Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ferroli BLUEHELIX PRO 25 C Betriebs-, Installations- Und Wartungsanleitung Seite 33

Brennwert-wärmeerzeuger
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Activering van de bedrijfsmodus TEST
De toetsen van de warmwaterbereiding (pos. 3 en 4 - afb. 1) gelijktijdig 5 seconden
lang indrukken, om de bedrijfsmodus TEST te activeren. De ketel wordt op het ho-
ogste vermogensniveau ingeschakeld, wat wij in de volgende paragraaf beschrijven.
Op het display knipperen de symbolen verwarming en warmwaterbereiding (afb. 23);
daarnaast wordt het verwarmingsvermogen weergegeven.
Afb. 23 - Bedrijfsmodus TEST (verwarmingsvermogen = 100%)
Met de verwarmingstoetsen (pos. 3 en 4 - afb. 1) het vermogen verhogen of verlagen
(minimale waarde=0%, maximale waarde=100%).
Met de toets van de warmwaterbereiding "-" (pos. 1 - afb. 1) wordt het vermogen van
de ketel onmiddellijk op het laagste niveau gezet (0%). Met de toets van de warmwa-
terbereiding "+" (pos. 2 - afb. 1) wordt het vermogen van de ketel onmiddellijk op het
hoogste niveau gezet (100%).
Voor de deactivering van de bedrijfsmodus TEST, de verwarmingstoetsen (pos. 3 en
4 - afb. 1 5 seconden lang gelijktijdig indrukken. De testmodus wordt in ieder geval na
15 minuten automatisch gedeactiveerd.
INSTELLING GASVENTIEL
Controle van het CO
-gehalte bij max. warmtebelasting
2
• Een uitlaatgasmeetapparaat in de uitlaatgasleiding aanbrengen,
• de ketel op de bedrijfsmodus TEST instellen, bij max. verwarmingsvermogen
(100%);
• controleren of de waarde van het CO
- 8,5 ÷ 9,5 % voor aardgas (G20);
- 9,5 ÷ 10,5 % voor propaangas (G31);
• als de waarden van de aangegeven waarden afwijken, moet het CO
den geregeld; de schroef voor de instelling van de maximale waarde (1 - afb. 24)
draaien, om het CO
-gehalte op de aangegeven waarden in te stellen;
2
- door naar links te draaien wordt het CO
- door naar rechts te draaien wordt het CO
• De minimale en maximale waarden 2 of 3 keer controleren (op het hoogste ver-
mogensniveau moet het CO
-gehalte 0,3 ÷ 0,5 keer hoger zijn dan bij het laagste
2
vermogensniveau);
• de testmodus beëindigen of met de controle van het CO
warmtebelasting verdergaan.
Controle van het CO
-gehalte bij min. warmtebelasting
2
• Een uitlaatgasmeetapparaat in de uitlaatgasleiding aanbrengen;
• De ketel in de testmodus schakelen;
• de test op het laagste vermogensniveau (0%) uitvoeren en 90 seconden wachten;
• controleren of de waarde van het CO
- 8,3 ÷ 8,9 % voor AARDGAS (G20);
- 9,3 ÷ 9,9 % voor PROPAANGAS (G31);
• als de CO
-waarden van de aangegeven waarden afwijkt, moet de schroef "OFF-
2
SET" (2 - afb. 24) afgesteld worden en gecontroleerd worden of het CO
correct is:
- door naar rechts te draaien wordt het CO
- door naar links te draaien wordt het CO
• van -9 tot -13Pa met differentiaalmanometer op drukopvangpunt (R - afb. 24)
• Alle waarden terugzetten en de testmodus beëindigen.
OP HET LAAGSTE VERMOGENSNIVEAU MOET DE CO
ALTIJD LAGER ZIJN DAN BIJ HET HOOGSTE VERMOGENSNIVEAU
R
Legenda
1.
Schroef voor de instelling van de maximale waarde
2.
Schroef "OFFSET"
R.
Drukopvangpunt
NL
2
1
3
0
4
-gehalte in het volgende waardebereik ligt:
2
-gehalte wor-
2
-gehalte verlaagd,
2
-gehalte verhoogd,
2
-gehalte bij minimale
2
-gehalte in het volgende waardebereik ligt:
2
-gehalte verhoogd,
2
-gehalte verlaagd,
2
2
1
Afb. 24
Cod. 3541D184 - Rev. 00 - 09/2014
Instelling van het verwarmingsvermogen
Voor het instellen van het verwarmingsvermogen moet de ketel op de bedrijfsmodus
TEST worden ingesteld (zie onderdeel 4.1). De verwarmingstoetsen (pos. 3 - afb. 1 in-
drukken om het verwarmingsvermogen te verhogen of te verlagen (minimale waarde
= 00 - maximale waarde = 100). Als de resettoets binnen 5 seconden wordt ingedrukt,
wordt de zojuist ingevoerde waarde als maximaal vermogen overgenomen. De test-
modus beëindigen (zie onderdeel 4.1).
4.2 Inbedrijfstelling
Vóór het inschakelen van de verwarmingsketel
• De dichtheid van de gasinstallatie controleren.
• De correcte vulling van het expansievat controleren.
• De installatie vullen en er voor zorgen dat zowel de verwarmingsketel als de in-
stallatie volledig ontlucht is. De hardheid van het vulwater mag niet meer zijn dan
14°dH.
• Zorg ervoor dat in de installatie, de warm watercircuits, de aansluitingen of in de
ketel geen water eruit loopt.
• De correcte aansluiting van de elektrische installatie en de effi ciëntie van de aardi-
ningsinstallatie controleren.
• Controleer of de gasdruk voor de verwarmingsmodus met de opgegeven waarde
overeenkomt.
• Zorg ervoor dat er geen ontvlambare vloeistoffen of materialen in de buurt van de
ketel bevinden
Controles tijdens de werking
• Het apparaat inschakelen.
• Zorg ervoor dat de brandstofcircuits en de watervoorziening volledig afgedicht zijn.
• Controleer of de schoorsteen, de luchtkanalen en de rookafvoer tijdens de werking
van de ketel correct werken.
• Controleer of de sifon en de condensafvoer correct werken en nergens een lek
hebben.
• Controleer de correcte watercirculatie tussen de warmteopwekkers en de verwar-
mingsinstallaties.
• Zorg ervoor dat het gasventiel zowel in de verwarmingsfase alsmede voor de
warmwaterbereiding correct moduleert.
• Controleer de correcte ontsteking van de ketel door deze meerdere malen in- en
uitschakelen met de ruimtethermostaat of de externe bediening.
• Controleer of het op de meter aangegeven brandstofverbruik overeenkomt met de
informatie in de tabel van de technische gegevens in hfd. 5.
• Zorg ervoor dat de brander zonder warmteverbruik bij het openen van een warmwa-
terkraan correct ontsteekt. Controleer of tijdens de verwarmingsmodus, bij het ope-
nen van een warmwaterkraan, de circulatiepomp van de verwarmingsinstallatie
stilstaat en de warmwaterbereiding volgens de voorschriften plaatsvindt.
• Controleer de correcte programmering van de parameters en voer eventueel de
gewenste persoonlijke instellingen uit (compensatiecurve, vermogen, temperatu-
ren, enz.).
4.3 Onderhoud
Openen van de frontafdekking
Voor het openen van de afdekking van de ketel:
1.
De schroeven A deels eruit draaien (zie afb. 25).
2.
De afdekking B naar u toe trekken en de bovenste bevestigingen losmaken.
-gehalte
2
Vóór de uitvoering van iedere willekeurige ingreep in het binnenste van
de verwarmingsketel moet de stroomtoevoer worden losgekoppeld en de
gaskraan voor de ketel worden dichtgedraaid
-WAARDE
2
A
Bij dit apparaat dient de ommanteling ook als onderdrukkamer. Na
iedere ingreep waarbij de ketel geopend moet worden, moet gewaar-
borgd worden dat de voorste afdekking weer correct wordt aange-
bracht en dicht is.
BLUEHELIX PRO 25 C
A
A
Afb. 25 - Openen van de frontafdekking
B
33

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis