Bosch BSL 2470 Betriebsanleitung Seite 69

BSL 2470
..3. Bediening
8. Stel met de potentiometer de laadstroom
in op de gewenste waarde.
!
Bij het instellen van de laadstroom moeten
de gegevens van de accufabrikant beslist
in acht worden genomen.
9. Controleer de laadstroom met behulp van
het indicatie-instrument (afb. 2, pos. 1).
Tijdens het opladen licht de gele LED op
(afb. 2, pos. 4).
i
Wanneer de groene LED (afb. 2, pos. 3)
oplicht, is de accuspanning van 2,3 V per
cel resp. 2,4 V per cel (afhankelijk van
de ingestelde accutemperatuur) bereikt.
Bij een gezonde accu betekent dit, dat
de accu voor ca. 60% opgeladen en dus
startklaar is.
!
Vóór het continu-laden moet de accu ge-
test worden. Alleen perfecte accu's verder-
of continu-laden. Voor het verder laden,
continu-laden of voor bufferladen van de
accu, de omschakelaar voor de accutempe-
ratuur instellen op „warme accu".
10. De accu is volledig opgeladen als de groene
LED brandt en het indicatie-instrument
nog slechts een geringe laadstroom aan-
geeft. Schakel na het voltooien van het
opladen de acculader uit.
11. Verwijder de laadklemmen van de accu
(eerst de blauwe mintang).
Robert Bosch GmbH
3.4 Diepontladen accu's laden
In deze bedrijfsmodus kunnen de volgende
accu's worden opgeladen:

Zeer koude accu's

12 V-accu's, die bij stationair toerental een
spanning hebben tussen 1 V en 8 V (diep-
ontladen)

24 V-accu's, die bij stationair toerental een
spanning hebben tussen 2 V en 16 V (diep-
ontladen)
!
Er mag slechts één diep-ontladen accu tege-
lijk opgeladen worden. Schakel tijdens het
opladen van diepontladen accu's alle gebrui-
kers in het voertuig uit.
1. Schakel de acculader uit (afb. 1, pos. 9).
2. Verwijder voor het opladen van standaard-
accu's de schroefdoppen van de cellen.
3. Sluit de laadklemmen (afb. 1, pos. 1) op
de juiste polen van de accu aan. De rode
klem op de pluspool (+) en de blauwe klem
op de minpool (-).
4. Zet de omschakelaar voor „koude en
warme accu's" in de juiste stand (afb. 2,
pos. 6). Let er op, dat alleen de tempera-
tuur van de accu bepalend is.
5. Draai de potentiometer voor de instelling
van de laadstroom (afb. 2, pos. 8) naar de
linkeraanslag (minimale laadstroom).
6. Zet de omschakelaar (afb. 2, pos. 5) op
de aangegeven accuspanning van de op te
laden accu.
de 69 en es fr fi pt nl sv it
1 689 979 848 (2005-06-14)