Aansluitschema's Met Installatievoorbeelden; In Bedrijf Nemen; Codeerschakelaar Instellen; Inbedrijfname Van De Installatie En De Module - Bosch MM 200 Installationsanleitung Für Das Fachhandwerk

14 | In bedrijf nemen

3.2.4

Aansluitschema's met installatievoorbeelden

De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een vrijblij-
vend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische schakeling.
▶ De veiligheidsvoorzieningen moeten conform de geldende normen
en lokale voorschriften worden uitgevoerd.
▶ Zie voor meer informatie en mogelijkheden de planningsdocumenten
of het bestek.
Functie cv-circuit
1 ongemengd, 1 gemengd
2 gemengd
Boilerlaadcircuit met gescheiden boilerlaad-
1)
pomp: en circulatiepomp, 1 gemengd
1 gemengd, 1 constant
2 verwarmen/koelen
1 ongemengd, 2 gemengd, 1 boilerlaadcircuit
met cv-ketel
1 ongemengd, 2 gemengd, 1 boilerlaadcircuit
met cv-ketel
1 ongemengd, 3 gemengd, warm water met
warmtepomp
1 ongemengd, 2 of meer gemengd, 2 boiler-
laadcircuits met cv-ketel
Tabel 11 Aansluitschema's met installatievoorbeelden voor de module in
combinatie met warmtepomp ( ) of andere cv-ketels ( )
1) bijvoorbeeld na evenwichtsfles
4 In bedrijf nemen
Alle elektrische aansluitingen correct aansluiten en pas
daarna de inbedrijfstelling uitvoeren!
▶ Respecteer de installatiehandleidingen van alle
componenten en modules van de installatie.
▶ Let erop, dat niet meerdere modules hetzelfde zijn
gecodeerd.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle
modules zijn ingesteld.
OPMERKING: Na het inschakelen kunnen aangesloten
pompen meteen beginnen te draaien, zolang de regeling
de module niet heeft herkend.
▶ Vullen voor het inschakelen van de installatie, zodat
de pompen niet droog lopen.
4.1

Codeerschakelaar instellen

Wanneer een codeerschakelaar op een geldige positie staat, dan brandt
de bijbehorende bedrijfsindicatie constant groen. Wanneer een codeer-
schakelaar op een ongeldige positie staat, brandt de bijbehorende be-
drijfsindicatie eerst niet en begint daarna rood te knipperen.
CV-circuits via codeerschakelaar toekennen:
Wanneer een cv-circuit direct op de ketel is aangesloten,
mag op geen enkele module de codeerschakelaar op 1
worden gezet. Het eerste cv-circuit na de evenwichtsfles
is in dit geval cv-circuit 2.
• 2 cv-circuits:
MM 200 Nr. 1: cv-circuit 1 = codeerschakelaar I op 1;
MM 200 Nr. 1: cv-circuit 2 = codeerschakelaar II op 2
6 720 816 835 (2014/12)
• 4 of meer cv-circuits:
Boilerlaadcircuit (1 of 2) via codeerschakelaar toekennen:
Afb./pagina
 23 / 35  
 24 / 36  
• 1 boilerlaadcircuit: codeerschakelaar I op 9
 25 / 37 
–
• 2 boilerlaadcircuits:
 26 / 38 
–
 27 / 39 
–
4.2
 28 / 40 
–
4.2.1
 29 / 40 
–
1. Een of 2 cv-circuits aan de module toekennen (afhankelijk van
 30 / 41 
2. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
–
3. Voor de hele installatie de netspanning inschakelen.
 31 / 41 
–
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen brandt:
4. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde
4.2.2
1. Een of 2 boilerlaadcircuits (9 ... 10) aan een module toekennen.
2. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
3. Voor de hele installatie de netspanning inschakelen.
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen brandt:
4. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde
5
De bedrijfsindicatie geeft de bedrijfstoestand aan van de module.
Wanneer op de module een storing optreedt, wordt de mengkraan in het
aangesloten gemengde cv-circuit op een door de module bepaalde posi-
tie ingesteld. Daardoor is het mogelijk, de installatie met gereduceerd
verwarmingsvermogen verder te gebruiken.
Bepaalde storingen worden ook in het display van de aan het cv-circuit
toegekende bedieningseenheid getoond en eventueel aan de bedie-
ningseenheid van hoger niveau doorgegeven.
MM 200 Nr. 1: cv-circuit 1 = codeerschakelaar I op 1;
MM 200 Nr. 1: cv-circuit 2 = codeerschakelaar II op 2;
MM 200 Nr. 2: cv-circuit 3 = codeerschakelaar I op 3 enzovoort
Wanneer een boilerlaadcircuit direct op de ketel is aan-
gesloten, mag op geen enkele module de codeerschake-
laar op 9 worden gezet. Het boilerlaadcircuit achter de
evenwichtsfles is in dit geval boilerlaadcircuit 2.
boilerlaadcircuit 1 = codeerschakelaar I op 9;
boilerlaadcircuit 2 = codeerschakelaar II op 10

Inbedrijfname van de installatie en de module

Instellingen voor cv-circuit

geïnstalleerde bedieningseenheid 1 ... 8).
handleiding in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.

Instellingen voor boilerlaadcircuit

handleiding in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.

Storingen verhelpen

Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Schade, die
ontstaat door niet door de fabrikant geleverde reserve-
delen, is van de garantie uitgesloten.
Wanneer een storing niet kan worden opgeheven, neem
dan contact op met uw servicetechnicus.
4
3
2
1 S
Y
0
I
50 60
40
70
off
max
II II
6 720 804 106-23.1O
MM 200