Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Watergebruik En Controle Op Waterkwaliteit; Elektrische Installatie; De Adresseringen En In Gebruik Zijnde Apparaten Instellen; Proefdraaien - Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-WM1016V-AB Installationshandbuch

Air-conditioners for building application indoor unit
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 16
5.3. Watergebruik en controle op
waterkwaliteit
Om de waterkwaliteit te behouden, gebruik een watercircuit van het gesloten type.
Als de kwaliteit van het water te wensen overlaat, kan er op de
waterwarmtewisselaar aanslag worden afgezet, met als gevolg een verminderde
werking van de warmtewisselaar en mogelijke corrosie ervan. Let dus goed op de
kwaliteit van het water (aanwezigheid van kalk en eventueel vuil), als u het
watercirculatiesysteem installeert.
Verwijderen van vreemde voorwerpen en vuilaanslag uit de leidingen
Tijdens de installatie dient u er goed op te letten dat er geen vreemde voorwer-
pen, zoals lasslakken, stukjes pakking of roest in de leidingen terechtkomen.
Kwaliteit van het water
1 Afhankelijk van de kwaliteit van het water voor het koudwatercircuit dat in de
air-conditioning wordt gebruikt, kan het gebeuren dat de koperen leidingen
van de warmtewisselaar corroderen.
Wij raden u aan om het water op een eenvoudige manier te testen.
Wanneer er een tank voor de watervoorziening is geïnstalleerd, dient het
contact met de lucht tot een minimum te worden beperkt en mag de
hoeveelheid opgeloste zuurstof in het water niet groter zijn dan 1 mg/ℓ.

6. Elektrische installatie

Raadpleeg van te voren alle van toepassing zijnde reglementen van de
energiebedrijven.
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens worden gedaan in
overeenstemming met alle van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de meegeleverde instructiehandleidingen. Er
moeten ook speciale circuits gebruikt worden. Als de stroomvoorziening te
laag wordt gedimensioneerd of als er montagefouten worden gemaakt kan dit
elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Sluit alle kabels goed aan.
Sluit het netsnoer aan op de bedieningsdoos m.b.v. een kabeldoorvoer die
spankrachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets dergelijks).
[Fig. 6.0.1] (P.5)
A Regelkastje
C ø21 gat (gesloten rubberen bus)
E Klem de kabels hier vast
Sluit het netsnoer niet aan op het klemmenbord voor de bedieningskabels.
(Als u dit wel doet, kan het stuk gaan.)
Zorg voor de bedrading tussen de controledraad klemborden van het
binnenapparaat, buitenapparaat en HBC-/Sub-HBC-controller.
Gebruik tweeaderige signaalkabels zonder polariteit.
Gebruik tweeaderige afgeschermde kabels (CVVS, CPEVS) met een diameter van
1,25 mm
voor de signaaldraden.
2

7. De adresseringen en in gebruik zijnde apparaten instellen

De adresschakelaar van elk HBC-/Sub-HBC-controller is ingesteld op "000" bij het
verlaten van de fabriek.
Stel de adresswitch in naar een adres dat gelijk is aan het laagste adres van de
binnenapparaten die zijn aangesloten op de HBC-/Sub-HBC-controller plus 50.

8. Proefdraaien

Controleer het volgende voordat u een test uitvoert:
Controleer nadat u de binnenunits en HBC Controllers hebt geïnstalleerd
en de leidingen en kabels hebt aangesloten nog een keer of er geen
koelvloeistof lekt, water lekt, of de aan- en afvoer niet omgekeerd
gemonteerd zijn en of de voedings- en besturingskabels slap hangen.
Gebruik een 500V-isolatiemeter om te controleren of de isolatieweerstand
tussen het aansluitblok van de voeding en de aarde meer dan 1,0 MΩ is.
Als de weerstand minder dan 1,0 MΩ is, gebruik het apparaat dan niet.
Nadat de waterleiding met water is gevuld, moet de leiding worden ontlucht. Alle
gegevens over het ontluchten staan in de aparte handleiding voor onderhoud
van de waterleiding.
B Voedingskabel
D Transmissiedraden
2Waterkwaliteitsnorm
Items
pH (25°C)
(mS/m) (25°C)
Elektrische geleiding
(µ s/cm) (25°C)
(mg Cl-/ℓ)
Chloride-ion
(mg SO4
/ℓ)
Sulfaation
2-
Zuurverbruik (pH4,8)
(mg CaCO
/ℓ)
3
(mg CaCO
/ℓ)
Totale hardheid
3
(mg CaCO
/ℓ)
Kalkhardheid
3
(mg SiO
/ℓ)
Ionensilica
2
(mg Fe/ℓ)
IJzer
Koper
(mg Cu/ℓ)
Sulfide-ion
(mg S
/ℓ)
2-
(mg NH
/ℓ)
Ammoniumion
+
4
Restchloor
(mg Cl/ℓ)
(mg CO
/ℓ)
Vrije kooldioxide
2
Ryznar-stabiliteitsindex
Gegevens uit : Guideline of Water Quality for Refrigeration and Air Conditioning
Equipment. (Richtlijn voor waterkwaliteit van koel- en
airconditionerapparatuur) (JRA GL02E-1994)
3 Raadpleeg een expert op het gebied van waterkwaliteit over
waterkwaliteitcontrolemethoden en -berekeningen, alvorens over te gaan tot
het gebruik van anticorrosiemiddelen.
De schakelaarcapaciteit van de hoofdvoeding van de HBC-/ Sub-HBC-controllers en
de draadgrootte zijn als volgt:
Schakelaar (A)
Smeltveiligheid
Vermogen
Zekering
16
16
20 A
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar de installatiehandleiding
van het buitenapparaat.
Netspanningskabels van apparatuur mag niet lichter zijn dan ontwerp 245 IEC 53
of 227 IEC 53.
Een schakelaar met een contactonderbreking van minimaal 3 mm in elke pool
moet door de airconditionerinstallateur worden geleverd.
Let op:
Gebruik alleen de correcte waarde voor de zekering en de onderbreker. Bij
toepassing van zekeringen of leidingen van een verkeerde capaciteit kan een
defect of brand optreden.
Zorg ervoor dat de buitenapparaten geaard zijn. Sluit de aardingskabel niet
aan op een gasleiding, een waterleidingspijp, een bliksemafleider of een
telefoonaardingskabel.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Ken de HBC-controler een adres toe dat gelijk is aan het laagste adres van
de binnenapparaten die zijn aangesloten op de HBC-/Sub-HBC-controller
plus 50. Als het adres echter overlapt met de adressen van andere
apparaten, kan dan het adres toe dat gelijk is aan het volgende laagste
adres plus 50.
Raadpleeg hiertoe de installatiehandleiding van de buitenapparaten.
Let op:
Meet nooit de isolatieweerstand van het aansluitblok voor de
besturingskabels.
Het niet goed ontluchten van het systeem, het sluiten van de kleppen
stroomopwaarts of stroomafwaarts ten opzichte van de pomp enz. kan
ertoe leiden dat de pomp zonder water pompt, waardoor de pomp defect
kan raken.
Zorg voor het vervangen van een pomp dat de stroomvoorziening is
afgekoppeld. Verwijder of bevestig de koppeling van de pomp niet wanneer
de pomp onder stroom staat. Anders zal de pomp stuk gaan. Wacht na het
uitschakelen van de stroomvoorzieningen 10 minuten voordat u verdergaat
met de werkzaamheden.
Watersysteem voor de lagere-
Tendens
middentemperatuur Watertemp.
Recirculerend
Corro-
water
Bijvulwater
sief
[20<T<60°C]
7,0–8,0
7,0–8,0
30 of minder
30 of minder
[300 of minder]
[300 of minder]
50 of minder
50 of minder
50 of minder
50 of minder
50 of minder
50 of minder
70 of minder
70 of minder
50 of minder
50 of minder
30 of minder
30 of minder
1,0 of minder
0,3 of minder
1,0 of minder
0,1 of minder
Niet waar-
Niet waar-
neembaar
neembaar
0,3 of minder
0,1 of minder
0,25 of minder
0,3 of minder
0,4 of minder
4,0 of minder
6,0–7,0
Aardlekschakelaar
Draaddiameter
20 A 30 mA
1,5 mm
0,1 s of minder
15
Aanslag-
vorming
2

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis