Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting - Herz HD140 Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HD140:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3.2 Opstelling, montage
De
zijkanaalventilator
weersinvloeden,
opgesteld. Zie ook de aanwijzingen voor de opstelling
in paragraaf 1.1, Bedoeld gebruik.
Het
apparaat
schokbelastingen worden blootgesteld. Toelaatbare
trillingswaarden zijkanaalventilator: Zie ISO 14694,
BV-3.
Standaardventilatoren met voet: Op de standplaats op
een
vlakke,
harde
draagvermogen zonder overdracht van/belasting door
trillingen stevig vastschroeven.
Zijkanaalventilatoren die op de bestaande rubberen
elementen worden gezet, moeten tegen verdraaiing
worden beveiligd.
Ventilatoren
riemaandrijving en riembeveiliging: Voor een veilige,
stabiele opstelling en bevestiging in combinatie met
door de koper ter beschikking gestelde motor,
riemaandrijving en riembeveiliging, moet de koper
(installatiebouwer, exploitant of andere klant) met
inachtneming
van
voorschriften zelf zorgen.
Een geopende aanzuig- of uitblaasopening met
beveiligingsroosters moet worden afgedekt volgens
DIN EN ISO 13857.
De riemaandrijving en draaiende delen moeten
worden afgedekt met een riembeveiliging volgens DIN
EN ISO 13857.
Voor voldoende luchttoevoer naar de motor zorgen.
Toelaatbare omgevingstemperaturen bij:
Standaarduitvoering met dimensioneringsspanning (maximaal
+/-10 % spanningstolerantie) en een dimensioneringsfrequentie
van 50 Hz of 60 Hz:
Omgevingstemperatuur -20 °C tot +60 °C
Afwijkende spanningen, multispanningsmotoren, Fucompatibele
uitvoeringen, FUK-uitvoeringen, apparaten met UL-toelating:
Omgevingstemperatuur -20 °C tot +40 °C
Het beluchtingssysteem van de aandrijfmotor mag niet worden
belemmerd door de inbouwsituatie

3.3 Elektrische aansluiting

Let op!
De in deze paragraaf beschreven werkzaamheden
mogen
alleen
elektricien.
Aansluiting volgens het schakelschema in de
klemmenkast
en
voorschriften uitvoeren.
Als aandrijfmotoren worden draai- of wisselstroommotoren
gebruikt. In de aanduiding van het apparaat staan de letters D
voor draaistroom 3~ of E voor eenfase-wisselstroom 1~.
De aandrijfmotor moet worden beveiligd met een
motorbeveiligingsschakelaar
apparaten die met een frequentieregelaar werken).
Voor apparaten die met een frequentieregelaar
werken moet de bestaande temperatuursensor (ptc-
sensor) of thermische beveiliging (verbreekcontact) op
de regelaar worden aangesloten en geëvalueerd.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de
gegevens op de typeplaat.
De aansluiting van de aardleider is in de klemmenkast
beschikbaar.
38
moet
beschermd
weer
en
zonnestraling
mag
niet
aan
trillings-
ondergrond
met
voldoende
zonder
motor
(aandrijving),
de
geldende
normen
worden
uitgevoerd
door
de
desbetreffende
(dit
geldt
niet
Let op!
tegen
Gedurende het bedrijf van de aandrijfmotor met
frequentieregelaar
worden
worden gehouden met het volgende:
of
en
een
lokale
Meer informatie over een EMC-veilige installatie en montage
vindt u in de bedienings- en montagehandleidingen van de
leverancier van de frequentieregelaar.
3.3.1 Schakeling voor draaistroom-zijkanaalventilatoren
voor
moet
bovendien
Er mogen alleen motoren in combinatie
met
de
frequentieregelaar
gebruikt die de aanduiding '/FU voor
'geschikt
voor
frequentieregelaar'
hebben
c.q.
die
in
'geschikt bedrijf met frequentieregelaar'
besteld en bevestigd zijn.
De
voedingsspanning
frequentieregelaar mag zonder motorfil-
ter maximaal 400 V bedragen. Bij langere
leidingen,
regelaarvoedingsspanningen
overschrijding van de impulsspanningen
(maximaal
1300
motorklemmen
moeten
maatregelen (bijvoorbeeld een motorfil-
ter) voor beveiliging van de motor
worden getroffen. Neem hiervoor contact
op met de leverancier van de regelaar.
Als het motorfilter wordt bijgeleverd,
moet het tussen regelaar en motor
worden
geïnstalleerd.
voldoende vrije ruimte in de schakelkast
en houd u aan de voorschriften voor
installatie
en
montage
bedieningshandleidingen
fabrikant van de frequentieregelaar/van
het motorfilter.
De maximale kabellengte tussen motor
en frequentieregelaar mag 20 m niet
overschrijden
en
geschikte, afgeschermde kabel, indien
mogelijk langs directe weg en zonder
extra klem-/steekverbindingen worden
gerealiseerd.
De
gevlochten
afscherming
aansluitkabel moet over de gehele lengte
en aan beide kanten, dat wil zeggen: aan
de frequentieregelaar en aan de motor
elektrisch
laagohmig
aardingssysteem verbonden zijn. Aan de
motorzijde moeten hiervoor geschikte
EMC-kabelwartels worden gebruikt, die
de kabelafscherming over de gehele
omtrek laagohmig aansluiten.
BA HD140 V20 R11 10_2017 EU long.doc
rekening
worden
bedrijf
met
op
de
typeplaat
een
uitvoering
van
de
hogere
en/of
Vpp)
op
de
afdoende
Zorg
voor
in
de
van
de
moet
met
een
in
de
met
het

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Verwandte Produkte für Herz HD140

Inhaltsverzeichnis