Nl - Nederlands - Gebruiksaanwijzingen; Vul- En Recirculatieprocedure - dideco D905 EOS ECMO Gebrauchsanweisung

gemonteerd waarbij u rekening moet houden met de draairichting
van de pomp.
RECIRCULATIE-/AFTAPLEIDING
OXYGENATIEMODULE:
recirculatieleiding (fig.2, ref.5 - connector 1/4") aan op het reservoir.
− Controleer of de pos. lock van de coronaire uitlaat goed
afgesloten is (fig.2, ref.7).
− Indien er bloed waar zuurstof aan toegevoegd is nodig is
moet u de rode pos. lock verwijderen en door middel van
het verloopstuk D 532C (dat met het product wordt
meegeleverd) een bloedleiding van 1/4" van het
cardioplegiesysteem op de coronaire uitlaataansluiting
van de D905 EOS ECMO aansluiten.
De coronaire uitlaataansluiting is voorzien van een veiligheidsklep
waardoor het verloopstuk D 523C zonder lekken of hinderlijk
morsen ook tijdens de extracorporale bypass kan worden
aangesloten.
6) AANSLUITING VAN DE TEMPERATUURVOELERS
De aansluiting voor de arteriële temperatuurvoeler (rood – fig.2,
ref.8) bevindt zich in de buurt van de arteriële uitlaat, terwijl de
veneuze voelerhouder (blauw – fig.2, ref.9) zich aan de kant van
de veneuze inlaat bevindt.
Het artikelnr. van de temperatuurvoelers van SORIN GROUP
ITALIA is 9026.
7) KRAAN VAN DE RECIRCULATIE-/AFTAPLEIDING
GESLOTEN IS
Controleer of de kraan van de recirculatie-/aftapleiding (fig.2,
ref.107) aan de bovenkant van de oxygenatiemodule in de stand
"CLOSE" staat (zie het diagram op het etiket).
8) AANSLUITING VAN DE GASLEIDING
Haal het groene kapje van de gasinlaataansluiting die met "GAS
INLET" (fig.2, ref.11) is aangegeven af en sluit er een gasleiding
van 1/4" op aan. Het gas moet toegevoerd worden door een
speciale lucht-/zuurstofmenger zoals de Bird artikelnr. 9374
(verkrijgbaar bij SORIN GROUP ITALIA) of een systeem dat
soortgelijke technische eigenschappen heeft. In het midden van de
"GAS ESCAPE" aansluiting (fig.2, ref.12) treft u de aansluiting aan
voor een capnograaf.
- Het "GAS ESCAPE" systeem is vervaardigd met het doel
om elk mogelijk verstoppingsrisico van de gasuitlaat te
vermijden; indien de gasuitlaat namelijk verstopt zou raken
zou er onmiddellijk lucht in het bloedcompartiment
terechtkomen.
F. VUL- EN RECIRCULATIEPROCEDURE
Gebruik geen vuloplossing op alcohol-basis: hierdoor kan de
goede werking van de oxygenatiemodule aangetast worden.
1) HOUD DE GASFLOW UITGESCHAKELD
2) HOUD DE RECIRCULATIE-/AFTAPLEIDING VAN
DE OXYGENATOR GESLOTEN
Controleer of de kraan op de recirculatie-/aftapleiding (fig.2, ref.10)
dicht is.
3) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LEIDING
AFSLUITEN
Sluit de veneuze leiding die van de patiënt afkomstig is af.
Sluit de arteriële leiding af op enkele centimeters afstand van de
40
VAN
sluit het uiteinde van
NL – NEDERLANDS - GEBRUIKSAANWIJZINGEN
arteriële uitlaataansluiting.
Sluit de uitlaat van het reservoir af.
4) CONTROLE VAN DE WARMTEWISSELAAR
DE
Controleer nogmaals of de warmtewisselaar intact is en ga na dat
de
er geen water lekt.
5) HET RESERVOIRVULLEN
Vul het reservoir met voldoende vloeistof en verzeker u ervan dat
het bedoelde hematocriet wordt verkregen, waarbij u rekening
moet houden met het volgende:
- het statische vulvolume van de oxygenator bedraagt 160 ml;
- de slang van 3/8" heeft een inhoud van 72 ml/m;
- de slang van 1/2" heeft een inhoud van 127 ml/m.
6) HET SYSTEEM VULLEN
- De druk
oxygenatiemodule mag de 100 kPa (1 bar / 14 psi) niet
overschrijden.
- Het drukverschil in het bloedcompartiment tussen de inlaat
en de uitlaat mag de 26 kPa (0,26 bar / 3,8 psi) nooit
overschrijden.
Sluit de uitlaat van het veneus reservoir en haal het pompsegment
(indien aanwezig) af van de kop van de arteriële pomp. Vul de
slang die als pompsegment fungeert door het net zo hoog te
houden als het cardiotomiereservoir en door de klem waarmee de
slang is afgesloten langzaam open te doen. Laat het slanggedeelte
dat nog gevuld moet worden omlaag zakken, de lucht die daarin zit
wordt naar de oxygenator geleid. Het volledig vullen van de
oxygenatiemodule gebeurt door middel van de zwaartekracht. Als
de D905 EOS ECMO gevuld is, plaats dan het pompsegment
(indien aanwezig) in de arteriële pomp.
7) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LEIDING
OPENEN
Haal de klemmen van de veneuze en de arteriële leiding af en
verhoog de flow tot 1500 ml/min.
8) DE RECIRCULATIE-/AFTAPLEIDING OPENEN
Nadat de stappen tot en met punt 7 zijn uitgevoerd moet u de
snelheid van de arteriële pomp verhogen totdat de flow de max.
waarde van 5,0 l/min bereikt. Draai de kraan van de recirculatie-
/aftapleiding gedurende enkele seconden open zodat de
recirculatie-/aftapleiding van de oxygenator wordt gevuld.
9) DE LUCHT
ONTSNAPPEN
Tijdens deze fase moet op heel het systeem geklopt worden om
ervoor te zorgen dat de microluchtbellen van de wanden van de
slangen loslaten. Na enkele minuten waarin de flow op een hoog
niveau moet worden gehouden zal alle aanwezige lucht afgevoerd
zijn.
10) DE RECIRCULATIE-/AFTAPLEIDING SLUITEN
Na 3-5 minuten recirculatie/aftap waarin de flow op een hoog
niveau wordt gehouden zal alle lucht afgevoerd zijn en kunt u de
recirculatie-/aftapleiding door middel van de betreffende kraan
sluiten.
Stop de arteriële pomp.
11) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LEIDING
AFSLUITEN
- Gebruik tijdens de vulfase geen pulserende flow.
- Controleer of de dosering van de anticoagulans in het
systeem juist is alvorens met de bypass te beginnen.
in het bloedcompartiment
UIT HET SYSTEEM
van de
LATEN