Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
6.6. AANSLUITING OP ENERGIEBRON
Alle werkzaamheden aan elektrische bedrading moeten worden uitgevoerd door een ge-
schoolde monteur die over een vergunning beschikt conform nationale normen.
Neem de gebruiksaanwijzing voor het gasalarmsysteem in acht.
Het product moet worden geaard door middel van de ankerbout bij het etiket aardlekbevei-
liging.
6.7. CONTROLE VAN GASETIKET
Het gasetiket moet op de afdekking en op de rugplaat worden aangebracht. In bijlage nr. 1 -
Technische gegevens wordt vermeld welk type gas kan worden gebruikt voor dit product. Als
er een verkeerd gasetiket op het product is aangebracht, moet dit worden vervangen door het
juiste etiket. Optionele gasetiketten maken deel uit van de levering.
6.8. HET SPRUITSTUK IN GEBRUIK NEMEN
Een gedetailleerde beschrijving van het in gebruik nemen van het spruitstuk vindt u in paragraaf
7.1.
6.9. INSTELLINGEN VAN REGELAARS
Zie voor instelling van het spruitstuk het testrapport in bijlage nr. 1. U kunt verschillende
parameters instellen – zie de beschrijving hieronder.
Controleer de uitlaatdruk nadat het spruitstuk volledig is geïnstalleerd. U kunt de uitlaatdruk
veranderen via de regelaars.
VOORWAARDE INSTELLING:
Stel de linker en rechter regelaars in met gevulde cilinders of cilinderbundels. De inlaatdruk aan
de linker- en rechterkant van het spruitstuk moet hetzelfde zijn. De inlaatdruk moet minstens
180 bar bedragen en de stroming moet gelijk zijn aan 8 m3/u.
INSTELGRENZEN
Stel de linker- en rechterkant in voor dezelfde uitlaatdruk:
De maximale uitlaatdruk voor de gebruikszijde is 12 bar. (Druksensor T3 met de aanduiding LP
•
moet 1 bar onder de uitlaatdruk aan de gebruikszijde worden ingesteld.)
De minimale uitlaatdruk voor de reservezijde is 7 bar.
•
C1
Fig. 4
103/164
C2
L
B
NL
Werbung
Inhaltsverzeichnis
