BEDIENING EN WERKING VAN DE AIRCONDITIONER
Controles voordat u het apparaat gaat gebruiken
Schakel het systeem ten minste 12 uur voordat u het in gebruik neemt in.
Beveiligingsinterval van 3 minuten
Het beveiligingsinterval van 3 minuten voorkomt dat de airconditioner binnen 3 minuten na een
stroomonderbreking opnieuw ingeschakeld kan worden
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking zal het apparaat volledig worden uitgeschakeld.
• Om het apparaat opnieuw te starten drukt u op de toets START/STOP op de afstandsbediening.
• Door bliksem of de aanwezigheid van een werkende mobiele telefoon kan het apparaat defect raken.
Schakel de hoofdschakelaar of de onderbrekerschakelaar uit en vervolgens weer in.
Om het apparaat opnieuw te starten drukt u op de toets START/STOP op de afstandsbediening.
Verwarmingskarakteristieken
Voorverwarmen
De airconditioner zal niet onmiddellijk nadat deze ingeschakeld is, warme lucht leveren.
De warme lucht wordt pas na ongeveer 5 minuten uitgeblazen als de warmtewisselaar van de binnenunit is
opgewarmd.
ONTDOOIEN
Als de buitenunit tijdens verwarmen bevriest, zal de functie ontdooien automatisch (gedurende ongeveer 2 tot
10 minuten) worden ingeschakeld om de verwarmingscapaciteit op peil te houden.
• De ventilatoren van zowel de binnen- als de buitenunit stoppen tijdens ontdooien.
• Tijdens ontdooien zal dooiwater ontstaan op de bodemplaat van de buitenunit
Let op sneeuwafzetting op en bevriezing van de buitenunit
• In gebieden met veel sneeuw zal de luchtinlaat en de luchtuitlaat van de buitenunit vaak bedekt zijn met sneeuw
of zelfs bevroren zijn.
Als de sneeuw of het ijs op de buitenunit niet verwijderd wordt kan de machine defect raken of de
verwarmingscapaciteit afnemen.
• Let in koude gebieden op de afvoerslang zodat deze het water goed afvoert en er geen water in kan
achterblijven (dat zou kunnen bevriezen).
Als het water in de afvoerslang bevriest kan de machine defect raken of de verwarmingscapaciteit afnemen.:
82