Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ferroli BLUEHELIX PRO 25 C Betriebs-, Installations- Und Wartungsanleitung Seite 30

Brennwert-wärmeerzeuger
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

BLUEHELIX PRO 25 C
"In" - Menu Info
Er zijn 13 informatie-items.
Door het indrukken van de verwarmingstoetsen kan de lijst met informatie-items naar
boven of naar beneden worden gescrolld. Druk op de toetsen van de warmwaterbe-
reiding om de waarde op te roepen.
Inhoud Beschrijving
NTC-verwarmingsvoeler (°C)
t01
NTC-veiligheidsvoeler (°C)
t02
NTC-retourvoeler (°C)
t03
NTC-voeler warm kraanwater (°C)
t04
NTC-buitenvoeler (°C)
t05
NTC-uitlaatgasvoeler (°C)
t06
Actuele ventilatorfrequentie (Hz)
F07
Actuele brandercapaciteit (%)
L08
Actuele levering warm water (l_min/10)
F09
Actuele waterdruk in de installatie (bar/10)
P10
Actueel toerental van de modulerende pomp (%)
P11
Actuele stap van de regelpomp (%)
P12
Actuele ionisatiestroom (uA/10)
F13
Aanwijzingen:
1.
Als de voeler is beschadigd, toont de printplaat strepen.
Druk op de resettoets om terug te keren naar het servicemenu. Het servicemenu kan
door het 20 seconden lang indrukken van de resettoets worden afgesloten of wordt
na 15 minuten automatisch afgesloten.
"Hi" - Menu History
De printplaat slaat de laatste 8 storingen op: De History-waarde H1: toont de laatste
opgetreden storing, terwijl de History-waarde H08: de eerste opgetreden storing to-
ont.
De opgeslagen storingscodes worden ook in het betreffende menu van de urenrege-
laar van de ruimtetemperatuur weergegeven.
Door het indrukken van de verwarmingstoetsen kan de lijst met storingen naar boven
of naar beneden worden gescrolld. Druk op de toetsen van de warmwaterbereiding
om de waarde op te roepen.
Druk op de resettoets om terug te keren naar het servicemenu. Het servicemenu kan
door het 20 seconden lang indrukken van de resettoets worden afgesloten of wordt
na 15 minuten automatisch afgesloten.
"rE" - Reset History
Door de toets Eco/Comfort 3 seconden in te drukken, kunnen alle in het menu History
opgeslagen storingen worden gewist: De printplaat sluit automatisch het serviceme-
nu, waardoor het proces wordt bevestigd.
Het servicemenu kan door het 20 seconden lang indrukken van de resettoets worden
afgesloten of wordt na 15 minuten automatisch afgesloten.
3. INSTALLATIE
3.1 Algemene aanwijzingen
DE INSTALLATIE VAN DE THERME MAG ALLEEN DOOR VAKPERSONEEL MET
AANTOONBARE KWALIFICATIE EN ONDER OPVOLGING VAN DE DESBETREF-
FENDE BEDIENINGSHANDLEIDING, GELDENDE RECHTSVOORSCHRIFTEN EN
DE LANDELIJKE EN PLAATSELIJKE BEPALINGEN EN DE ALGEMEEN ERKENDE
REGELS VAN DE TECHNIEK WORDEN UITGEVOERD.
3.2 Opstellingsplaats
Het verwarmingsapparaat is niet afhankelijk van de lucht in de ruimte; het apparaat
kan daarom in iedere willekeurige ruimte worden geplaatst. Toch moet de plaat-
singsruimte toereikende geventileerd zijn. Deze veiligheidsregel wordt door de richt-
lijn 2009/142/EWG voor alle gasverbruiksinstallaties voorgeschreven, ook voor instal-
laties die niet afhankelijke zijn van de lucht in de ruimte.
Het apparaat is voor de werking van deels beveiligde gebieden conform EN 297/A6
met een minimale temperatuur van -5°C bedoeld. De ketel moet op een beschermen-
de plaats, bijvoorbeeld onder een overkapping, binnen het bereik van een balkon of in
een beschermende nis, worden aangebracht.
De installatieplaats moet vrij van ontvlambare stoffen, voorwerpen resp. materialen
of corrosieve gassen zijn.
De ketel is bedoeld voor de installatie tegen de muur en is standaard met een be-
vestigingsbeugel uitgerust. De wandbevestiging moet een stabiele en betrouwbare
bevestiging van het apparaat garanderen.
Bij de inbouw van het apparaat in een kast of bij een aanbouw aan de
zijkant, moet voldoende ruimte vrij worden gehouden om de afdekking te
kunnen verwijderen en de normale onderhoudswerkzaamheden te kunnen
uitvoeren
30
Instelbereik
tussen 05 en 125 °C
tussen 05 en 125 °C
tussen 05 en 125 °C
tussen 05 en 125 °C
tussen -30 en 70 °C (minimale waarden knip-
peren)
tussen 05 en 125 °C
00-220 Hz
00%=Minimale
waarde,
100%=Maximale
waarde
00-99 l_min/10
00=Met open drukschakelaar,
14=Met gesloten drukschakelaar,
00-99 bar/10 met drukomvormer
00-100%
24-59
00-99 uA/10(00=Brander uitgeschakeld)
Cod. 3541D184 - Rev. 00 - 09/2014
3.3 Wateraansluitingen
Inachtneming
De afvoer van het veiligheidsventiel moet met een vultrechter of een ver-
zamelleiding worden verbonden, om te voorkomen dat bij een bovendruk
in het verwarmingscircuit het water op de bodem loopt. Anders kan de fa-
brikant van de verwarmingsketel niet aansprakelijk worden gesteld als het
aftapventiel geactiveerd wordt en de ruimte onderloopt.
Vóór de installatie moeten alle leidingen van de installatie worden uitge-
spoeld, om vuilresten of verontreinigingen te verwijderen die een correcte
werking van het apparaat kunnen beperken.
Voor het vervangen van warmteopwekkers in bestaande installaties,
moet de installatie volledig zijn afgetapt en alle drab en verontreinigin-
gen verwijderd zijn. Gebruik daarom alleen geschikte en gegarandeerde
producten voor de verwarmingsinstallaties (zie volgende paragraaf), die
geen metalen, kunststoffen of rubber aantasten. De fabrikant is niet aan-
sprakelijk voor eventuele schade aan warmteopwekkers, waarbij de
schade te wijten is aan het niet vakkundig reinigen van de installatie.
De aansluitingen op de betreffende aansluitpunten overeenkomstig de tekening in
afb. 13 en met inachtneming van de op het apparaat aangebrachte symbolen uitvo-
eren.
1
2 3 4
35.5
76
Afb. 13 - Aansluitingen
1 Toevoerleiding installatie 3/4"
2 Uitvoer warmwaterleiding 1/2"
3 Gasinvoer 1/2"
Vorstbeveiligingssysteem, antivriesmiddelen, additieven en inhibitors
Indien noodzakelijk is de toepassing van antivriesmiddelen, additieven en inhibitors
alleen toegestaan, als de fabrikant van deze vloeistoffen of additieven garandeert dat
zijn producten voor dit doel geschikt zijn en geen schade aan de warmtewisselaar
of andere onderdelen en/of materialen van de ketel en de installatie veroorzaken.
Universeel bruikbare antivriesmiddelen, additieven en inhibitors die niet uitdrukkelijk
voor het gebruik in verwarmingsinstallaties zijn geschikt resp. met de materialen van
de ketel en de installatie compatibel zijn, zijn niet toegestaan.
Eigenschappen van het water in de verwarmingsinstallatie
Bij waterhardheden van meer dan 14° dH, moet het water vóór gebruik overe-
enkomstig ontkalkt worden, om mogelijke verkalkingen van de verwarmingsketel te
voorkomen.
3.4 Gasaansluiting
Voordat het apparaat op het gasnet wordt aangesloten, moet gecontrole-
erd worden of het apparaat afgesteld is voor de werking met het beschikba-
re type brandstof.
De gasaansluiting moet overeenkomstig de voorschriften op het hiervoor bestemde
aansluitpunt (zie afb. 13) worden aangesloten met een toegestane metalen leiding of
vergelijkbaar. Tussen het gasnet en de verwarmingsketel moet een gaskraan geïn-
stalleerd worden. De dichtheid van alle gasaansluitingen controleren.
5
6
150
103
54 51 80.5
4 Invoer koudwaterleiding 1/2"
5 Retourleiding installatie 3/4"
6 Aftap veiligheidsventiel 1/2"
NL

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis