NL
WERKING
1) Handmatig gestuurde spoeling
• De spoeling start door de hand op 3 cm voor de detectie te
houden. De spoeling kan meerdere keren na elkaar gestart
worden.
• De handmatig gestuurde spoeling is prioritair en annuleert de
automatische inwerkingstelling.
2) of Automatische spoeling bij nalatigheid
• Aanwezigheidsdetectie van een gebruiker nadat deze 8 seconden in
het waarnemingsveld staat. Het rode Led lampje knippert.
• De spoeling wordt in werking gesteld 5 sec. na het weggaan van de
gebruiker.
INSTALLATIE
Plaatsen van de draadstangen (fig. 2)
• Hartafstand van de draadstangen = 180 of 230 mm afhankelijk van de
afmetingen van het hangcloset.
• Regel de lengte (E) van de draadstangen:
E = A + B + 20 mm.
A= Dikte beplating.
B = dikte hangcloset.
• Span de moeren (D) aan met de sluitringen (C).
Afregelen hoogte van de dwarsverbindingen (fig. 3)
• Regel de hoogte van de dwarsverbinding (F) in functie van de
hoogte waarop het hangcloset volgens de instructies van de
fabrikant geplaatst moet worden.
• Draai de 4 schroeven (G) van de dwarsverbinding lichtjes aan.
Plaatsen van de aansluitbocht, beugel en toevoerbuis (fig. 4)
• Monteer de afvoerbuis op de steun (H) en span aan met behulp van
de vleugelmoeren.
• Plaats de steun voor de toevoerbuis (H) in de V-vormige inkeping op
de steun (H). Schuif het lipje van de steun (H) in de gleuf (I) van de
dwarsverbinding en bevestig het geheel d.m.v. 2 schroeven M5.
• Vet de dichtingsring van de afvoerbuis en de spoelpijp in.
Plaatsen van het elektroventiel (fig. 5)
Maak de moer (L) los en plaats het bevestigingselement (M) op het
verbindingsstuk.
Monteer vervolgens het elektroventiel op het bevestigingselement (M)
en plaats daarbij aan weerszijden de trillingvrije dichtingen.
Plaatsen van de elektronische sturing (fig. 6)
Kleef het ene gedeelte van de meegeleverde velcrotape op het deksel
van de sturing en het andere op de zijkant van het
bevestigingselement. Assembleer vervolgens de 2 delen.
Monteren van het voorwandsysteem (fig. 7)
• Laat het bovenste deel van de frame (uitgerust met de kraan) op het
onderste frame zakken. Span vervolgens de schroeven aan (P en G).
• Trek de toevoerbuis omhoog, om deze aan te sluiten op de
uitgangsmof (N).
• Schroef de muurverankeringen op de draadstangen.
Markeren en boren van vloer en muur (fig. 8)
• Markeer de bevestigingsgaten op de vloer. Boor vervolgens de gaten
(Ø14) met een diepte van minimum 70 mm.
• Markeer de bevestigingsgaten op de muur en boor volgens de
afmetingen van de gekozen pluggen. De pluggen moeten aangepast
zijn aan het materiaal waaruit de muur is gemaakt.
Bevestigen van de steunvoet en de muurverankeringen (fig. 9)
• Plaats de pluggen in de boorgaten in de vloer en de muur.
• Bevestig de poten van het voorwandsysteem op de grond met
behulp van de meegeleverde schroeven: aanspannen zonder te
blokkeren.
• Bevestig de muurverankeringen in de muur met behulp van
geschikte pluggen (niet meegeleverd) en de meegeleverde
schroeven: aanspannen zonder te blokkeren.
Waterpas stellen en definitief aanspannen (fig. 10)
• Zorg ervoor dat het frame waterpas staat en gebruik hiervoor de
meegeleverde regelvoetjes.
• Blokkeer de schroeven.
Bijkomende muurbevestigingen (optioneel) (fig. 11)
• Plaats de draadstangen in de gaten van de bovenste
dwarsverbinding en bevestig ze op de muurplaten.
• Markeer de bevestigingsgaten op de muur en boor volgens de
afmetingen van de gekozen pluggen. De pluggen moeten aangepast
zijn aan het materiaal van de muur. Bevestig de muurbevestigingen
met behulp van de meegeleverde schroeven.
• Schroef de moeren (R) met de sluitringen (Q) vast.
Bevestigen van de stijlen en aansluiten (fig. 12)
• Bevestig de stijlen op het frame.
• Sluit de watertoevoer aan.
• Sluit de afvoer aan.
Bekledingsplaat (fig. 13)
• Gebruik het sjabloon om de bekledingsplaat te maken.
2 x BA13 of 1 x BA25 + bekleding
of gipsblokken + bekleding (voorzie eerst bescherming).
of speciale technische wand (vb: hars en geperste houtvezels)
+ bekleding.
Voorbereiden van de rechte mof (fig. 14)
• Monteer het aansluitstuk (T) op de toevoerbuis (S).
• Monteer de afvoerbuis (U) en de toevoerbuis (S) op het hangcloset.
• Markeer op de buizen het steunoppervlak van het hangcloset op de
muur (S + U).
• Monteer vervolgens de buizen op het voorwandsysteem.
• Markeer het muuroppervlak op de buizen (V).
Snijden van de buizen (fig. 15)
• Meet de afstanden (T) en (U) tussen de eerder gemaakte markeringen.
• Meet dezelfde afstanden af op het uiteinde van de buis en de mof,
en kort de buis in volgens afmeting (T) en de mof volgens afmeting (U).
Bevestigen van het hangcloset (fig. 16)
• Span het aansluitstuk (T) en de toevoerbuis (S) aan op het toilet.
• Plaats vervolgens de afvoerbuis (U) op het toilet.
• Plaats de plastic hulzen op de draadstangen en regel af. Het uiteinde
van de draadstang moet 40 mm uit de huls steken.
• Plaats de closetpot, monteer de sluitringen en blokkeer met de
moeren.
• Controleer de waterdichtheid van:
- De hydraulische aansluitingen.
- De afvoer.
- De terugloop via de luchtsnuiver: regel indien nodig het debiet met
behulp van een inbussleutel van 4 mm.
DEBIETREGELING
ELEKTRISCHE VOEDING:
De installatie van de elektronische module in een niet-vochtige ruimte
moet gebeuren conform de plaatselijk geldende wetgeving ter zake. Deze
module wordt gevoed met 230V-50Hz en moet door een differentieel
schakelaar van 30mA beveiligd worden. (Kabels dienen vast geplaatst te
zijn: beugel/vaste buis).