Service En Onderhoud - Ferroli BLUEHELIX PRO 25 C Betriebs-, Installations- Und Wartungsanleitung

BLUEHELIX PRO 25 C
Tabel 5 - Maximale lengte van de afzonderlijke rookkanalen
Toegestane maximale lengte
Tabel 6 - Toebehoren
1 m VT/MT
LEIDING
45" VT/MT
Leidingbocht
90" VT/MT
met testaansluiting
AANSLUITSTOMP
Lucht wandleiding
EINDSTUK
Ø 80
Uitlaatgassen
wandleiding met
windbescherming
Lucht/uitlaatgassen
Schoorsteen
tweekanaals 80/80
Alleen gasuitlaa-
tafvoer Ø80
Aansluiting op gemeenschappelijke schoorsteenpijpen
C
8X
Afb. 19 - Voorbeelden voor de aansluiting op schoorsteenpijpen (
/
Tabel 7 - Type (Neem de voorschriften in Nederland in acht)
Type Beschrijving
Aanzuiging en uitlaatgas in gemeenschappelijke schoorsteenpijp (luchttoevoeraanzuiging en uit-
C2X
laatgas in dezelfde schoorsteenpijp)
Uitlaatgas- en luchttoevoerleiding in gescheiden gemeenschappelijke schoorstenen, waarbij echter
C4X
vergelijkbare windomstandigheden aanwezig zijn
Afvoer in een afzonderlijke of gemeenschappelijke schoorsteenpijp en aanzuiging over de wand
C8X
Luchttoevoeraanzuiging van de installatieruimte via concentrische leiding (die de afvoer bevat) en
B3X
afvoer in gemeenschappelijke schoorsteenpijp met natuurlijke luchtstroom
BELANGRIJK - DE RUIMTE MOET OVER EEN ADEQUATE VENTILATIE BESCHIKKEN
Bij onduidelijke toestanden van de schoorsteen of het uitlaatgas moet over het alge-
meen vóór het begin van de werkzaamheden met een competente schoorsteenveger
worden gesproken, om samen met hem de meest geschikte uitvoering van het uit-
laatgassysteem vast te leggen!
3.7 Aansluiting van de condensafvoer
De ketel is van een interne sifon voorzien voor de condensafvoer. De inspectieaan-
sluiting A en de slang B door vastklikken bevestigen. De sifon met ca. 0,5 lier water
vullen en de slang op de waterafvoerleiding aansluiten.
LET OP: Het apparaat mag nooit worden ingeschakeld met een lege sifon!
B
Afb. 20 - Aansluiting van de condensafvoer
32
BLUEHELIX PRO 25 C
80 m
eq
Drukverlies in m eq
Uitlaatgasrookkanaal
Luchttoevoer-
aanzuiging
Verticaal Horizontaal
1KWMA83W 1.0 1.6
1KWMA65W 1.2
1KWMA01W 1.5
1KWMA70W 0.3
1KWMA85A 2.0
1KWMA86A -
010027X0 -
010026X0 + -
1KWMA86U
C
4X
C
2X
= Uitlaatgassen)
0,5lt
A
Cod. 3541D184 - Rev. 00 - 09/2014

4. SERVICE EN ONDERHOUD

4.1 Instellingen
Ombouwen voor een andere gassoort
Het apparaat is voor de werking met aardgas of vloeibaar gas geconstrueerd en wordt
af-fabriek op een van de beide gassoorten ingesteld (zie de eenduidige informatie op
de verpakking en het typeplaatje met de technische gegevens van het apparaat). Is
afwijkend ter plaatse de instelling van de andere gassoort noodzakelijk, moet de hier-
voor bedoelde ombouwset worden aangeschaft en als volgt te werk worden gegaan:
2.0 1. De frontafdekking verwijderen (zie "Openen van de frontafdekking" op
pagina 10).
1.8
2. De schroef losdraaien en het bedieningspaneel omdraaien (zie afb.21).
2.0
3. De schroefverbinding C losdraaien en de gasleiding A uit het gasventiel
0.3
trekken (zie afb.22).
-
4. De sproeikop B in de gasleiding vervangen door de in de ombouwset opgeno-
5.0
men sproeikop. Afdichting D aanbrengen (zie afb.22).
5. De gasleiding A weer aanbrengen en controleren of de aansluiting dicht is.
12.0 6. Het in de ombouwset opgenomen schild naast het typeplaatje met de techni-
sche gegevens aanbrengen.
7. De frontafdekking weer aanbrengen.
8. De parameter van de gebruikte gassoort wijzigen:
• De ketel in de stand-bystand zetten
• De toetsen van de warmwaterbereiding (pos. 1 en 2 - afb. 1) 10 seconden
lang indrukken: Op het display verschijnt de knipperende weergave "b01".
• De toetsen van de warmwaterbereiding (pos. 1 of 2 - afb. 1) indrukken om
de parameter 00 (voor de aardgasmodus) resp. 01 (voor de modus vloei-
baar gas) in te stellen.
• De toetsen van de warmwaterbereiding pos. 1 en 2 - afb. 1 10 seconden
lang indrukken.
• De ketel keert terug naar de stand-bystand
9. Met een verbrandingsanalyse-apparaat, dat op de uitlaatgasmeetpijp van de
ketel wordt aangesloten, controleren of het CO
bij een minimaal en maximaal vermogen van het apparaat overeenkomt met
de in de tabel van de technische gegevens voorgeschreven waarden van de
betreffende gassoort.
= Lucht
2
Afb. 21
A
C
B
D
Afb. 22
-gehalte van de uitlaatgassen
NL