V2 V2KNX-01 Bedienungsanleitung Seite 30

PAGINA 2: SPECIFIEK V2
VerboseLevel
Waarden:
- No message
- Only replies to DP CUSTOM
- All messages
Default: Only replies to DP
CUSTOM
SPECIFIEKE V2 COMMUNICATIEOBJECTEN
N. Funktion
4 Custom
D.m.v. dit datapoint kan om het even welk bericht met ADI protocol met de besturingseenheid uitgewisseld worden.
De inhoud van de aangekomen telegrammen wordt steeds naar de besturingseenheid gezonden terwijl de retourberichten al dan niet in
een telegram kunnen ingevoerd worden, naargelang de instelling van de VerboseLevel parameter.
5 Host Type
Het telegram wordt enkel gezonden na de lezing van het datapoint HOST TYPE en bevat informatie over de besturingseenheid waarmee
de interface is verbonden. De informatie wordt na de reset door de interface verzameld.
Als het datapoint wordt geïnterrogeerd voor de interface de gegevens over de besturingseenheid heeft verzameld, zal het telegram de
string ???????? bevatten; anders bevat het de volgende informatie (in het voorbeeld een City1Evo versie 1.6): +0201v16
+ Dit geeft aan dat de besturingseenheid de ADI berichten aan het beantwoorden is; als de besturingseenheid niet meer antwoordt
wordt een -
0201 code van de besturingseenheid gestuurd, verschillend voor elk apparaat.
v16 Firmware versie van de besturingseenheid
11 Gate Status
De besturingseenheid kan 5 werkingsstaten plus een storingsstatus naar een apparaat ("Warning Light") sturen dat de gebruiker kan
verwittigen.
0: Ruststaat (WL uit)
1: Poort in opening (WL knippert traag)
2: Poort in sluiting (WL knippert snel)
3: Stop, poort open zonder automatische sluiting (WL brandt vast)
4: Pauze, poort open met telling voor de automatische sluiting (WL brandt vast met korte onderbrekingen)
255: Storing (WL knippert zeer snel)
De interface zendt dit datapoint telkens zijn waarde verandert of een lezing wordt uitgevoerd. In het menu de herkenning van de ADI-
apparaten activeren om ervoor te zorgen dat de besturingseenheid de informatie betreffende de staat naar de ADFI-interface zendt.
Het is mogelijk om te bepalen welke berichten van de besturingseenheid, ontvangen op ADI, naar de
bus in datapoint CUSTOM moeten gezonden worden:
• Geen enkel bericht zenden
• Wanneer op datapoint CUSTOM een telegram aankomt die naar de besturingseenheid wordt
gezonden, wordt het eerste bericht, ontvangen van de besturingseenheid, naar de bus gezonden:
dit bericht is het antwoord van de besturingseenheid op het bericht, ontvangen van de bus.
• Om het even welk bericht dat van de besturingseenheid komt, wordt naar de bus gezonden, dus
ook de signaleringen van statuswijziging en foutberichten.
Name des
Kommunikationsgegenstands
Communicatie
Communicatie
Communicatie
- 30 -
Datentyp Flag
14 bit R, T, W, U
DPT 16.001
14 bit R
DPT 16.001
14 bit R, T
DPT 5.010