Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Textron Jacobsen Super LF 1880 Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch Seite 81

Fairway mäher mit überrollbügel
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Jacobsen Super LF 1880:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6.6
RIJDEN/VERVOEREN ______________________________________________________
Lees alle veiligheidsopmerkingen in deze handleiding
door en volg ze op wanneer u met de maaier gaat rijden
of deze transporteert. Raadpleeg hoofdstuk 6.3 voor
algemene bedieningsinstructies. Wanneer u in achteruit
rijdt, kijk om u heen om te garanderen dat het pad vrij is.
Belangrijk: Als deze maaier op openbare wegen wordt
gereden, moet het voldoen aan de federale, nationale en
lokale verordeningen. Neem contact op met de lokale
autoriteiten voor reguleringen en machinevereisten.
6.7
BEDIENING OP EEN HELLING _______________________________________________
!
WAARSCHUWING
Om het risico van kantelen te beperken, is op en neer
rijden (verticaal), en niet dwars rijden (horizontaal), de
veiligste manier van rijden op hellingen en terrassen.
Vermijd
onnodige
bochten,
snelheden, wees alert op verborgen gevaren en laad-
en losplekken.
!
OPGELET
Gebruik deze maaier niet op hellingen die steiler zijn
dan 20°.
De maaier werd ontworpen met goede tractie en
stabiliteit onder normale bedieningsomstandigheden.
Wees echter voorzichtig tijdens de bediening op
hellingen, vooral op ruw terrein of wanneer gras nat is.
Nat gras vermindert de tractie en stuurcontrole.
1. Zorg dat de motor altijd draait met de gasklep
volledig open tijdens het maaien, maar verlaag de
voorwaartse
snelheid
maaifrequentie te behouden.
2. Als het voertuig neigt te gaan slippen of de banden
sporen beginnen te maken, draai de maaier naar
een minder steile hellinggraad totdat de tractie wordt
herwonnen en de banden geen sporen meer
maken.
3. Als de maaier blijft slippen, is de helling te stijl voor
veilige bediening. Probeer niet nogmaals de helling
te berijden, maar rijd langzaam achteruit.
4. Bij het van de helling afrijden laat u altijd de
maaidekken op de grond neer om het risico van
kantelen te verkleinen.
Een correcte bandendruk is van essentieel belang voor
maximale tractie.
Voor en achter - 0,69 - 0,83 BAR (10-12 psi).
rijd
op
gematigde
om
een
aangepaste
1. Ontkoppel alle aandrijvingen en breng de werktuigen
omhoog naar de transportpositie bij het rijden van en
naar het werkgebied.
2. Ontkoppel de parkeerrem en zet de hefboom van de
gasklep op 'SNEL'. Duw het tractiepedaal langzaam
in.
!
OPGELET
Om kantelen of controleverlies te voorkomen, moet u
langzaam rijden wanneer u een bocht neemt.
20°
36%
Degrees are shown to nearest 1/4°
BEDIENING
Maximum
20°
Maximum
36%
Afbeelding 6B
0%
Afbeelding 6C
6
nl-25

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis