Bedrijfsmodus; Verwarmings- En Koelcurve - Uponor Smatrix Move Kurzanleitung

NL

Bedrijfsmodus

CZ
Tijdens normaal bedrijf staat de regelmodule in de
bedrijfsstand.
In de bedrijfsmodus kunnen er verschillende
DE
bedrijfsmodi, de actuele tijd- en daginstelling gekozen
worden en kan er een programma gekozen worden.
DK
AUTO
EE
ES
0h 2 4 6 8 10
Gebruik de < of > toets om de bedrijfsmodus te
FI
veranderen. Een vakje geeft aan welke modus
geselecteerd is.
In de bedrijfsmodus zijn dit de beschikbare modi en
FR
instellingen.
Pictogram Bedrijfsmodus
HR
Vakantiemodus
Comfortmodus
HU
Automatische modus (standaard)
Stelt de bedrijfsmodus in volgens het
IT
ingestelde programma
ECO-modus
LT
Stop-modus
Instelling dag en tijd
LV
Menu geprogrammeerde programma's
Verwarmings-/koelmodus (alleen
NL
beschikbaar indien koelen geactiveerd is)
Deze modus vereist dat systeemparameter
0 – Type installatie ingesteld is op
NEE
rEv, maar deze is verborgen als
systeemparameter 11 of 12 ingesteld is
op HC.
PL
Circulatiepomp
Als een circulatiepomp op de regelmodule is
PT
aangesloten, loopt deze bij normaal bedrijf continu
(standaard instelling).
RO
Om deze instelling te veranderen, ga naar
systeemparameter 19 (PUMP) – Startvertraging pomp,
in de regelmodule.
RU
Zie voor meer informatie, Instellen van het systeem.
De Move-regelmodule kan een vraagsignaal van
SE
de pomp krijgen op een van de bedrade ingangen
(ingang 1 of 2, parameter 11 of 12 ingesteld op C_b)
van een andere regelmodule in het systeem, die de
SI
circulatiepomp, aangesloten op P1, aan of uit zet.
SK
1 6 8
P
12 14 16 18 20 22 24
S N E LG I D S

Verwarmings- en koelcurve

De verwarmings- en koelcurven voor de Uponor Smatrix
Move regelmodule staan in het onderstaande grafi ek.
In de grafi ek staat de berekende aanvoertemperatuur
met curves voor verschillende buitentemperaturen.
De regelmodule gebruikt de gekozen curve om
het mengventiel te bedienen, die op zijn beurt de
aanvoertemperatuur naar het systeem aanpast.
Aanvoertemperatuur
80
70
60
50
40
30
20
10
36 34 32 30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6
De keuze van de curve hangt af van een combinatie
van verschillende factoren, zoals hoe goed het huis is
geïsoleerd, de geografi sche locatie, soort verwarmings-/
koelingsysteem enz.
Voorbeeld:
Een slecht geïsoleerd huis wat verwarmd wordt met
radiatoren vereist een kromme met een hogere waarde
dan eenzelfde huis met een vloerverwarming.
De curves in de grafi ek worden ook begrensd door de
ingestelde maximum en minimum parameters in het
systeem (in de grafi ek aangegeven met extra dikke
lijnen).
5 4,5 4 3,5 3 2,5 2
4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 -14 -16 -18 -20
Buitentemperatuur
U P O N O R S M AT R I X M O V E · S N E LG I D S
1,5
1,2
1
0,8
0,7
0,6
0,4
0,2