Informatie Over Transport En Handling; Informatie Over De Inbedrijfstelling - Herz HD140 Betriebsanleitung

1.7 Uitblaaseffect
Waarschuwing!
Zeer sterk uitblaaseffect bij de uitblaasbuis.
Aangezogen voorwerpen
snelheid eruit worden geslingerd. Gevaar voor
persoonlijk letsel!
Zijkanaalventilatoren zijn alleen geschikt voor
transport van schone lucht. Om aanzuiging van
ongerechtigheden
uitgeblazen kunnen
voorkomen, moeten ze beslist vóór intrede in de
zijkanaalventilator eruit worden gefilterd.
Geen handen in de uitblaasbuis steken!
1.8 Temperatuur
Waarschuwing!
De behuizing van de ventilator wordt warm
gedurende het bedrijf. Als de temperatuur boven
+50 °C oploopt, moet de zijkanaalventilator door
de exploitant worden beschermd tegen directe
aanraking (gevaar voor brandletsel!).
1.9 Motorbeveiligingsschakeling
Voordat de zijkanaalventilator in gebruik wordt genomen, moet
de aandrijfmotor worden
motorbeveiligingsschakelaar (dit geldt niet voor apparaten die
met een frequentieregelaar werken). Voor apparaten die met
een frequentieregelaar
temperatuursensor (ptc-sensor)
aangesloten en geëvalueerd.
1.10 Geluidsproductie
Het geluid dat door de zijkanaalventilator wordt geproduceerd is
niet over het totale vermogensgebied constant. Het uitgezonden
geluidsniveau vindt u in de tabel op pagina 41.
In bepaalde ongunstige situaties is geluidsisolatie noodzakelijk
(metingen door de exploitant
geluidsisolatie moet de exploitant realiseren om de wettelijk
toelaatbare maximumwaarden op werkplekken in de omgeving
van de zijkanaalventilator niet te overschrijden.
Geluidsisolatie van welke aard dan ook mag niet leiden tot
ontoelaatbare verhoging van de omgevingstemperatuur boven
maximaal +60 °C bij de aandrijfmotor.
1.11 V-riemaandrijving (betreft alleen zijkanaalventilator
zonder motor)
Let op!
De zijkanaalventilatoren zijn standaard uitgerust
met V-riemschijven voor smalle V-riemen volgens
DIN 7753.
Om voortijdige schade aan de groefkogellagers te
∗
voorkomen moeten de V-riemaandrijvingen op de
juiste manier
riemaandrijving
berekeningsmethoden
riemfabrikanten worden gedimensioneerd.
BA HD140 V20 R11 10_2017 EU long.doc
kunnen met
en verontreinigingen
worden afdoende
beveiligd met
werken moet de bestaande
op de regelaar
worden aanbevolen).
voorgespannen zijn. De
moet volgens de
van de betreffende
De riemschijf van de ventilator mag niet worden
•
gewijzigd.
Het maximaal toelaatbare toerental van de ventilator
•
mag niet worden overschreden (zie de tabel op pagina
hoge
41).
De riemaandrijving en vrij draaiende delen moeten
•
met een riembeveiliging volgens DIN EN ISO 13857
worden afgedekt.
De riemspanning moet na een looptijd van ongeveer 2
•
die
uur worden gecontroleerd. Indien nodig moeten de
te
riemen worden nagespannen. Riemspanning: Zie
tabel pagina 41
Stel de zijkanaalventilator nooit in bedrijf als het
•
beveiligingsrooster
vastgeschroefd is. Kans op persoonlijk letsel!
1.12 Elektrische gevaren
Voordat werkzaamheden
uitgevoerd, moet het apparaat beslist worden uitgeschakeld en
tegen herinschakeling worden beveiligd. De spanningsvrije staat
moet worden gecontroleerd.
2. INFORMATIE OVER TRANSPORT EN
HANDLING VAN DE MACHINE
2.1 Transport en handling
Controleer vóór montage en inbedrijfstelling alle
•
onderdelen op transportschade. Een beschadigde
zijkanaalventilator kan een verhoogd veiligheidsrisico
betekenen en mag daarom niet in bedrijf worden
gesteld.
De zijkanaalventilator mag niet onbeschermd in de
•
openlucht
beschermen).
een
Hijsmiddelen veilig aanslaan. Alleen hijsmiddelen en
•
lastopname-inrichtingen
draagvermogen
beveiligen.
worden

3. INFORMATIE OVER DE INBEDRIJFSTELLING

VAN DE MACHINE
3.1 Belangrijke opmerkingen
Vóór de eerste en elke volgende inbedrijfstelling moet
•
De
een zorgvuldige controle op de voorgeschreven staat
van het apparaat worden uitgevoerd. Apparaten die
bijvoorbeeld
beschadigingen
onderworpen aan een vakkundige controle.
Opstelling, montage, bedrijf en service mogen alleen
•
door vaken ter zake kundig personeel worden
uitgevoerd. Bedrijf na foutieve montage, service of
vervanging door nietgoedgekeurde componenten leidt
tot niet-bedoeld gebruik en verlies van de garantie.
Het risico dat hierbij ontstaat berust uitsluitend bij de
klant of exploitant.
V-
juiste
niet aangebracht
aan elektrische delen
worden opgeslagen (tegen
met
gebruiken. Transportwegen
bij afl evering of
vertonen, moeten
en stevig
worden
vocht
voldoende
installatie,
worden
37