Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Waterleiding Isolatie - Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-WM1016V-AB Installationshandbuch

Air-conditioners for building application indoor unit
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 16
Opmerking:
Verwijder braam na het afsnijden van de pijpen om te voorkomen dat dit in
de pijpverbinding. terechtkomt.
Controleer of er geen scheur in de rand van de leidingen zit.
[Fig. 5.1.3] (P.5)
A HBC-controller
C Naar Sub-HBC-controller (warm water) D Van Sub-HBC-controller (warm water)
E Naar Sub-HBC-controller (koud water) F Van Sub-HBC-controller ((koud water)

5.2. Waterleiding isolatie

1. Sluit de waterleidingen van elk binnenapparaat aan op de overeenstemmende
(juiste) eindaansluitingnummers zoals aangegeven in de rubriek voor de
aansluiting van een binnenapparaat van elke HBC controller. Bij aansluiting op
een verkeerd eindaansluitingsnummer is er geen normale werking.
2. Vermeld de naam van de modellen van de binnenapparaten op het naamplaatje
van de HBC controllerkast (ter identificatie), en de eindaansluitingnummers en
adresnummers van de HBC controller op het naamplaatje op de zijkant van het
binnenapparaat.
Maak in het geval van afdekkappen voor ongebruikte eindaansluitingen, gebruik
dan ontzinkingsbestendige messing (DZR) (ter plaatse te leveren). Het niet
gebruiken van de rubberen doppen zal leiden tot waterlekkage.
3. Zorg ervoor isolatie toe te voegen aan de waterleidingen door de waterleidingen
apart te bekleden met hittebestendige polyethyleen van voldoende dikte, zodat
er geen ruimte wordt waargenomen tussen het binnenapparaat en het
isolatiemateriaal, en tussen het isolatiemateriaal zelf. Wanneer de isolatie
onvoldoende is, bestaat er kans op condensatie enz. Bijzondere aandacht dient
te worden besteed aan de isolatie van het plafond van de tussenruimte.
[Fig. 5.2.1] (P.5)
A Plaatselijk aangeschaft isolatiemateriaal voor leidingen
B Hier vastmaken door middel van een klemring of tape.
C Laat geen openingen.
E Isolatiemateriaal (ter plaatse te voorzien)
F Apparaatkant van het isolatiemateriaal
Het isolatiemateriaal voor leidingen dat ter plaatse wordt aangebracht moet aan
de volgende specificaties voldoen:
HBC controller
20 mm of meer
-binnenapparaat
HBC controller
20 mm of meer
-sub-HBC-controller
Deze specificaties berusten op het gebruik van koperen buizen voor de
waterleiding. Bij het gebruik van kunststof leidingen, kies een dikte op basis van
de prestaties van de kunststof buis.
Installatie van leidingen in een omgeving met hoge temperatuur en hoge
luchtvochtigheid, zoals de bovenste verdieping van een gebouw, kan het gebruik
vereisen van isolatiematerialen dikker dan genoemd in de tabel hierboven.
Wanneer aan bepaalde specificaties naar de vereisten van de klant moet worden
voldaan, zorg er dan voor dat deze ook voldoen aan de specificaties in de tabel
hierboven.
4. Expansievat
Installeer een expansievat om het expansiewater op te vangen.
Installeer het expansievat op dezelfde hoogte als de HBC.
Selectiecriteria voor het expansievat:
• Het watervolume van de HBC en het binnenapparaat.
Model
HBC controller
PEFY-WP20VMA
PEFY-WP25VMA
PEFY-WP32VMA
PEFY-WP40VMA
PEFY-WP50VMA
* Voor andere binnenapparaten,, raadpleeg de installatiehandleiding van elk
apparaat.
• De maximale watertemperatuur bedraagt 60°C.
• De minimale watertemperatuur bedraagt 5°C.
• De ingestelde druk van de circuit veiligheidsklep bedraagt 370-490 kPa.
• De hoofddruk van de circulatiepomp bedraagt 0,24 MPa.
• De ontwerpdruk van het expansievat is de geladen waterdruk (de aflezing van
de manometer).
• Het tankvolume van het expansievat is als volgt:
Tankvolume = ε × G/(1 - (Paanvoer + 0,1)/0,29) × 1,2
ε = expansiiecoëfficient van water
(= 0,0171)
* Kies ε voor het gebruik van antivriesoplossing van het gebruikte type en tempe-
ratuurbereik.
ε = Max dichtheid / Min dichtheid - 1
G [L] = (HBC [L] + Binnenapparaat [L] + Pijp [L]) × 1,1
Paanvoer: Leidingwaterdruk [MPa]
14
B Sub-HBC-controller
D Overlapping van meer dan 40 mm
(Eenheid: L)
Water volume
10
0,7
1
1,8
5. Maak de waterleidingen, kleppen en afvoerleidingen lekvrij. Maak de volledige
lengte lekvrij; ook de uiteinden van de leidingen zodat er geen condensatie in de
geïsoleerde leidingen kan binnendringen.
6. De uiteinden van de isolatie waterdicht maken zodat er geen condensatie tussen
de leidingen en isolatie kan komen.
7. Voeg een aftapklep toe, zodat het apparaat en de leidingen kunnen worden
afgetapt.
8. Zorg ervoor dat er geen openingen zijn tussen de isolatie van de leidingen.
Isoleer de leidingen tot aan het apparaat.
9. Zorg ervoor dat de helling van de leidingen van de afvoerbak voldoende is zodat
de afvoer enkel naar buiten kan worden geblazen.
10. Afmetingen van de leidingen en de koppelstukken van de leidingen van de HBC.
[Fig. 5.2.2] (P.5)
Afmeting aansluiting
Binnenapparaat
Water aanvoer
Buit.diam.
PEFY-W·VMA
22.0 mm
* Voor andere binnenapparaten, raadpleeg de installatiehandleiding van het binnenapparaat.
* De leidingdiameter is afhankelijk van de capaciteit van de binnenunits.
Raadpleeg de installatiehandleiding voor de binnenunit voor details.
A Naar buitenapparaat
B Eindaansluiting (solderen)
C Hoofd-HBC-controller
D Sub-HBC-controller
E Binnenapparaat
F Tweeling leiding (ter plaatse te voorzien)
G Tot maximum drie apparaten voor één vertakkingsopening; totale capaciteit: minder
dan 80 (maar in dezelfde modus, afkoelen/verwarmen)
H Afsluitklep (ter plaatse te voorzien)
I Drukregelklep (ter plaatse te voorzien)
J Klep voor automatische luchtventilatie (Hoogste punt in de waterleiding voor elke
vertakking) (ter plaatse te voorzien)
K Waterleiding
Opmerking:
*1. Aansluiting van meerdere binnenapparaten met één aansluiting (of
gemeenschappelijke leiding)
Totale capaciteit van aansluitbare binnenapparaten: minder dan 80
Aantal aansluitbare binnenapparaten: maximum 3 sets
Keuze van de waterleidingsbuis
Selecteer de afmeting overeenkomstig de totale capaciteit van binnenapparaten
die stroomafwaarts worden geïnstalleerd.
Groepeer de apparaten die op 1 vertakking werken.
Wanneer meerdere binnenapparaten op één poort worden aangesloten, moet
een drukregelklep in de leiding worden aangebracht om de druk van alle
binnenapparaten gelijkmatig te verdelen.
11. Zie [Fig. 5.2.3] voor het aansluiten van de watervoorziening.
[Fig. 5.2.3] (P.5)
A HBC controller
B Waterleiding
C Drukmeter (ter plaatse te voorzien)
D Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
E Afsluitklep (ter plaatse te voorzien)
F Drukreductieklep (ter plaatse te voorzien)
G Inlaatrooster (ter plaatse te voorzien)
12. Hanteer de formule 0,1 [MPa] < 0,01 + 0,01 x A < 0,16 [MPa] voor de te
gebruiken aanvoerdruk.
(A: Hoofddruk (m) tussen de HBC en het hoogste binnenapparaat)
Als de aanvoerdruk hoger is dan 0,16 MPa, moet een drukreductieklep worden
gebruikt om de druk binnen de marges te houden.
Als de hoofddruk onbekend is, dient deze te worden ingesteld op 0,16 MPa.
13. Zorg voor het uitvoeren van een druktest op de leidingen in het watercircuit dat
op de aan- en afvoerwaterleidingen van de binnenapparaten een afsluitklep
gemonteerd wordt. Installeer ook een inlaatrooster op de geïnstalleerde
waterleidingen voor het gemak van bediening en onderhoud.
14. Breng isolatie aan op de leidingen van het binnenapparaat, zeef, afsluitklep en
drukreductieventiel.
15. Voeg geen anti-corrosie middel aan het watersysteem toe.
16. Bij het installeren van het HBC-apparaat in een omgeving waar de
temperatuur onder 0°C kan dalen, voeg antivriesoplossing (alleen
propyleen glycol) aan het circulerende water toe volgens de plaatselijke
voorschriften.
Afmeting leiding
Water afvoer
Water uit
Water retour
Buit.diam.
Binn.diam.
Binn.diam.
22.0 mm
20 mm
20 mm

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis