Bedieningselementen En Indicatoren - Midas DP48 Kurzanleitung

118
DP48
Modalità SOLO
Per facilitare l'identificazione, DP48 metterà automaticamente in solo l'audio per funzioni specifiche e in condizioni
specifiche, come le seguenti:
· ·
ASSEGNARE—Mentre si assegnano i canali di ingresso a un gruppo, il canale di ingresso selezionato verrà
messo in Solo per una facile identificazione. Quando esci da ASSIGN, l'assolo del canale verrà disattivato
automaticamente.
· ·
MODIFICARE—Mentre si modifica il mix del gruppo dei canali di ingresso assegnati, il gruppo selezionato verrà
messo in solo automaticamente. Quando esci da EDIT, l'assolo di gruppo verrà disattivato automaticamente.
· ·
Elaborazione di gruppo—Se desideri ascoltare un gruppo in solo, ad esempio, per regolare l'elaborazione di
quel gruppo, tieni semplicemente premuti i rispettivi pulsanti GROUPS 1-12, MIC o AUX IN. Il LED di quel pulsante
inizierà a lampeggiare e il display del gruppo mostrerà una "S" gialla sopra il numero del gruppo.
La modalità Solo si comporterà anche nei seguenti modi:
· ·
Quando si passa a un gruppo diverso o si selezionano i pulsanti MIC o AUX IN mentre si è in modalità Solo, l'assolo
seguirà la selezione al gruppo o all'ingresso appena selezionato.
· ·
Quando si deseleziona il gruppo in solo o si preme qualsiasi altro pulsante, come MIX A / MIX B o SETUP, l'assolo
viene disattivato automaticamente.
· ·
Puoi anche premere e tenere premuto di nuovo il pulsante Group in Solo per disattivare l'assolo.
Operatie

Bedieningselementen en indicatoren

Voor elke bewerking zullen de functieknoppen die voor die bewerking kunnen worden gebruikt, oplichten met een witte
achtergrondverlichting om aan te geven dat de knoppen actief zijn. De LOW / MID / HIGH equalizer of COMP (compressor)
knoppen lichten bijvoorbeeld op als een GROUPS 1-12 of MIX A / MIX B knop wordt ingedrukt.
Elke selectie kan aan / uit worden gezet door herhaaldelijk op de knop te drukken. Als een specifieke functieknop niet
beschikbaar is, overweeg dan om eerst andere actieve functies uit te schakelen.
In sommige menu's worden de knoppen REVERB (<<) en PAN (>>) gebruikt om tussen pagina's te navigeren.
Een mixmodus kiezen
Als eerste stap moet u een mengmodus kiezen die aan uw behoeften voldoet. Deel je bijvoorbeeld dezelfde DP48-mixer
met een andere muzikant, of ben je de enige muzikant die de mixer gebruikt?
Elk van de mixmodi - SINGLE en DUAL - bepaalt welke parameters gemeenschappelijk zijn voor zowel MIX A als MIX B:
• •
ENKEL modus gebruikt alleen MIX A, maar in deze modus kunt u ook de linker en rechter MY GROUP-knoppen aan
verschillende groepen toewijzen voor extra controle tijdens het spelen. Gebruik de sneltoets 'MIX A' ['MIX B'] + een van
de GROUPS 1-12 nummerknoppen om de linker [rechter] groep toe te wijzen aan de MY GROUP-knoppen.
• • DUAL In de modus kunnen dezelfde groepen verschillende niveau- en panorama-instellingen hebben voor MIX A en MIX B
NOTITIE: Voor zowel MIX A als MIX B blijven de onderliggende kanaal-naar-groep-configuraties hetzelfde.
Om een mixmodus te kiezen
1. Druk op de SETUP-knop om de SETUP-schermen te openen.
2. Selecteer pagina 1/8 door aan de SELECT / EDIT-push-encoder te draaien of door op de knoppen REVERB (<<) en
PAN (>>) te drukken.
3. Draai aan de SELECT / EDIT-push-encoder om de eerste invoer, MIXER MODE, te bereiken.
4. Druk op de SELECT / EDIT-push-encoder om de parameter voor aanpassing te activeren.
5. Draai aan de SELECT EDIT-push-encoder om de gewenste mixmodus te kiezen.
Voorinstellingen voor mixen opslaan en beheren
U kunt volledige voorinstellingen voor mixinstellingen opslaan, inclusief alle groeps- en parametertoewijzingen, in elk van
de 12 interne opslagsleuven. De opslagsleuven zullen presets opslaan, zelfs nadat de DP48 is uitgeschakeld.
Om een mixvoorinstelling op te slaan
1. Druk tegelijkertijd op de SETUP- en SD-REC-knoppen om het PRESETS-scherm te openen.
2. Draai aan de SELECT / EDIT-push-encoder om naar de optie SAVE te scrollen.
3. Druk op de SELECT / EDIT-push-encoder. Er verschijnt een prompt waarin u wordt gevraagd een opslagruimte te
kiezen waarin u uw huidige mixvoorinstelling wilt opslaan.
4. Druk op een van de GROUPS 1-12-knoppen om een opslagsleuf te kiezen. Voor opslagsleuven die al een
opgeslagen mixvoorinstelling bevatten, wordt de overeenkomende GROUPS 1-12-knop verlicht.
5. Als u een slot selecteert dat al een opgeslagen preset bevat, verschijnt er een prompt met de vraag of u de preset
die al in het opslagslot staat, wilt overschrijven.
6. Gebruik de SELECT / EDIT-push-encoder om de optie YES te kiezen als u het opslagslot wilt overschrijven.
119
Quick Start Guide