Makita 7104L Betriebsanleitung Seite 23

WAARSCHUWING:
• Vergrendel de kop van het gereedschap altijd met de
vergrendelhaak wanneer het gereedschap niet wordt
gebruikt.
• Probeer nooit in een vervormd of getordeerd werkstuk
te frezen waarop het gereedschap niet stevig is
bevestigd.
De aanwijzer en aanwijsplaat afstellen
De gele aanwijzer en aanwijsplaat zijn in de fabriek
afgesteld op de standaard geleverde freesketting van
16,5 mm. Als om een of andere reden de uitlijning niet
goed is, of u een andere maat freesketting gebruikt, draait
u de schroeven los en stelt u de gele aanwijzer en
aanwijsplaat af.
Gat vergroten
1. Vergroten van de breedte (dwarsrichting)
(zie afb. 10)
Het gat kan in de dwarsrichting worden vergroot door de
meetplaat af te stellen. Maximale vergroting van de
breedte van het gat is 15 mm.
Voorbeeld:
Wanneer u een gat van 25 mm breed wilt frezen met
een freesketting van 16,5 mm, gaat u als volgt te
werk:
• Duw de hendel (B) van u af. Draai de
zeskantbouten los waarmee de meetplaat is
vastgezet.
• Stel de meetplaat af zodat de afgelegde afstand (D)
8,5 mm is: 25 mm – 16,5 mm = 8,5 mm. Draai de
zeskantbouten vast om de meetplaat vast te zetten.
• Frees het eerste gat met de hendel (B) van u af
geduwd. Trek vervolgens de hendel (B) naar u toe
en frees nogmaals om het gat te vergroten.
OPMERKING:
• De meetplaat is in de fabriek afgesteld op het frezen
van gaten met een breedte van 30 mm.
2. Vergroten van de lengte (langsrichting)
De lengte van het gat kan worden bepaald in drie
stappen, zoals afgebeeld in onderstaande tabel.
Stand van de freesketting
Oorspronkelijke stand
Stelstand 1
Stelstand 2
OPMERKING:
• Afhankelijk van de kettingspanning kan het gefreesde
gat iets langer zijn dan ingesteld.
• De zeskantbouten voor het afstellen zijn in de fabriek
afgesteld op het frezen van gaten met een lengte van
90 mm in stel stand 1, en 120 mm in stel stand 2.
Duw de rechterhandgreep omlaag terwijl u de
rechterhandgreep omhoog trekt. Zorg ervoor dat de
zeskantbout voor het afstellen goed op zijn plaats valt.
(zie afb. 11)
Draai de zeskantmoer los waarmee de zeskantbout voor
afstellen is vastgezet. Draai de zeskantbout voor afstellen
totdat de freesketting de gewenste stand heeft bereikt, en
draai daarna de zeskantbout vast. (zie afb. 12)
Lengte van te frezen gat
52,5 mm
52,5 mm – 105 mm
77,5 mm – 130 mm
WAARSCHUWING:
• Wanneer u druk uitoefent om de zeskantbout voor
afstellen of de zeskantmoer te draaien, let u erop dat
de zeskantbout voor afstellen niet uit de ingestelde
stand glijdt.
Om de freesketting terug te brengen in de loodrechte
(oorspronkelijke) stand, trekt u de hendel (C) naar u toe
terwijl u de rechterhandgreep omlaag duwt en de
linkerhandgreep licht omhoog trekt, en zo de freesketting
terugbrengt in de oorspronkelijke stand.
Als u een gat freest, gebruikt u eerst de loodsrechte
stand, daarna stelstand 1 en tenslotte stelstand 2. Zorg
ervoor dat de kop van het gereedschap altijd veilig is
vergrendeld met de vergrendelhaak wanneer u de stand
van de freesketting verandert. (zie afb. 13)
Wanneer u een gat zowel in de dwarsrichting als in de
langsrichting vergroot, freest u de gaten in de volgorde
aangegeven met nr. (1) t/m nr. (6). Zo kunt u het gat
gemakkelijker en efficiënt vergroten. (zie afb. 14)
WAARSCHUWING:
• Probeer nooit een gat te vergroten waneer de
freesketting nog in het gat zit. Hierdoor zal een
instabiele en gevaarlijke situatie ontstaan.
• Verander nooit de hoek van de freesketting tijdens het
frezen van het eerste gat omdat hierdoor een
gevaarlijke reactiekracht wordt opgeroepen. Zorg er
altijd voor dat de freesketting in de loodrechte stand
staat bij het frezen van het eerste gat.
Met dit gereedschap kunt u overlapnaden van maximaal
130 mm frezen. (zie afb. 15)
OPMERKING:
• U kunt overlapnaden alleen frezen op de voorkant van
het werkstuk (de kant die van u af ligt).
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u
een inspectie of onderhoud uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De koolborstels vervangen (zie afb. 16)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, plaats
de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast.
(zie afb. 17)
Smeren
Verwijder na gebruik vuil, houtsnippers en vreemde
stoffen vanaf het gereedschap. Smeer daarna de
bewegende delen (met name de freesketting) en de
contactdelen.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
23