Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Makita DUA300 Betriebsanleitung Seite 64

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für DUA300:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33
2.
Bedien het gereedschap alleen bij goed zicht
en daglicht. Bedien het gereedschap niet in het
donker of in mist.
3.
Tijdens het gebruik mag u nooit op een
instabiele of gladde ondergrond of op een
steile helling staan. Let in de winter op ijs en
sneeuw, en zorg er altijd voor dat u stevig
staat.
4.
Houd tijdens het gebruik omstanders en die-
ren ten minste 15 meter uit de buurt van het
gereedschap. Zet het gereedschap uit zodra
iemand dichterbij komt.
Als u met twee of meer mensen werkt, houdt
5.
u ten minste 15 meter of meer afstand tussen
elkaar, en zorg dat een leidinggevende aanwe-
zig is.
Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
6.
gen, muren en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint. Zij
kunnen de zaagketting beschadigen.
Voorbereidingen
1.
Alvorens het gereedschap te monteren of af
te stellen, schakelt u het gereedschap uit en
verwijdert u de accu.
2.
Trek altijd veiligheidshandschoenen aan
voordat u de zaagketting hanteert of de ket-
tingspanning instelt.
3.
Voordat u het gereedschap start, inspecteert
u het gereedschap op beschadigingen, losse
bouten/moeren en verkeerde montage. Als de
zaagketting bot is, slijpt u hem. Als de zaag-
ketting verbogen of beschadigd is, vervangt
u hem. Controleer of alle bedieningshendels
en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden
bediend. Maak de handgrepen schoon en
droog.
Probeer nooit het gereedschap te starten als
4.
het gereedschap beschadigd of niet volle-
dig gemonteerd is. Anders kan ernstig letsel
ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel af op de lichaams-
grootte van de gebruiker.
Stel de kettingspanning correct in. Vul zo
6.
nodig kettingolie bij.
Het gereedschap starten
Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen
1.
voordat u het gereedschap start.
2.
Voordat u het gereedschap start, verzekert u
zich ervan dat zich geen personen of dieren
binnen het werkgebied bevinden.
3.
Wanneer u een accu aanbrengt, houdt u de
zaagketting en het zaagblad uit de buurt van
uw lichaam en andere voorwerpen, inclusief
de grond. De zaagketting kan gaan bewegen bij
het starten en kan ernstig letsel of schade aan de
zaagketting en/of eigendommen veroorzaken.
4.
Plaats het gereedschap op een stevige onder-
grond. Zorg ervoor dat u een goede balans
hebt en dat u stevig staat.
Bediening
In geval van nood zet u het gereedschap
1.
onmiddellijk uit.
Als u tijdens het gebruik een ongebruikelijke
2.
situatie opmerkt (bijvoorbeeld geluid of trillin-
gen), schakelt u het gereedschap uit. Gebruik
het gereedschap niet meer totdat de oorzaak is
opgespoord en verholpen.
3.
De zaagketting blijft gedurende een korte tijd
doordraaien nadat het gereedschap is uitgescha-
keld. Raak de zaagketting niet onmiddellijk aan.
4.
Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand
vast, en houd de achterhandgreep met uw
rechterhand vast, ongeacht of u links- of
rechtshandig bent. Vouw uw vingers en dui-
men om de handgrepen.
6.
Houd het gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde vlakken omdat de zaagketting met
verborgen bedrading in aanraking kan komen.
Wanneer de zaagketting in aanraking komt met
onder spanning staande draden, zullen de niet-ge-
isoleerde metalen delen van snoeischaar met ver-
lengd bereik onder spanning komen te staan zodat
de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
7.
Probeer nooit het apparaat met één hand te
bedienen. Als u de controle over het gereedschap
verliest, kan dat leiden tot ernstig of fataal letsel.
Om de kans op letsel te verkleinen, houdt u uw
handen en voeten uit de buurt van de zaagketting.
8.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor
verborgen obstakels, zoals boomstronken,
boomwortels en greppels, om te voorkomen
dat u valt. Ruim afgevallen takken en andere
voorwerpen op.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
9.
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
10. Nadat hard tegen het gereedschap is gestoten
of het is gevallen, controleert u de staat ervan
voordat u de werkzaamheden hervat. Als enige
beschadiging zichtbaar is of als u twijfelt,
vraagt u een erkend Makita-servicecentrum om
inspectie en reparatie.
11.
Raak de kop van het gereedschap niet aan. De kop
van het gereedschap wordt heet tijdens gebruik.
12. Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
13. Wanneer u het apparaat achterlaat, al is het
maar even, schakelt u altijd het gereedschap
uit en verwijdert u de accu. Het draaiende en
onbeheerd gereedschap kan door onbevoegden
worden gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
14. Hef tijdens het gebruik van het gereedschap
uw rechterhand niet boven schouderhoogte.
15. Stoot tijdens het gebruik de zaagketting nooit
tegen harde obstakels, zoals stenen of spij-
kers. Wees met name voorzichtig wanneer u
takken langs een muur, draadafrastering en
dergelijke, afzaagt.
64 NEDERLANDS

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis