Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Aansluiting Voedingsspanning, Pomp, Menger En Temperatuurbewaking (Netspanningszijde) - Bosch MM 200 Installationsanleitung Für Das Fachhandwerk

Ems 2 / ems plus
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MM 200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

12 | Installatie
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. op
pagina 31.
▶ Installeer een aanvoertemperatuursensor in het toegekende ge-
mengde cv-circuit.
3.2

Elektrische aansluiting

▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
▶ Let bij het installeren en in bedrijf nemen van de module MM 200 op
de bepalingen voor elektrische installaties conform het AREI.
Op een MM 200 zijn 2 codeerschakelaars aanwezig. De aansluitklem-
men met de identificatie xx1 behoren tot het cv-circuit, dat met de
codeerschakelaar I is ingesteld. De aansluitklemmen met de identificatie
xx2 behoren tot het cv-circuit, dat met de codeerschakelaar II is inge-
steld. Bijvoorbeeld:
▶ Wanneer codeerschakelaar I op positie 3 staat, modules en bestand-
delen in cv-circuit 3 op de aansluitklemmen PC1, ... aansluiten.
▶ Wanneer codeerschakelaar II op 10 staat, de modules en bestandde-
len van het tweede boilerlaadcircuit op de aansluitingen TW2, ... aan-
sluiten.
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor (laag-
spanningszijde)
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemers [B] via verdeeldoos [A] in ster schakelen
( afb. 20, pagina 34) of via BUS-deelnemer met twee BUS-aanslui-
tingen in serie ( afb. 23, pagina 35).
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbin-
ding tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of
in het BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de inbe-
drijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
aderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche
installaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en
afscherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de aan-
sluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaarde,
bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Installeer slechts één temperatuursensor T0 per installa-
tie. Wanneer meerdere modules aanwezig zijn, kan de
module voor de aansluiting van de temperatuursensor T0
vrij worden gekozen.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
6 720 816 835 (2014/12)
2
aderdiameter
2
aderdiameter
3.2.2
Aansluiting voedingsspanning, pomp, menger en
temperatuurbewaking (netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhanke-
lijk van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 11 t/
m 19, vanaf pagina 32 getoonde beschrijving is een
voorstel voor de procedure van de elektrische aanslui-
ting. De handelingsstappen zijn deels grijs weergegeven.
Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke han-
delingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
▶ Kabels door de tulen installeren, conform de aansluitschema's
aansluiten en met de meegeleverde trekontlasting borgen
( afb. 11 t/m 19, vanaf pagina 32).
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten
componenten en modules mag niet hoger worden dan
het maximaal vermogen zoals gespecificeerd in de tech-
nische gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van
de ketel verloopt, moet lokaal voor de onderbreking
van de netspanning over alle polen een genormeerde
scheidingsinrichting (conform EN 60335-1) worden
geïnstalleerd.
MM 200

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis