Inleiding; Definitie Van Termen; Uitsluiting Van Aansprakelijkheid; Certificeringsinformatie Van Certificeringsinstanties - SunPower Maxeon 5 AC Sicherheits- Und Installationshinweise

Veiligheids‐ en installatie‐instructies voor
AC‐modules
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
1.0 Inleiding
In dit document vindt u veiligheids‐ en installatie‐instructies voor de
hierin beschreven Maxeon Solar AC fotovoltaïsche (PV) modules. Op het
productlabel van al deze modules zijn zowel TÜV‐ als EnTest‐logo's
opgenomen voor wat betreft gelijkstroom‐ en wisselstroomnormen
voor micro‐omvormers:
Belangrijk! Lees deze instructies in zijn geheel door voordat u dit
product installeert, de bedrading aanbrengt of op enigerlei wijze
gebruikt. Als u deze instructies niet opvolgt, vervalt de beperkte
garantie van Maxeon Solar Technologies voor PV‐modules en/of de
beperkte garantie van Enphase Energy voor micro‐omvormers.
1.1 Definitie van termen
AC‐module: Maxeon 5 AC‐module
DC‐module: Een typische fotovoltaïsche zonnepaneelmodule zonder micro‐
omvormereenheid.
Enphase micro‐omvormer: De IQ 7A micro‐omvormer is 'smart‐grid ready'
(voorbereid op het slimme elektriciteitsnet) en zet gelijkspanning bij de
gelijkspanningsuitgang van de PV‐module om in netconforme wisselstroom.
Enphase AC‐kabel: ook wel Q Cable genoemd. Dit is een wisselstroomkabel met
een lengte van 1,3 tot 2,3 m, afhankelijk van de stand van de AC‐module (staand
of liggend), met een doorsnede van 3,31mm
voor buitengebruik, met geïntegreerde connectors voor micro‐omvormers. De
AC‐modulestekker wordt rechtstreeks op de kabelconnectors aangesloten.
Enphase Enlighten: Online monitoring‐ en beheersoftware. Installateurs kunnen
met Enlighten Manager gedetailleerde prestatiegegevens bekijken, meerdere PV‐
systemen beheren, enzovoort.
DC‐connector: Maxeon Solar Technologies raadt aan om in een bepaald PV‐
systeem steeds hetzelfde merk connector te gebruiken. Goedgekeurde
compatibele connectors: Tyco Elektronica PV4S
1.2 Uitsluiting van aansprakelijkheid
De installatietechnieken, hantering en het gebruik van dit product liggen buiten
de controle van ons bedrijf. Daarom neemt Maxeon Solar Technologies geen
verantwoordelijkheid voor verlies, schade of kosten als gevolg van onjuiste
installatie, behandeling of gebruik.
1.3 Certificeringsinformatie van certificeringsinstanties
Dit product is bedoeld om te voldoen aan de vereisten van IEC 62109‐3 voor
Maxeon AC‐modules (nog niet vrijgegeven) of deze te overtreffen. De IEC 62109‐
3‐norm heeft betrekking op vlakke PV‐modules die zijn bestemd voor installatie
op gebouwen, of voor modules die zijn bestemd om vrijstaand te worden
geïnstalleerd. De TÜV‐certificering geldt niet voor integratie in een
bouwoppervlak, omdat hiervoor aanvullende vereisten kunnen gelden. Dit
product is niet bedoeld voor gebruik waarbij kunstmatig geconcentreerd zonlicht
op de module schijnt. Deze handleiding moet worden gebruikt in combinatie met
door de industrie erkende optimale werkwijzen, en AC‐modules mogen alleen
door gecertificeerde vakmensen worden geïnstalleerd.
©2021 Maxeon Solar Technologies, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Specificaties in dit document kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
2
, dubbel geïsoleerd, geclassificeerd
1.4 Beperkte garantie
De beperkte garantie van de AC‐module wordt beschreven in de Maxeon Solar
Technologies‐garantiecertificaten die u vindt op www.sunpower.maxeon.com/nl/
(zie het document over de beperkte garantie).
2.0 Veiligheidsmaatregelen
Lees alle veiligheidsinstructies in dit document voordat u deze module
installeert.
Gevaar! AC‐modules genereren interne gelijkstroom (DC) en geven
wisselstroom (AC) af, en zijn een spanningsbron wanneer ze onder belasting
staan en worden blootgesteld aan licht. Elektrische stroom kan een
vlamboog vormen tussen spleten en kan letsel of overlijden tot gevolg
hebben als een verkeerde aansluiting of ontkoppeling wordt gemaakt,
of als er contact wordt gemaakt met modulekabels die gerafeld of
gescheurd zijn.
 Koppel de AC‐bron los van alle AC‐modules en/of dek alle modules in het PV‐
raster af met een ondoorzichtig doek of materiaal voordat u elektrische
verbindingen tot stand brengt of verbreekt
 Sluit geen modules aan of koppel deze niet los als er stroom van de modules
in de string of een externe bron aanwezig is
 Gebruik alleen de wisselstroom‐vergrendelingsconnectors om te voorkomen
dat ongetraind personeel de modules na installatie loskoppelt.
 Alle
installatiewerkzaamheden
overeenstemming met de geldende lokale regelgeving.
 De installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en bevoegd personeel.
 Verwijder alle metalen sieraden voordat u dit product installeert om de kans
op toevallige blootstelling aan onder spanning staande circuits te verkleinen.
 Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap om het risico op elektrische schokken
te verminderen.
 Ga niet op de modules staan, laat ze niet vallen, voorkom krassen en laat geen
voorwerpen op de modules vallen.
 Gebroken glas, lasdozen, gebroken connectors en/of beschadigde backsheets
vormen zowel een elektrisch risico als een risico op letsel. Als een module na
de installatie gebarsten is, moet een gekwalificeerd persoon de module uit de
reeks verwijderen en contact opnemen met de leverancier voor
verwijderingsinstructies.
 Installeer of hanteer modules niet als ze nat zijn of als er veel wind is.
 Niet‐aangesloten
connectors
installatiewerkzaamheden altijd worden beschermd tegen vervuiling
(bijvoorbeeld stof, vocht, vreemde deeltjes, enzovoort). Zorg dat niet‐
aangesloten (onbeschermde) connectors niet kunnen worden blootgesteld
aan de elementen van de buitenomgeving. Een schone installatieomgeving is
essentieel om degradatie van de opbrengst te voorkomen.
 Blokkeer geen afvoergaten en zorg dat water geen plassen kan vormen in of
nabij moduleframes.
 Neem contact op met uw moduleleverancier als er onderhoud nodig is.
 Bewaar deze instructies!
3.0 Elektrische kenmerken
Alle elektrische kenmerken en gegevens over interactie met het elektriciteitsnet
vindt u in tabel 3 en in de datasheet van de module. Het is de verantwoordelijkheid
van de installateur om het gridprofiel in te stellen en om te controleren of het
voldoet aan de landspecifieke vereisten van Enphase. Hiervoor is toegang tot
internet vereist en moet verbinding worden gemaakt met het Enphase Enlighten‐
systeem.
Als bij een installatie een Maxeon AC‐module betrokken is die niet in deze lijst
voorkomt, raadpleeg dan het productlabel aan de achterzijde van de module of
ga naar www.sunpower.maxeon.com/nl/ voor de datasheet van het product.
Als geheugensteuntje voor DC‐modules: een fotovoltaïsche module kan meer
stroom en/of spanning produceren dan bij standaardtestomstandigheden wordt
MAXEON SOLAR TECHNOLOGIES, LTD.
537620 Rev.B
moeten worden uitgevoerd
moeten voorafgaand
in
aan
3