Toegangspuntmodus (Ap) - Renkforce RF-WFE-100 Bedienungsanleitung

Het plaatsen van de repeater
Vereisten:
• Het product is geconfigureerd in de repeater-modus.
• Het product is uitgeschakeld.
Zoek een geschikte locatie met een bevredigende signaalontvangst.
1. Gebruik een smartphone of netwerkdetector om een geschikte locatie voor het product te
vinden:
- Bepaal in welke richting en in welk gebied u het netwerk wilt uitbreiden.
- Bepaal een locatie met een goede tot uitstekende ontvangst. Begin in de buurt van de
router/toegangspunt.
2. Steek de stekker van het product in een stopcontact in de buurt van de vastgestelde locatie.
3. Schakel het product in.
4. Controleer de signaalkwaliteit. Raadpleeg het onderstaande schema voor meer informatie.
Een goede ontvangst wordt aangegeven door ten minste twee (2x) WLAN-balkjes.
5. Herpositioneer het product indien nodig.
Hostnetwerk
Apparaten verbinden
Verbind netwerkhosts (bijv. computer of smartphone) met het product voor netwerktoegang.
U kunt de hosts draadloos (WPS of handmatig) of met behulp van een netwerkkabel verbinden.
Vereisten:
• Het product is ingeschakeld en geconfigureerd in de repeater-modus.
• Het product is verbonden met een router/toegangspunt.
a) Draadloos: met behulp van WPS
LET OP
Het gebruik van WPS (Wi-Fi Protected Setup) kan uw netwerk onder bepaalde omstan-
digheden kwetsbaar maken. Vraag bij twijfel een specialist om assistentie.
1. Start de WPS-verbinding op het apparaat dat u wilt verbinden:
- Schakel Wi-Fi in en schakel WPS in.
- Start de verbinding via WPS (bijvoorbeeld 'WPS Push Button' op Android).
2. Houd op het product de WPS-knop ingedrukt gedurende 2 seconden en laat vervolgens los
om de verbinding te starten.
» Tijdens het maken van de verbinding knippert de Power/WPS-indicator op het product
langzaam.
3. Wacht op de bevestiging op het apparaat waarmee u verbinding maakt.
» Bij ontvangst wordt het apparaat met het product verbonden.
b) Draadloos: handmatig verbinden
1. Maak verbinding met het WLAN-netwerk van het product.
2. Voer het wachtwoord in van de router/toegangspunt waarmee het product is verbonden.
3. Wacht tot de verbinding is voltooid.
c) Netwerkkabel
1. Sluit uw apparaat aan op de LAN-poort (max. 100 Mbps) van het product met behulp van
een netwerkkabel.
Netwerkstatus bekijken
U kunt de netwerkstatistieken bekijken op het statusdashboard.
1. Log in op de webinterface.
2. Ga naar Status . Het statusdashboard wordt geopend.
• Klik op Clients om de gedetailleerde clientlijst te bekijken.
Verdere configuratie
Verdere configuratiemogelijkheden zijn beschikbaar via de webinterface.
Verken de Setup en Wi-Fi pagina's.
Zorg ervoor dat u begrijpt wat de instellingen doen voordat u ze wijzigt. Sommige zijn bedoeld
voor gevorderde gebruikers met specialistische kennis.
Uitgebreid netwerk

Toegangspuntmodus (AP)

In de toegangspuntmodus (AP-modus) zorgt het product voor een apart WLAN-netwerk.
Het product wordt met behulp van een netwerkkabel met een router of toegangspunt ver-
bonden.
Na de verbinding zendt het product de door de gebruiker gedefinieerde SSID (netwerknaam)
uit (tenzij deze is uitgeschakeld). U kunt netwerkhosts (bijv. computer, smartphone) verbinden
met het WLAN-netwerk van het product.
De bandbreedte is beperkt tot 100 Mbps.
Configuratie van het product
De configuratie kan buiten de bedieningslocatie plaatsvinden.
Vereisten:
• Het product is ingeschakeld.
1. Schuif de modusschakelaar naar Toegangspunt.
2. Log in op de webinterface.
3. Ga naar Wizard . Het instellingenvenster wordt geopend.
4. Configureer het draadloze netwerk:
- Voer een netwerk SSID (netwerknaam) in het veld
- Selecteer netwerkauthenticatie:
Zwakste: (geen beveiliging,
OPEN
Sterkste: WPA2-PSK (aanbevolen)
Compatibiliteit van het apparaat: Apparaten die u wilt aansluiten moeten de geselect-
eerde optie ondersteunen.
- Voer een netwerkwachtwoord in het veld
wachtwoord.
5. Klik op (toepassen) om de wijzigingen op te slaan.
Apply
» Het product is klaar om te worden aangesloten op een router/toegangspunt.
Het product verbinden met een router/toegangspunt
Vereisten:
• Het product is ingeschakeld en geconfigureerd in de toegangspuntmodus.
1. Sluit de WAN/LAN-poort van het product aan op de router/toegangspunt met behulp van
een netwerkkabel.
Netwerkkabel:
• (Aanbevolen) CAT 6 of hoger.
• Maximale lengte 100 m.
» Het product is nu klaar om netwerkhosts (bijv. computer, smartphone) te accepteren.
Apparaten verbinden
Verbind netwerkhosts (bijv. computer of smartphone) met het product voor netwerktoegang.
U kunt de hosts draadloos of via een netwerkkabel met elkaar verbinden.
Vereisten:
• Het product is ingeschakeld en geconfigureerd in de toegangspuntmodus.
• Het product is verbonden met een router/toegangspunt.
a) Draadloze verbinding
1. Maak verbinding met het WLAN-netwerk van het product. Gebruik de geconfigureerde
SSID (netwerknaam) en het wachtwoord.
b) Netwerkkabel
1. Sluit uw apparaat aan op de LAN-poort (max. 100 Mbps) van het product met behulp van
een netwerkkabel.
Netwerkstatus bekijken
U kunt de netwerkstatistieken bekijken op het statusdashboard.
1. Log in op de webinterface.
2. Ga naar Status . Het statusdashboard wordt geopend.
• Klik op om de gedetailleerde clientlijst te bekijken.
Clients
Verdere configuratie
Verdere configuratiemogelijkheden zijn beschikbaar via de webinterface.
Verken de en pagina's.
Setup Wi-Fi
Zorg ervoor dat u begrijpt wat de instellingen doen voordat u ze wijzigt. Sommige zijn bedoeld
voor gevorderde gebruikers met specialistische kennis.
in.
Wi-Fi SSID
niet aanbevolen!)
in. Gebruik een sterk
Wi-Fi Password