen op 2 standen worden bevestigd.
8. Om de positie van de voetensteun af te stellen draait u de
twee 2 hendeltjes aan de zijkanten omhoog tot ze in de
horizontale vergrendelstand staan (fig. 8).
9. Om de voetensteun terug in de beginstand te zetten
drukt u op de knoppen aan de zijkanten (fig. 9).
WAARSCHUWING: de beensteun dient niet als beveiliging
van het kind.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met samenwerkende rem-
men, waardoor met één enkel pedaal tegelijkertijd op bei-
de achterwielgroepen wordt geremd.
10. Om de wandelwagen te remmen, duwt u één van de
twee hendels in het midden van de achterste wielgroe-
pen naar beneden, zoals wordt getoond in afbeelding 10.
11. Om het remsysteem te deblokkeren, duwt u één van de
twee hendels in het midden van de achterste wielgroe-
pen naar boven, zoals wordt getoond in afbeelding 11.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat
de wandelwagen nooit met het kind erin op een helling
staan, ook al zijn de remmen geactiveerd.
WAARSCHUWING: Na de remhendel te hebben aange-
trokken verzekert u zich ervan dat de remmen goed op
beide achterwielgroepen geplaatst zijn.
ZWENKENDE VOORWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voor-
wielen. Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder
onregelmatig terrein te gebruiken. De wielen op de zwenk-
stand worden daarentegen aangeraden voor een betere
manoeuvreerbaarheid van de wandelwagen op normale
wegen.
12. Om de voorwielen zwenkend te maken, duwt u de hen-
del aan de voorkant omhoog, zoals wordt getoond in fi-
guur 12. Om de voorwielen op de vaste stand te zetten,
trapt u de hendel met de voet omlaag. Het wiel wordt
onafhankelijk van de stand waarop het zich bevindt op
de rechte stand vergrendeld.
WAARSCHUWING: Beide wielen moeten altijd tegelijker-
tijd worden vergrendeld of ontgrendeld.
ZOMER-WINTERKAP
13. Om de kap te bevestigen maakt u de plastic clip op de
speciale plaatsen vast, zoals wordt getoond in figuur
13A. Maak de achterkant van de kap vast aan de achter-
kant van de rugleuning van de wandelwagen met de
daarvoor bedoelde knoppen (fig. 13B) om de montage
van de kap op de zitting verder uit te voeren.
WAARSCHUWING: De kap dient aan beide kanten van de
wandelwagen te worden bevestigd. Controleer of hij goed
is vastgemaakt.
14. Open de kap zoals wordt getoond in figuur 14A. Sluit
de kap door het voorste gedeelte naar u toe te trekken,
zoals wordt getoond in figuur 14B.
15. De kap kan worden omgevormd tot een zomerse zon-
nekap. De flap achteraan kan met behulp van de ritsslui-
ting en de knopen aan de achterkant van de rugleuning
worden verwijderd (fig. 15).
16. De kap kan verlengd worden in drie verschillende con-
figuraties. De beginconfiguratie verzekert de standaard-
bescherming (Fig. 16A). Voor meer bescherming opent
u het stoffen stuk op het voorste gedeelte van de kap
(Fig. 16B). En voor een complete bescherming opent u
tenslotte de ritssluiting op de kap en trekt u het rester-
ende stuk stof uit (Fig.16C).
DE WANDELWAGEN DICHTKLAPPEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het
kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige af-
stand bevinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de
bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking
komen met het lichaam van het kind. Voordat u de wagen
sluit, controleert u ook dat de boodschappenmand leeg is.
17. Om de wandelwagen in te klappen, trekt u de achterste
kruiskoppeling (fig. 17A) omhoog en deblokkeert u het
33

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis