5. Elektrische aansluitingen
220-240V~
L
N
A
Zet de kabels vast met de
klemmen.
A Aansluitblok voor voedingskabel
B Aansluitblok voor transmissiekabel (gedeeld met M-NET-afstandsbediening)
C Connector voor MA-afstandsbediening
D Kabel voor MA-afstandsbediening (ACCESSOIRE 4)
1
B
M1 M2
TB3
2
G
L1
A
220V
ON
OFF
24
Downloaded from
www.Manualslib.com
Rechterzijaanzicht (vanaf a)
C
ba
B
D
(Zie 5.2.)
Fig. 5-1
A
A
M1 M2
S
M1 M2
S
TB5
TB5
1
2
1
a
C
B
M1 M2
M1 M2
S
M1 M2
S
TB3
TB5
TB5
C
C
Fig. 5-2
*1
H
I
*3
J
J
J
L2
K
K
J
J
K
L
L3
K
K
Fig. 5-3
SW5
240V
CN43
SW1
CN82
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
SW12
SW11
SW14
0
0
0
Fig. 5-4
manuals search engine
5.1. Binnenapparaat (Fig. 5-1)
1) Verwijder het voorpaneel en verwijder vervolgens de hoekdoos rechtsonder uit
het binnenapparaat.
2) Verwijder de bevestigingsschroeven van de afdekplaat van de elektrische onder-
delen en verwijder de afdekplaat.
3) Sluit de voedingskabel en de transmissiekabel aan op het aansluitblok.
•
De doos met elektrische onderdelen moet wellicht naar voren worden getrokken
bij een onderhoudsbeurt, enz. Daarom moet u wat speling in de lengte van de
kabels laten.
4) Nadat u een kabel hebt aangesloten, zet u de kabel vast met pallen.
D
5) Nadat de bedrading is voltooid, zet u het binnenapparaat in de omgekeerde volg-
orde weer in elkaar.
In de vaste bedrading dient voor alle actieve geleiders een systeem voor uitschake-
len van de voeding met een geïsoleerde schakelaar, of een vergelijkbare constructie,
te worden opgenomen.
Voedingsbedrading
• Voedingscodes van apparaat mogen niet lager zijn dan ontwerp 245 IEC 53 of 227
IEC 53.
• Met de airconditioner wordt een schakelaar met ten minste 3 mm contactscheiding
tussen de polen meegeleverd.
Voedingskabeldiameter: meer dan 1,5 mm
Opmerking:
Installeer een aarddraad die langer en dikker is dan alle andere kabels.
5.2. De afstandsbediening en de transmissiekabels voor
het binnen- en buitenapparaat aansluiten (Fig. 5-2)
2
• Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De "S" op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor spe-
cificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buitenapparaat.
• Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die bij
de afstandsbediening zitten.
• Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met ge-
bruik van een kabel van 0,75 mm
C
gebruik dan een 1,25 mm
1 MA-afstandbediening
• Sluit de aansluiting van de MA-afstandsbediening aan. (Apolair 2-draads)
• DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
a MA-afstandsbedieningskabel (Accessoire 4)
2 M-NET-afstandbediening
• Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstandbediening.
(Apolair 2-draads)
• DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
A Aansluiting voor MA-afstandsbediening
B Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C Afstandsbediening
Beperkingen op de Transmissiekabels (Fig. 5-3)
Langste kabellengte (L
Lengte tussen binnenapparaat en de afstandsbediening (R): minder dan 10 m
G Buitenapparaat
H Aarding
I BC-bedieningseenheid
J Binnenapparaat
K M-NET-afstandbediening
*2
L4
L Apolair 2-draads
r
Opmerking:
*1 Aard de transmissiekabel via de aardklem
*2 Als de afstandsbedieningskabel langer dan 10 meter is, gebruik dan een
1,25 mm
2
-diameterkabel voor het gedeelte dat langer is dan 10 meter, en
voeg dat gedeelte toe voor berekening van de 200 meter.
*3 De BC-bedieningseenheid is alleen benodigd voor de R2-lijn van apparaten
die zowel koelen als verwarmen.
5.3. De aansluitadressen instellen (Fig. 5-4)
(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
• Er zijn twee types draaibare schakelinstellingen beschikbaar: voor het instellen
van adressen 1 tot 9 en groter dan 10, en voor het instellen van aftakkingsnummers.
Opmerking:
Stel de schakelaar SW5 in op het juiste voltage van de netvoeding.
• Wanneer de netspanning 230 of 240 V bedraagt, zet u SW5 op de stand 240 V.
• Wanneer de netspanning 220 V bedraagt, zet u SW5 op de stand 220 V.
A Adresbord
2
.
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter is,
2
aansluitkabel.
+L
+L
of L
+L
of L
+L
+L
): minder dan 200 m
1
2
4
1
3
2
3
4
van het buitenapparaat.