Maaien; Slepen/Transporteren - Textron Jacobsen Super LF 1880 Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch

6.8

MAAIEN__________________________________________________________________

!
WAARSCHUWING
Houdt uw handen, voeten en kleding van de
draaiende maaieenheden vandaan om ernstig letsel
te voorkomen.
NOOIT uw handen gebruiken om de maaieenheden
schoon te maken. Gebruik een borstel om grasresten
van de messen te verwijderen. De messen kunnen
scherp zijn en kunnen letsel veroorzaken.
Schakel de haspelschakelaar
parkeerrem in, schakel de motor uit en verwijder het
contactsleuteltje om de maaieenheid schoon te
maken en vreemde voorwerpen te verwijderen.
Maaien:
1. Start de motor en laat de maaiers neer op de grond.
2. Draai de haspelschakelaar naar AAN en ontkoppel
de parkeerrem.
6.9

SLEPEN/TRANSPORTEREN _________________________________________________

Als de maaier problemen ondervindt, moet worden
uitgezet en van het terrein verwijderd moet worden, moet
deze voor het transport op een oplegger geladen
worden. Als er geen oplegger beschikbaar is, kan de unit
over korte afstanden gesleept worden.
Wees voorzichtig bij het laden en lossen van de maaier.
Bevestig de maaier aan de oplegger om te voorkomen
dat de maaier tijdens het transport gaat rollen of
verschuiven.
Open de sleepklep voor het slepen. Met de sleepklep
kunt u de maaier verplaatsen zonder de motor te starten
en voorkomt u schade
componenten.
De sleepklep (A) bevindt zich op de bodem van de
aandrijfpomp onder de maaier. Draai de borgmoer op de
klepsteel los om de klep te openen en draai de klep
linksom.
Voordat u gaat slepen, moet u zorgen dat de
maaieenheden omhoog gebracht zijn. Als ze niet
omhoog gebracht kunnen worden, moeten ze verwijderd
worden.
Sluit de klep volledig en zet deze na het slepen vast met
de borgmoer.
OPGELET
Rijd niet sneller dan 2 m/u (3,2 km/u) tijdens het
slepen. Slepen over lange afstanden wordt afgeraden.
uit, schakel de
aan de hydraulische
OPGELET
Gebruik de haspels nooit wanneer ze geen gras
maaien om schade aan de haspel en de sledemessen
te voorkomen.
3. Schakel de hendel naar SNEL en trap het
tractiepedaal dan langzaam in tot de gewenste
maaisnelheid.
a. Laat de stroken elkaar een paar inch overlappen
voor een gelijkmatig maaipatroon.
b. Stop en breng de maaidekken omhoog naar de
transportstand wanneer u bij paden of wegen
oversteekt. Let op ander verkeer.
4. Voor het verwijderen
grasvangers, laat u de maaieenheden neer op de
grond, koppelt u de parkeerrem en schakelt u de
motor uit. Kantel de grasopvangbak zodanig dat de
voorrand van het motorframe komt en schuif de bak
op of van het frame.
Slepen/transport over lange afstand. Als de maaier
over de snelweg getransporteerd moet worden, moeten
de banden worden opgepompt tot:
Voor – 18 psi (1,24 bar)
Achter - 24 psi (1,65 bar)
Na het uitladen van de maaier kunt u de bandendruk
naar de normale werkdruk verlagen. Zie Deel 6.7
BEDIENING
of installeren van de
A
Afbeelding 6E
nl-27
6