Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Textron Jacobsen Super LF 1880 Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch Seite 76

Fairway mäher mit überrollbügel
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Jacobsen Super LF 1880:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

5
BEDIENINGSELEMENTEN
N. Watertemperatuurmeter
Geeft de temperatuur van het motorkoelmiddel weer.
De normale bedrijfstemperatuur moet tussen 71 °C-110
°C (160 °F- 230 °F) liggen. Bij temperaturen boven 110
°C (230 °F) gaat een alarm af. Zie Hoofdstuk 5.3.
O. Voltmeter
Geeft toestand van de accu aan. Tijdens de normale
werking mag de meter zich nooit in het rode gebied
bevinden.
P. Lampje motoroliedruk
Het lampje gaat branden als de motoroliedruk daalt
tot beneden 0,48 BAR (7 PSI). Stop de motor
onmiddellijk, bepaal de oorzaak en verhelp het
probleem voordat u deze weer in gebruik neemt.
Q. Claxon
Het alarm weerklinkt om de bediener te waarschuwen
voor omstandigheden die onmiddellijke aandacht
vereisen. Zie Hoofdstuk 5.3.
R. 2 WD-/4 WD-schakelaar
Zet de maaier in twee- of vierwielaandrijving.
S. Joystick omhoog/omlaag bewegen
De joystick beweegt de maaiers omhoog en omlaag.
Druk deze naar voren om de maaiers omlaag te
bewegen en trek hem naar achteren om ze omhoog te
bewegen.
T. Haspelschakelaar
De haspelschakelaar is een tuimelschakelaar met 3
standen
en
een
neutraalstand. Met de hendel kunnen de maaiers
worden ingesteld op vooruit of achteruit draaien. Zet de
maaierschakelaar in de stand UIT (midden) wanneer u
de maaier start.
Vooruit - Duw de schakelaar naar de VOORUIT-
stand
(maaien)
schakelaar in deze positie zullen de maaiers
automatisch starten als ze worden neergelaten en
stoppen als ze worden omhooggebracht. Zet de
schakelaar weer in de centrale positie om de maaiers
uit te schakelen.
Achteruit - De maaier kan in de omgekeerde
richting worden gebruikt voor achteruitdraaien,
het
bedienen
verwijderen van grasophopingen uit maaiers of het
losmaken van voorwerpen die vastzitten in maaiers.
Duw de schakelaar in de ACHTERUIT-stand om de
mesrotatie om te keren.
Tijdens het achteruitdraaien moet de parkeerrem
worden aangetrokken, het tractiepedaal in neutraal
worden gezet en moeten zowel de haspelschakelaar (T)
als de achteruitdraaischakelaar (L) worden ingesteld op
ACHTERUIT.
Zie
onderhoudshandleiding.
nl-20
vergrendelingslipje
voor
om
te
maaien.
Met
van
verticale
maaiers,
de
Onderdelen-
U. Lichtschakelaar
Regelt de werking van de werklampen.
V. Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft vier standen. UIT -
GEACTIVEERD - GLOEIBOUGIE - START. Zie
Hoofdstuk 6.4.
W. Gasklep
Om de motorsnelheid te regelen. Bedien de maaier met
een volledig geopende gasklep bij normale bediening.
X. Lampje parkeerrem
Geeft aan dat de parkeerrem is ingeschakeld. De
parkeerrem moet worden gelost voor het indrukken
van het tractiepedaal.
Y. Zekeringblokken
Worden gebruikt als beschermingscircuit voor de
elektrische systemen. Zie de Onderdelen- en
onderhoudshandleiding.
Z. Claxonschakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om het alarmsysteem
te testen of om het alarm uit te schakelen nadat een
laag oliepeil is gedetecteerd. Houd schakelaar in de
AAN-positie bij het starten en bedienen van de maaier.
Zet de schakelaar in UIT en weer in GEACTIVEERD om
het alarm te testen. Zie
de
de
het
en
hoofdstuk 5.3 .

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis