Semi-Automatisch Lassen Aluminium (Fig 3) - GYS M1 AUTO 208/240V Handbuch

SOUDAGE SEMI-AUTOMATIQUE EN ACIER/INOX (MODE MAG) (FIG 3)
Deze apparaten kunnen lassen met rvs en staaldraad van 0,6/0,8 en 1. (fig 3A) Het apparaat is standaard uitgerust
voor het lassen met Ø 0,8 mm stalen lasdraad. Wanneer u een draad van 0,6 mm diameter gebruikt, moet de contact
tip vervangen worden. De schijf op de draadinvoer is 0,6/0,8mm omkeerbaar. In dit geval plaatst u de schijf zo dat «0,6
mm» leesbaar is. Voor het lassen van staal en RVS dient u een specifiek Argon + CO2 (Ar + CO2) gas te gebruiken. De
CO2-verhouding hangt af van het gebruik. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier. De
gastoevoer voor staal ligt tussen 8 en 12 L/m, afhankelijk van de werkomgeving en de ervaring van de lasser.

SEMI-AUTOMATISCH LASSEN ALUMINIUM (FIG 3)

Deze apparaten zijn geschikt voor het lassen van aluminiumdraad van 0,8 en 1 mm. (fig 3B).
Voor het lassen van aluminium dient u een neutraal Argon puur (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt
u advies vragen aan uw gasleverancier. De gastoevoer ligt tussen 15 en 25 L/m, afhankelijk van werkomgeving en de
ervaring van de lasser. Hieronder vindt u de verschillen tussen het gebruik voor het lassen van staal en het lassen van
aluminium:
- De druk van de aanvoerrollen van de haspel op het draad: zet er minimale druk op zodat u de draad niet beschadigt.
- Capillaire buis: verwijder de capillaire buis voor het aansluiten van de aluminium toorts met een teflon mantel.
- Toorts : gebruik een speciale toorts voor aluminium. Deze toorts heeft een teflon mantel om wrijving te verminderen.
- Snijd de mantel NIET bij de rand af !! deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de aanvoerrollen te geleiden.
(figure 3-B)
- Contactbuis : gebruik een SPECIALE aluminium contactbuis, die overeenkomt met de diameter van de draad.
(figuur 3-B)
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN STAAL MET EEN HOGE ELASTISCHE REKGRENS
Deze apparaten worden aanbevolen door autofabrikanten voor het hardsolderen van hoge treksterkte platen met een
cuprosilicium CuSi3 of CuAl8 of cuproaluminium draad (Ø 0,8 mm en Ø 1 mm). De lasser dient een neutraal puur Argon
gas (Ar) te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier. De gastoevoer ligt
tussen 15 en 25 L/m.
GAS AANSLUITING (FIG 2)
Sluit de drukregelaar aan op de gasfles(drukregelaar niet meegeleverd).
In geval van gebruik met één of twee gasflessen.
Om 2 gasflessen aan te sluiten aan 3 toortsen: snij de slang in 3 stukken en sluit 1 Y aan (fig 2C)
Om 1 enkele gasfles aan te sluiten aan 3 toortsen: snij de slang in 4 stuken en sluit 2 Y aan. Sluit iedere fles aan op
de elektrokleppen, in deze volgorde :
- elektroklep T1 linksboven (fig 2B:13)
- elektroklep Spoolgun rechtsboven (fig 2B:17)
- elektroklepT3 onder. (fig 2B:16) Gebruik, om ieder risico op gaslekken te voorkomen, de meegeleverde klemmen.
PROCEDURE VAN HET MONTEREN VAN BOBIJNEN EN TOORTSEN (FIG 4)
- Open het klepje van het apparaat.
- Plaats de spoel, en houd daarbij rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder (fig 4:2).
- Stel de rem van de spoel af (fig 4:3) om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt). In het alge-
meen : niet te strak aandraaien !
- De aanvoerrollen (fig 4:4) hebben een dubbele groef (0,6/ 0,8 et 0,8/ 1). De indicatie die leesbaar is op de aanvoerrol
geeft de dikte aan van de te gebruiken draad. Voor een draaddiameter van 0,8 mm gebruikt u de groef 0,8.
- Voor de eerste ingebruikname :
- Schroef de draadaanvoerschroef los (fig 4:6)
- Ga als volgt te werk voor het instellen van de draaiknop van de aandrijfrollen (fig 4:5) :
- Schroef maximaal los, stel de motor in werking door op de trekker van de toorts te drukken, draai de knop aan en blijf
de trekker ingedrukt houden. Vouw de draad bij het uitgaan uit het mondstuk. Leg een vinger op de gebogen draad om
deze niet verder te laten gaan. De instelling van de aandrukrollen is correct wanneer de rollen op de draad glijden, zelfs
als de draad aan het eind van de toorts geblokkeerd is.
- Kies de diameter van de contact tip aan het uiteinde van de toorts. Gebruik een contact tip die geschikt is voor het
door u gebruikte draad.
De gebruikelijke afstelling : het kartelwieltje van de aandrijfrollen (fig 4:5) op stand 3 voor staal en stand 2 voor alumi-
nium. Nb : regel voor aluminiumdraad een minimale druk, om te voorkomen dat het draad geplet wordt.
M1 - T1 & M3 - T3 GYS AUTO NL
35