7
De methode voor de aansluiting van de machine op uw computer selecteren
Wanneer er op het aanraakscherm iets zoals het onderstaande wordt weergegeven, tik op u de aansluitmethode.
Bedrade LAN-verbinding
(Wired LAN connection)
1
Selecteer Bedrade LAN-verbinding
(Wired LAN connection).
Controleer het bericht over de
aansluitmethode en selecteer Ja
(Yes) als er geen problemen zijn.
●
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd de LAN-kabel aan te
sluiten.
2
Gebruik de LAN-kabel om de
aansluiting voor bedraad LAN aan
de achterzijde van de printer aan te
sluiten op de hub-poort.
3
Selecteer OK en ga door naar 'De
software installeren op uw computer'
(p. 14).
Belangrijk
●
De printer start met het voor de eerste keer laden van inkt* en het aanpassen van de printkop. Dit duurt ongeveer 25 minuten. Open de kleppen van
de printer niet en zet de printer niet uit in deze tijd.
* Er wordt inkt uit de inkttank naar de printkop gevoerd en de reiniging wordt uitgevoerd, zodat de printer in optimale conditie blijft. Het gevolg hiervan kan zijn dat de indicator van de resterende inkthoe-
veelheid en de capaciteitsindicator van de onderhoudscartridge wat lager komen te staan. Aangezien de meegeleverde inkttanks zijn bestemd voor initiële plaatsing, wordt u geadviseerd snel vervangen-
de inkttanks aan te schaffen.
Wi-Fi-instellingen configureren op het aanraakscherm van de printer
1
Controleer of het volgende scherm
verschijnt en tik op Ja (Yes).
Opmerking
●
Als er Spuitopening controleren (Checking the nozzle), De printkop vullen met
inkt... (Preparing the ink system) of Reinigen... (Cleaning...) wordt weergegeven, dan
zijn de begininstellingen van de printer niet voltooid. Wacht tot het hierboven getoonde
scherm verschijnt.
Sluit de printer met een LAN-kabel aan op het netwerk.
Sluit de printer draadloos aan op het netwerk.
Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer.
Selecteer deze optie bij aansluiting via een vast IP-adres. De instellingen voor de verbinding en de software-
installatie moeten apart worden uitgevoerd. Start de instellingen vanaf het aanraakscherm van de printer.
Wi-Fi-verbinding
(Wi-Fi connection)
1
Selecteer Wi-Fi-verbinding (Wi-Fi
connection). Controleer het
bericht over de aansluitmethode
en selecteer Ja (Yes) als er geen
problemen zijn.
●
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd een Wi-Fi-verbinding
op te zetten.
2
Selecteer Ja (Yes) en ga door naar 'De
software installeren op uw computer'
(p. 14).
●
Als u de instellingen wilt configureren
vanaf de printer, selecteert u Nee (No)
en gaat u door naar 'Wi-Fi-instellingen
configureren op het aanraakscherm
van de printer' (kolom hieronder).
2
Controleer of het volgende scherm
verschijnt en tik op Ja (Yes).
13
USB-verbinding
(USB connection)
1
Selecteer USB-verbinding (USB
connection). Controleer het
bericht over de aansluitmethode
en selecteer Ja (Yes) als er geen
problemen zijn.
●
Sluit de USB-kabel nog niet aan.
2
Selecteer OK en ga door naar 'De
software installeren op uw computer'
(p. 14).
Voor Wi-Fi-verbinding
3
Configureer de instellingen door de
instructies op het scherm te volgen.
●
Wanneer het Home-scherm verschijnt
en
(netwerk) verschijnt, zijn de Wi-Fi-
instellingen voltooid.
4
Ga door naar 'De software
installeren op uw computer' (p. 14).