Vastzetten Van Het Verlengsnoer; Gebruiksaanwijzing - Toro 51349 Gebrauchsanleitung

Vastzetten van het
verlengsnoer
NB.: Een geschikt verlengsnoer is een
absolute vereiste voor een veilig en
goed gebruik van de Toro trimmer.
Gebruik uitsluitend een verlengsnoer
dat geschikt is voor gebruik
buitenshuis.
1. Sluit het verlengsnoer op de stekker van de
trimmer aan (fig. 7).
2. Maak een lus in het verlengsnoer en haal die
door de opening aan de achterkant van de
bovenste handgreep (fig. 7).
3. Leg de lus om de haak heen om het snoer vast te
zetten, zie figuur 7.
MOGELIJK GEVAAR
Gebruik nooit een beschadigd snoer.
WAT ER KAN GEBEUREN
Een beschadigd snoer kan schokken of brand
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Controleer het snoer voordat u de trimmer
gebruikt. De trimmer niet gebruiken als het
snoer beschadigd is. Een beschadigd snoer
direct vervangen of repareren. Vraag uw
TORO Service Dealer om hulp.
NL–6

Gebruiksaanwijzing

MOGELIJK GEVAAR
Tijdens gebruik van de trimmer kunnen
voorwerpen worden uitgeworpen.
WAT ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen kunnen de
gebruiker of omstanders verwonden.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Draag altijd een veiligheidsbril of andere
bescherming van de ogen, een lange broek en
dichte schoenen als u met de trimmer werkt.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt.
De trimmer dient voor het maaien van gras en laag
onkruid op moeilijk bereikbare plaatsen. Tijdens het
eerste gebruik is het mogelijk dat de snijdraad wat
vaker breekt. Naarmate u de techniek beter onder de
knie krijgt, leert u steeds beter maaien bij bomen,
struiken, muren, hekken, trottoirs, terrassen
enzovoort, waarbij steeds minder draadbreuk of
-slijtage optreedt.
1. Controleer het werkgebied op draad, touw of
soortgelijke voorwerpen die in de snijdraad
verstrikt kunnen raken. Verwijder voorwerpen
die door de trimmer uitgeworpen kunnen
worden.
2. Leg het verlengsnoer zo uit dat het niet in de
weg ligt en voorkom knikken of knopen.
3. Uitsluitend droog gras en onkruid maaien.
4. Beweeg de trimmer langzaam in en uit het
werkgebied, waarbij u de trimmer op de
gewenste snijhoogte houdt. Dit mag een voor- en
achterwaartse beweging of een heen-en-weer
gaande beweging zijn, zoals aangegeven (fig. 8
en 9).
5. Bij het maaien van gras dat hoger dan 20 cm is
of laag onkruid dient stapsgewijs van boven naar
onderen gewerkt te worden, om overmatige
slijtage van de snijdraad te voorkomen.