Installatie; Overwegingen M.b.t. Montage; Criteria Voor Elektrische Verbinding; Instelling Dip-Schakelaars - Ford Connected Wall Box Installationsanleitung

5

Installatie

Neem de in hoofdstuk hoofdstuk 2, "Belangrijke veilig-
heidsinformatie" op pagina 51 genoemde veiligheidsaan-
wijzingen in acht.
AANWIJZING
Naast de gebruikershandleiding en montagehandleiding
moet u de plaatselijke regelgeving opvolgen met be-
trekking tot bediening, montage en bescherming van
het milieu.
5.1

Overwegingen m.b.t. montage

Bij het kiezen van een inbouwlocatie voor de Ford Connec-
ted Wall Box moet u er zeker van zijn dat op de locatie de
laadkabel de voertuiglaadpoort kan bereiken zonder de ka-
bel te rekken. Zie afb. 19 op de achterflap.
U moet ook op het volgende letten:
– Als u meer dan één Ford Connected Wall Box monteert
moeten deze met minimaal 200 mm afstand (7,9 inch)
van elkaar worden geplaatst.
– De onderkant van de Ford Connected Wall Box wordt
minimaal 900 mm (35 inch) boven de grond gemon-
teerd.
– Het bevestigingsoppervlak is vlak en sterk genoeg.
– Het bevestigingsoppervlak is volledig vlak.
– Het bevestigingsoppervlak en de omgeving heeft geen
brandbare substanties.
– De bestrating en vluchtwegen hebben geen obstakels.
– U hebt storingsvrije wifi-ontvangst als u het laadstation
op afstand via de Ford-backend wilt bedienen.
– De Ford Connected Wall Box is geschikt voor buitenge-
bruik, maar voor locaties in extreme klimaten moet u de
eenheid beschermen tegen fel direct zonlicht en nevel
om de gebruiksduur en het storingsvrije gebruik te ver-
lengen.
5.2

Criteria voor elektrische verbinding

Het Ford Connected Wall Box-typeplaatje geeft de maxi-
male laadstroom aan die kan worden geconfigureerd. Het
typeplaatje bevindt zich aan de rechterkant op de Ford
Connected Wall Box.
Ford Connected Wall Box Installation Manual
De stroombeschikbaarheid op de netaansluiting bepaalt de
maximaal toegestane laadstroom. Een erkende elektricien
moet de noodzakelijke instellingen in de configuratie aan-
brengen. Deze moet ook de voorwaarden voor de aanslui-
ting controleren.
De montage moet voldoen aan de nationale toepasselijke
regelgeving van autoriteiten en elektriciteitsbedrijven, zo-
als de registratie van de montage van een wall box . Alle
gespecificeerde beveiligingsinrichtingen moeten zodanig
zijn ontworpen dat elke stroomvoorzieningspool van de
Ford Connected Wall Box wordt uitgeschakeld als een sto-
ring optreedt. U moet voldoen aan de nationale montage-
regelgeving en -normen bij het selecteren van de beveili-
gingsinrichting.
AANWIJZING
Monteer geen aardlekschakelaar.
5.2.1

Instelling DIP-schakelaars

WAARSCHUWING
Hoge spanningen
Gevaar voor een dodelijke elektrische schok.
D1 D2 D3 D4 [A] Opmerking
0 0 0 0 Leveringsstatus
0 0 0 1 0 A Demomodus / laden niet mo-
gelijk
0 0 1 0 6 A
0 0 1 1 10 A
0 1 0 0 12 A
0 1 0 1 16 A
0 1 1 0 20 A Alleen voor 1-fasig.
0 1 1 1 24 A Alleen voor 1-fasig.
1 0 0 0 28 A Alleen voor 1-fasig.
1 0 0 1 32 A Alleen voor 1-fasig.
1 1 1 1
D5 Opmerking
0 Ingesteld IT-net (terre isolé)
SKLJ98-10C823-AA
D5 Opmerking
1 Ingesteld TT (terre terre) of TN-net (terre neutral)
Controleer de nationale vereisten voor aansluiting op
een TN-netwerk. De Ford Connected Wall Box voldoet
niet aan BS7671 voor aansluiting op TN-netwerken in
het Verenigd Koninkrijk.
AANWIJZING
Indien ingesteld op '0', deactiveert switch 5 aardingsbe-
waking om gebruik in een IT-netwerk mogelijk te maken.
AANWIJZING
De ondersteunt automatische fasedectectie.
D6 Opmerking
0 Geen limiet
1 Beperk stroom tot 20 A

5.2.2 Aardlekbeveiliging

Nationale montageregelgeving is in het algemeen van toe-
passing. Tenzij deze regelgeving specifiek iets anders ve-
meldt, moet elke Ford Connected Wall Box worden be-
schermd door een correcte aardlekbeveiliging met een uit-
schakelstroom van ≤ 30 mA. De Ford Connected Wall Box
heeft een aardlekbewakingsinrichting conform IEC 62955
en daardoor is het gebruik van een aardlekbeveiliging type
A in de installatie voldoende. De nominale reststroom van
de type A aardlekbeveiliging in de installatie mag niet ho-
ger zijn dan 30 mA (AC).
5.2.3 Dimensionering van de
stroomonderbreker
De stroomonderbreker moet voldoen aan IEC 60898. De
doorvoerenergie (I²t) mag een maximum van 80.000 A²s
niet overschrijden. Er kan ook een aardlekbeveiligingscom-
binatie in overeenstemming met EN 61009-1 worden ge-
bruikt. De voorheen vermelde parameters zijn van toepas-
sing op deze stroomonderbrekercombinatie.
NL
55