Installeren / In Bedrijf Stellen; Eerste Inbedrijfstelling - Acteon satelec Mini LED 2 Benutzerhandbuch

MLED AF II V4 V2:Mise en page 1
Opslag:
Vochtigheidsgraad:
Werking:
Opslag:
Atmosferische druk
IV – INSTALLEREN / IN BEDRIJF
STELLEN
4.1 UITPAKKEN
Controleer bij ontvangst of er mogelijk transportschade
is ontstaan.
Neem zonodig contact op met uw leverancier.
4.2 AANBEVELINGEN
Controleer of de omgeving aan de eisen voldoet
(omgevingstemperatuur tussen 10°C en 40°C en
vochtigheid tussen 30 % en 75 %).
4.3 INSTALLEREN
Het apparaat mag niet in de nabijheid van of
bovenop een ander apparaat worden geïnstalleerd.
Leg de voedingskabel niet in een kabeldoorvoer of
een kabelgoot.
Verwijder de beschermdoppen van het handstuk,
schroef het accupak op het handstuk en steek daarna de
gesteriliseerde lichtgeleidende tip in het handstuk.
Zorg dat de lichtgeleidende tip goed op zijn plaats zit
(aangegeven door een klik).
Controleer of alle segmenten zichtbaar zijn op het lcd-
scherm nadat u de accu op de juiste wijze heeft
geschroefd.
Installeer de laadvoet op een harde, stabiele
ondergrond die niet schuiner is dan 5°.
Gebruik de juiste stekker om aan te sluiten op de
adapter.
Sluit de netadapter op de stroom aan na eerst te hebben
gecontroleerd of de aangegeven spanning overeenkomt
met de netspanning in de ruimte.
Twee pieptonen bevestigen dat de lamp op de juiste
wijze op de houder is geplaatst.
15/04/2011 09:31
-20°C tot +70°C De doorzichtige houder gaat blauw branden en
knipperen om aan te geven dat het accupak wordt
opgeladen. Zodra het accupak volledig is geladen, stopt
30 % tot 75 % het knipperen en blijft de houder constant blauw
10 % tot 100 % branden.
inclusief condensatie

4.4 EERSTE INBEDRIJFSTELLING

700hPa - 1060 hPa Voorafgaand aan het gebruik:
- de meegeleverde batterijen worden voor verzending
tot slechts 60 % geladen. Ze moeten dus eerst volledig
worden opgeladen;
- alle sterilseerbare accessoires moeten voor gebruik
gesteriliseerd
glasvezeluiteinde en de beschermdop) en de laadvoet
en het apparaat moeten gedesinfecteerd worden (zie
het hoofdstuk over onderhoud).
4.5 VOORGESTELDE TIJDEN
De Mini LED AutoFocus 2 beschikt over 4 menu's:
- Snelle modus: 5 seconden (weergegeven als 05);
- Gepulseerde modus: 5 impulsen van 1 seconde met
pauzes van 250 milliseconden (weergegeven als 06);
- Geleidelijke modus: 6 seconden geleidelijk oplopend
en 3 seconden op vol vermogen (weergegeven als 09);
- Geleidelijke Soft modus: 10 seconden geleidelijk
oplopend en 10 seconden op 1250 mW/cm² ± 10 %
(weergegeven als 20).
4.6 VOORGESTELDE FUNCTIES
De Mini LED AutoFocus 2 beschikt over 2 functies:
AutoFocus en Laser.
De AutoFocus-functie werkt alleen in de menu's Snelle
en Gepulseerde modus:
- van 5 tot 8 seconden in de menu's Snelle modus;
- van 6 tot 9 seconden in de menu's Gepulseerde modus
(van 5 tot 8 impulsen).
De laser werkt in alle menu's gedurende de tijd dat de
gebruiker de ON/OFF-toets indrukt.
Met behulp van de rechtertoets (Fig. 2-7) kunt u de
volgende combinaties selecteren:
- AutoFocus (weergegeven als AF);
- Laser (weergegeven als LA);
- AutoFocus en Laser (weergegeven als AF en LA);
- Geen AutoFocus en geen Laser.
U bevestigt uw keuze door op de linkertoets te drukken
(Fig. 2-6).
94
Page 94
worden (het lichtgeleidende